Na regen, komt zonneschijn

15 september 2018 - Langkawi, Maleisië

Na Gili Meno en de aardbeving voelde alles een beetje vreemd, ik miste het eiland, de gezelligheid en de onbezorgdheid. Gelukkig was ik nog met Nuria, voordat ik naar Kuala Lumpur vloog. Al was de sfeer tussen ons ook anders, Nuria was alleen maar bang en ik was alleen maar moe. We verbleven in Kuta, in het zuiden van Lombok. Hier stond alles nog overeind en was er eigenlijk niets aan de hand. Nuria ging de eerste dag gelijk van alles ondernemen op de scooter, terwijl ik mij terugtrok in een koffietentje om mijn blog te typen. Kuta is een toeristische plek en deed mij aan Canggu (Bali) denken. Overal gezellige surf barretjes en hippe-designer shops. Twee weken daarvoor, had ik na Kuala Lumpur weer een ticket terug naar Lombok geboekt. Ik zou dus enkel een 'Visa-run' gaan doen, om vervolgens weer verder te reizen door Indonesië. “Are you sure you're going back?” Vroeg Nuria met een dramatische ondertoon, waarin duidelijk naar voren kwam dat ze het er niet mee eens was. Ik heb erg getwijfeld, maar toch besloten om weer terug te gaan. In Kuta was er immers niets gebeurd, ik laat mij niet zomaar uit het veld slaan ;)

De reden dat Nuria met mij in Lombok zat, was vanwege haar paspoort. Zij had een Agency ingehuurd om haar visum te verlengen, terwijl zij in de tussentijd naar de Gili's ging. “Mooi geregeld” dacht ze. “Mooi niet” dacht moeder natuur. Ze MOEST dus terug naar Mataram, – de hoofdstad van Lombok, in de buurt van waar de aardbevingen waren – om haar paspoort op te halen. Ze smeekte of ik mee ging, want ze vond het maar niets om daar in de buurt te zijn. Natuurlijk ging ik mee, dus de volgende dag zijn we vroeg op de scooter gestapt. Eenmaal daar, moesten we uiteraard weer een uur wachten tot de man aan kwam. Toen moest Nuria een foto laten maken en vingerafdrukken af laten nemen. Er werd ons om 10.00 uur verteld, dat we het paspoort een uurtje later op konden komen halen. Dat vond ik al verdacht snel, maar ik ging er zeker niet tegenin. Om 11.00 uur stonden we weer netjes bij het loket, om te horen te krijgen dat het 14.00 uur werd. “Ja godverdomme, altijd hetzelfde gezeik hier!” zei ik hardop, terwijl ik door de man met een verward gezicht werd aangekeken. We gingen maar weer de stad in. Mensen die ooit in Mataram zijn geweest, weten hoe ontzettend ONgezellig deze stad is. Daarnaast had de aardbeving aardig wat schade aangericht, hier nog vier uur langer rondhangen was zeker niet onze bedoeling. Uit verveling zijn we bij een koffietentje gaan zitten in een winkelcentrum. Wat natuurlijk niet zo slim was, maar dat denk je altijd achteraf. Wederom niets vermoedend, zaten we een beetje op onze telefoon de tijd uit te zitten. Opeens klonk er een bekend geluid, een geluid dat ik inmiddels uit duizenden herken. Het gerommel in de grond, alsof de aarde honger heeft. De vloer begon te trillen, dingen vielen om en overal ontstonden scheuren in de muren. Ik keek Nuria met grote ogen aan en als een idioot zijn we naar buiten gerend. Het rennen ging veel te langzaam voor mijn gevoel, overal kwamen brokken plafond naar beneden en vitrines klapten kapot. Ondanks dat de aardbeving minder heftig was qua schaal, vond ik het enger dan de eerste keer. Eenmaal buiten, besefte ik mij dat ik enkel mijn telefoon vast had en de rest van mijn spullen nog binnen lagen. Mijn tas was belangrijk, want hier zat mijn paspoort, bankpas en creditcard in. Toen de aardbeving ophield, ben ik snel weer naar binnen gerend. Overal glas, brokken beton en alles lag overhoop. Ik verbaasde mij weer wat een medium aardbeving, voor schade aan kan brengen in een korte tijd. We zijn direct naar het immigratiekantoor gereden en hebben Nuria's paspoort terug geëist. Deze kregen we vrijwel direct terug, waarna we snel terug naar het veilige Kuta zijn gereden. 

Lichtelijk geshockeerd kwamen we terug in Kuta, ik wilde niets anders dan weg uit Lombok en kon niet wachten om naar Kuala Lumpur te gaan. De volgende dag werd ik vroeg opgehaald; taxi, vliegtuig, bus, metro... het was weer een lange vermoeiende dag. Voor het gemak had ik hetzelfde hostel geboekt, als waar ik twee maanden geleden was verbleven. Toen ik de trap opliep merkte ik dat alles nog hetzelfde was, enkel ikzelf was in een korte tijd best veel veranderd. De zware Vipassana meditatie, de geweldige tijd op Gili Meno met Jack en het abrupte einde van die mooie tijd door de aardbeving. Deze contrasterende gebeurtenissen hadden er best wel bij ingehakt. Eenmaal alleen op mijn kamer, zat ik op bed voor mij uit te staren. Alle emotie van de afgelopen tijd kwam er eigenlijk toen pas uit, ik had mij in lange tijd niet zo eenzaam en verdrietig gevoeld. Ik besloot naar de bioscoop te gaan om wat afleiding te zoeken, echter was de film zo slecht (The Meg) dat mijn gedachten continue weer afdwaalde. Toen ik terug kwam, raakte ik aan de praat met mijn kamergenoot. Ik werd gelijk uitgenodigd voor eten, kaartspelletjes en drankjes. Wellicht had ik 'ja' moeten zeggen, maar ik had alleen maar zin om te gaan slapen en te zorgen dat deze dag voorbij was. De volgende dag ging het alweer beter en na een gezellig – twee uur durend – telefoongesprek met mijn vriendin Jessie, voelde ik mij weer goed. Dezelfde jongen vroeg weer of ik zin had om ergens te gaan eten en dit keer had ik daadwerkelijk honger. We zaten gezellig op plastic stoeltjes in de bekende food street van Kuala Lumpur en raakten aan de praat met een jongen uit Ierland. Hij ging die avond naar een stand-up comedy club en vroeg of we zin hadden om mee te gaan. Ik kon wel wat humor gebruiken en zei direct enthousiast ja. Daarnaast was ik nog nooit naar stand-up comedy geweest en was erg benieuwd of het ook daadwerkelijk grappig zou zijn. We zijn wel achterin gaan zitten, geen van ons wilde eruit gepikt worden :p Er waren vijf komedianten, – niet allemaal even leuk – maar om eentje heb ik mij kapot gelachen. Hij was niet moeders mooiste en maakte voornamelijk zichzelf belachelijk. Ik voelde mij zelfs nog een beetje schuldig voor mijn veel te directe opmerking tegen de jongen naast mij. (“Did he just came from the set of Lord of the Rings?”) Het eerste dat hij zei was namelijk: “I know what you all think, I'm not blind. I know what I look like...” “I'm the result of when Bilbo Baggins and Susan Boyle got drunk and forgot to use a condom.” Deze beschrijving was pijnlijk accuraat haha.

De volgende dag had ik een afspraak bij de tandarts, ik ben wat gaan shoppen en wederom naar de bioscoop gegaan. Ik genoot weer even van de westerse normaliteit en vind Kuala Lumpur echt een top stad. Maandag vloog ik terug naar Lombok, hier keek ik niet naar uit om eerlijk te zijn. Ik heb er lang over getwijfeld, maar wist dat het prima kon qua veiligheid en het puur een gevoel was waar ik mij even overheen moest zetten. Het was weer een lange vermoeiende dag. De metro kwam te laat, waardoor ik ook een bus later moest nemen naar het vliegveld. Op het vliegveld was het chaos bij de immigratie en iedereen was gestrest om zijn/haar vlucht te halen. Dit resulteerde in een rij van opdringerige mensen, waaronder vooral de Chinezen overal probeerden voor te dringen. Heb je wel eens Chinezen ruzie horen maken met elkaar? Dat is best grappig, je verstaat er geen reet van, maar de hevige handgebaren en het geschreeuw zeggen genoeg. Dit zorgde voor enigszins vermaak, tijdens het wachten. Helaas werd ik ook in een soortgelijk conflict betrokken. Twee kleine Chinese oude vrouwtjes probeerde zich stiekem bij iedere stap, langs mij heen te wurmen. Wanneer ik ze aankeek, werd ik onschuldig en lachend aangekeken. Als ik mij dan weer omdraaien, begonnen ze weer te duwen. Normaal zou ik zeggen; ga alsjeblieft voor! Vandaag niet, want ook ik zat inmiddels krap in mijn tijd. Daarnaast werd het een principekwestie om voor ze te blijven. Als trotse winnaar stond ik dan ook als eerste bij balie. Ik kon het niet laten om toch nog even een vuile blik naar achteren te werpen, met vier venijnige spleetoogjes werd ik aangekeken. Ha! Tja, waar je op zo'n moment al niet blij van wordt. Mijn vlucht haalde ik overigens echt op de minuut, de strijd was niet voor niets geweest ;)

Die avond kwam ik laat aan bij mijn hostel in Kuta. Ik had verwacht de enige te zijn, maar gelukkig waren er meer die zich niets aantrokken van de aardbevingen. Toch kon ik het 'meh' gevoel niet helemaal loslaten en ben gelijk naar bed gegaan. Ik had geen plannen gemaakt voor de volgende dag en ben die ochtend in de common area gaan zitten, in de hoop dat ik wat nieuwe vrienden zou maken. Met succes raakte ik al snel aan de praat met Marcel, een Nederlander die al 14 maanden op reis was. Voldoende gespreksstof dus! Marcel en ik zijn die middag met de scooter naar het strand gereden om beginnende surfers uit te lachen, maar vooral als excuus om niet de hele middag in het hostel rond te hangen. Die middag zagen we een kudde waterbuffels over het strand lopen. Dat was een fotowaardig moment en dus moest deze op Instagram gedeeld worden. Die avond vroeg Jack opeens of ik toevallig een jongen genaamd; Marcel had ontmoet, in Kuta. Dit omdat we beiden ongeveer dezelfde foto hadden gepost, vanuit dezelfde locatie. Wat bleek, zij hadden elkaar een aantal weken daarvoor in een hostel ontmoet in Singapore. It really is a small world sometimes ;)

Het hostel in Kuta had iedere avond 'Movie Night' via de beamer op groot scherm. Die avond – en de opvolgende drie – hebben we languit op zitzakken films liggen kijken. “Echt super relaxed dat ik niet sociaal hoef te doen, of mezelf hoef te vermaken deze avond” Dacht ik iedere avond weer opnieuw. Om mijzelf toch een beetje productief te maken, heb ik de volgende dag een scooter gehuurd. Dit was een lichtelijke faaldag... Eerst vergat ik mijn telefoon en kon ik halverwege weer terug. Toen reed ik vijf keer verkeerd, omdat de nieuwe wegen nog niet op de kaart staan. Toen kon ik nergens iets te eten vinden en moest ik het doen met een pakje oude crackers. Toen viel ik – uit stilstand – met de scooter om en haalde ik mijn hand open. Toen moest ik vijf kilometer over de meest verschrikkelijke weg met grote losse stenen. Toen was opeens de hele weg afgezet vanwege een feestdag en stond ik vast middenin een optocht. En toen ging het ook nog regenen. “Fuck it, laat maar!” Ik ben weer teruggereden en ben chagrijnig neergeploft bij een koffietentje. “Verneuk alsjeblieft niet m'n koffie nu” Dacht ik als een rijk verwend nest, dat momenteel was getroffen door een hevige menstruatie. Nadat ook de opvolgende dag geen groot succes bleek te zijn, trok ik de conclusie dat Lombok hem gewoon niet meer ging worden voor mij. Wegwezen dus.

Gelukkig had ik een leuke tour geboekt om in drie dagen en twee nachten van Lombok naar Flores te varen. Ik moest de volgende ochtend vroeg met de taxi naar het hoofdkantoor van Perama Tours in Mataram. Nee hé, niet weer naar Mataram. Kut stad... Ik was weer eens veel te vroeg en moest nog ergens een ontbijtje zien te scoren. Hopeloos op zoek naar iets zonder vlees, rijst of noodles slenterde ik door de nog slapende stad. Die week daarvoor had ik na de aardbeving door dezelfde straat gelopen, de schade was overal nog duidelijk zichtbaar. Iedere grote truck die voorbij reed liet de grond een beetje trillen, bij de geringste beweging sloeg mijn hart weer over. “Gadverdamme, ik wil hier helemaal niet zijn!” Ik merkte dat ik toch een klein beetje getraumatiseerd was. Ik nam daarom genoegen met een kaas en ei donut (ja, echt) van de Macdonalds en ben snel weer terug gelopen. Eenmaal in de bus met de andere mensen van de tour groep, werd ik weer wat rustiger. Er heerste nu weer een ander soort spanning. Het begin van zo een tour verloopt namelijk altijd wat stroef, je wordt met een groep wildvreemde bij elkaar gezet en hier moet je het maar mee doen de komende dagen. Het resultaat is een parade van oppervlakkige gesprekken, ongemakkelijke stiltes en een humorloze sfeer. Dat eerste biertje aan het einde van de dag, kan wat mij betreft niet vroeg genoeg komen. Ik vind het altijd wel mooi om te zien welke verandering alcohol teweeg brengt. Het politiek correcte gelul, maakt plaats voor grove humor en de ware aard van een persoon. Het observeren van mensen is sowieso één van mijn hobby's; er is altijd een persoon die vrijwel direct heel veel praat en overdreven geïnteresseerd en vriendelijk gaat zitten doen. Dan is er het stille saaie stelletje dat zich afzondert van de rest, niet tegen elkaar praat en alleen maar elkaars hand vast houdt. Vaak is er ook een leuk stel bij, waarvan je daadwerkelijk snapt dat ze samen zijn. En dan heb je de irritante vragensteller, die continue de gids onderbreekt met vragen waarvan het antwoord óf al verteld is óf totaal irrelevant. Oh en de 'fotograaf' natuurlijk, want zonder grote spiegelreflex, onderwatercamera en zoemende drone, kun je jouw vakantie onmogelijk vastleggen. Vooral die drones... ken je dat; wanneer er een mug vlakbij je oor vliegt en je heel hard ZZZ! hoort. Naja dit in het kwadraat, bij iedere zonsondergang of uitkijkpunt. Halverwege de dag had ik alle karakters gespot en dus kon de tour beginnen ;)

De eerste dag bestond uit een busrit door Lombok met wat stops bij de botanische tuinen, een local village en een diner bij de haven. Zoals al verwacht kwam iedereen eindelijk een beetje los tijdens een biertje en hierdoor werden de gesprekken wat interessanter. Die avond en nacht gingen we varen, ik had nog nooit op een boot geslapen en was benieuwd of dit zou lukken. De zee was vrij wild en meerdere keren schrok ik 's nachts wakker, omdat ik het idee had dat we kapseisde. Met welgeteld drie uur slaap begon ik brak aan de volgende dag. De boot lag inmiddels aangemeerd aan een klein tropisch eiland. Na een lekker ontbijt van – uiteraard – pannenkoeken met banaan (deze word ik nooit zat!). zijn we naar het uitkijkpunt geklommen. Hier kwam de 'fotograaf' met zijn drone tevoorschijn, terwijl ik met wat andere mensen geïrriteerd stond toe te kijken. Gedeelde irritatie creëert vriendschappen, want samen haten is sowieso beter dan in je eentje. Was die drone toch nog ergens goed voor ;) Daarna zijn we gaan zwemmen in het grote zoutwater meer, gevolgd door snorkelen in de zee. Die middag stond in het teken van varen en van 11.00 tot 16.00 uur, konden we genieten van het uitzicht op de boot. Ik hou van varen en keek hier al helemaal naar uit, misschien stiekem ook omdat ik nog wat moe was. Een beetje zitten en kijken leek mij een prima plan in mijn huidige conditie. De zon scheen, biertje erbij – it's five o'clock somewhere – en de wind door je haren. Het werd nog een stukje beter, want in de verte waren opeens tientallen zwarte vinnen boven het water te zien. In eerste instantie dacht ik dat het dolfijnen waren, maar het bleek een grote groep 'Pilot Whales' (NL: 'Grienden', dit heb ik ook even moeten Googlen). Ze waren niet bang voor de boot en dus konden we ze van heel dichtbij zien. Eén voor één sprongen ze boven het water uit en ongeveer 10 minuten lang, hebben we langzaam met ze mee gevaren. Ik had deze walvissen nog nooit in het echt gezien, wat een geluk dat we ze hier gewoon aantroffen! Niet veel later werden we opnieuw verrast, dit keer waren het wél dolfijnen. Een groep van minstens twaalf, zwommen enthousiast naast de boot en speelden op de golven. Kruislings doken ze onder de boot door en kwamen aan de zijkant weer omhoog. Zo mooi om te zien hoe soepel en moeiteloos een dolfijn door het water beweegt. Het écht in het wild zien van beiden dieren, was voor mij een ervaring waar geen enkele 'Whale Watching Tour' tegenop kan.

Aan het einde van de middag kwamen we aan op een ander eiland, op het strand kregen we maiskolven van de bbq en een biertje met uitzicht op de zonsondergang. “Wat een super mooie dag” Dacht ik tevreden. Ik merkte dat mijn dip steeds verder wegzakte en ik weer positieve energie kreeg. Die avond werd ik helaas ziek, zeeziek om precies te zijn. Tuurlijk, kan er ook nog wel bij. Terwijl iedereen gezellig aan het bier zat en stond de dansen, zat ik misselijk in het benauwde kleine wc hokje. De boot lag stil, maar het langzaam deinzen over de golven maakte het alleen maar erger. Het was dus weer een lange nacht, maar met voldoende medicatie kon ik mezelf 's morgens aardig bij elkaar rapen om het Komodo National Park te bezoeken. Dit was de zogenaamde 'high light' van de tour, dit mocht ik niet missen natuurlijk. We kwamen aan en liepen door de grote poort van het park, enkel het Jurassic Park liedje ontbrak nog. Samen met drie rangers – bewapend met grote houten stokken – , zijn we opzoek gegaan naar de varanen. Het was paringsseizoen en dus zouden de mannetjes wat agressiever zijn dan normaal. De mannetjes worden bijna twee keer zo oud als de vrouwtjes, dit resulteert in een wat ongelijke populatie. Het paringsseizoen is dan ook geen pretje voor de dames. De vrouwtjes worden zeven uur lang 'verkracht' door één mannetje en daarna staan er nog twee te wachten. Geen wonder dat de vrouwtjes zich verstoppen en er dus enkel gefrustreerde mannetjes rondlopen. Mens, dier, plant... de vrouwen zijn eigenlijk altijd overal de lul. Anyway. Na 10 minuten was de eerste gespot, het was – uiteraard – een mannetje. Als een echte 'Ghetto Thug' waggelde hij stoer over het zandpad. Jup. Ze zijn écht groot en best angstaanjagend! De magie gaat overigens wel een beetje verloren door de vele toeristen en souvenirkraampjes bij de ingang. Al om al nog steeds erg tof om ze in het echt te hebben gezien, op de enige plek ter wereld waar deze dieren in het 'wild' leven. Na Komodo zijn we naar 'Pink Beach' gevaren. Geen magenta roze natuurlijk, maar als je het zand van dichtbij bekijkt zie je kleine rode stukjes zitten. Wanneer je het zand van veraf bekijkt, heeft het een roze gloed. De kleine rode stukjes zijn afkomstig van rood koraal; het koraal breekt af, versplintert in de stroming en mengt zich met het zand. Ik heb stiekem een handje zand meegesmokkeld :p De roze kleur zorgt voor een super mooi contrast tegenover het turquoise water, vanaf de heuvel had je een prachtig uitzicht over de baai. Misschien wel één van de mooiste strandjes waar ik ooit geweest ben. Het snorkelen was hier ook heel gaaf, de gehele onderwaterwereld heeft het roze thema natuurlijk ook. Rood, paars en roze hebben de overhand en je kan duidelijk zien hoe het zand aan zijn kleur komt. Dit was de laatste stop van de tour en na een paar uur varen kwamen we aan in Labuan Bajo, de havenstad van Flores. De tour zat er helaas alweer op, al keek ik best uit naar slapen in een bed dat niet heen en weer bewoog.

Labuan Bajo staat niet bekend als meest gezellige stad, dit is het ook absoluut niet. De enige reden dat mensen hier naartoe komen, is vanwege het Komodo National Park. Zowel boven, als onder water. Het zien van Manta roggen stond nog erg hoog op mijn lijstje en dit zou de plek zijn om ze te kunnen zien. De eerste dagen was ik nog steeds half ziek, veel heb ik daardoor niet gedaan. Na twee dagen uitzieken was ik fit genoeg om drie keer een uur lang over de zeebodem rond te dwalen. Het was weer even inkomen, na een aantal maanden niet gedoken te hebben. Ik was weer ouderwets zenuwachtig, maar al snel trok dat gevoel weg. De eerste duiklocatie was mooi, maar niet spectaculair. Wellicht verwacht ik soms ook iets te veel. De tweede duik; was… werkelijk… niet… normaal… mooi! Haaien, schildpadden, grote scholen vissen, het meest kleurrijke koraal dat ik ooit gezien heb. Het had alles! behalve Mantas dan ;) Soms zwommen er zoveel vissen voor mijn bril, dat ik bijna geen oceaan meer kon zien. Ik weet nog dat ik dacht “Zie je wel, mijn verwachtingen zijn niet onrealistisch!” Gevolgd door: “Nu ben ik verpest en wil ik dit altijd…” Helemaal hyper zaten we allemaal weer aan boord en tijdens de lunch vaarden we naar de laatste duiklocatie; de 'cleaning station' van de Mantas. “YES! Ik ga eindelijk Mantas zien!” Als een klein kind dat bijna haar verjaardagscadeautjes uit mag pakken, zat ik op de boot. Er was geen koraal of ook maar iets bijzonders te zien op de duiklocatie, wanneer er geen Mantas zouden zwemmen. Dit was dan ook het geval... Lichtelijk verveeld zwierven we over de bodem, hopende op het kunnen zien van de 'Dracula's van de zee'. Met een spanwijdte van soms wel vier meter, vliegen de Mantas sierlijk door de stroming heen. De grote zwarte vinnen hebben hierdoor veel weg van de fladderende cape van een vampier. Het was – helaas voor mij – vandaag geen schoonmaakdag voor de dieren en dus bleef de 'cleaning station' onbezocht. Teleurgesteld klom ik weer aan boord. Tja, je kunt niet altijd alles hebben.

Er zat dus niets anders op dan... Nog een dag duiken! Mijn laatste maand Indonesië was inmiddels toch al boven budget, dus een extra 100 euro zou ook niet meer uitmaken. Ik besloot om hier en daar maar een maaltijd te skippen ter compensatie. De drie duikinstructeurs vertelde mij dat het een goede keuze was, want deze dag zouden ze gaan duiken in; The North... Het klonk nu al goed. Het was een kleine groep, omdat je – vanwege de sterke stroming – alleen als Advanced duiker naar The North kunt. Heel erg gevorderd voel ik mij nog niet, maar volgens mijn papiertje mocht ik mee. De eerste duik begon rustig, weinig stroming en veel dieren. Zo heb ik meerdere grotere White Tip Sharks gezien en werd ik omsingelt door een gigantische school vissen. Tijdens de tweede duik werd de stroming al sterker en moest ik mij soms vasthouden aan de rotsen. Het is wel waar wat ze zeggen; hoe mee stroming, hoe interessanter de duik. Er is meer zuurstof en dus is het koraal kleurrijker en levendiger. Hierdoor zijn er meer vissen en dus meer voedsel voor de grotere dieren. De laatste duik was weer een Manta duik, deze duik scheen wel vrij heftig te zijn aan het einde. Tijdens deze duik zouden we gelanceerd worden door de 'Shotgun', een sterke stroming tussen twee eilanden waar de Mantas zich graag bevinden. Voordat je zou worden meegezogen met de stroming, moest je een rots zoeken waar je je aan vast kon houden. Wanneer je nu omhoog zou kijken, zouden er verschillende Mantas boven je zwemmen. Ik was erg benieuwd en ook wel zenuwachtig, die Shotgun klonk wel een beetje spannend. Het begon weer rustig, super mooie koraalriffen en prachtige vissen. Je kon goed zien waar de omslag van stroming zou plaatsvinden, het koraal werd minder en de dieren groter. Langzaam voelde ik de stroming steeds meer zuigen en ik moest steeds harder zwemmen om niet meegetrokken te worden. Het signaal van 'je vasthouden' werd gegeven, ik zonk mijzelf naar de bodem en probeerde op tijd een rots te zoeken. De stroming werd snel sterker en sterker en net op tijd vond ik een plekje om mij vast te houden. De rotsen waren erg scherp en al snel haalde ik mijn handen open aan de kleine schelpjes. Uit reflex liet ik los, maar moest mij snel weer vastgrijpen, om niet meegetrokken te worden de shotgun in. Door alle drukte was daarom ik even vergeten wat we hier ook alweer aan het doen waren. Ik keek omhoog en zag twee gigantische Mantas schuin boven mij zwemmen. Zonder enige moeite hingen ze in de sterke stroming en genoten zichtbaar van het stromende water. Zo elegant en sierlijk. Wat een magische dieren <3 Na 10 minuten kijken, mochten we loslaten en werden we naar achteren gezogen. Eenmaal door smalle doorgang van de twee eilanden in, kalmeerde de stroming en konden we rustig weer aan boord klimmen. Dit waren absoluut de beste drie duiken tot nu toe!

Na nog een gezellig laatste diner met de mensen van het duiken, was het tijd om Labuan Bajo te verlaten. Het havenstadje scheen namelijk een karige reflectie te zijn, van wat Flores daadwerkelijk te bieden heeft. Ik had al heel lang in mijn hoofd om heel Flores in mijn eentje op de scooter te doen, dit prachtige idee werd overigens niet overal even erg gewaardeerd. Al meerdere malen hoorde ik van verschillende mensen dat; de wegen niet goed zijn, dat ik niemand zou gaan tegenkomen, dat het eiland tegenvalt, dat ik nooit met al mijn spullen op de scooter zou passen, dat de mensen vervelend naar je staren en alles best wel duur zou zijn. Dit verbaasde mij, want daarvoor had ik juist alleen maar goede verhalen gehoord. Ik besloot er daarom niet naar te luisteren en ze allemaal het tegendeel te bewijzen. Via via kwam ik in contact met een man; waar ik in Labuan Bajo een scooter van kon huren en deze in Maumere (aan de andere kant van Flores) – acht dagen later – weer in zou kunnen leveren. Dit was perfect! Want vanuit Maumere vloog ik weer naar Bali. Lichtelijk ontmoedigd door de slechte verhalen, ben ik de volgende dag in mijn eentje – met al mijn zooi, wat bijzonder goed paste – op de scooter gestapt. Na een half uurtje was ik de drukte uit, de natuur werd steeds groener en de weg had ik voor mij alleen. Overal werd ik vriendelijk begroet, de wegen waren bijzonder goed en het eiland was het nu al meer dan waard. De twijfels of ik het eiland wel echt in mijn eentje op de scooter moest gaan verkennen, verdwenen dan ook als sneeuw voor de zon. Na een prachtige rit van vier uur kwam ik aan in Ruteng, geen mooie stad maar dat wist ik al. Ik had vooraf een hostel geboekt en ben nooit eerder zó hartelijk ontvangen als daar; “Hello miss Malou! How are you? Let me help you with your bag! You want coffee or tea?” Het hostel was net twee maanden geopend en volgens mij behoorde ik tot een van hun eerste gasten. Het meisje sprak goed Engels (tot mijn verbazing), dus hebben we de halve middag gezellig zitten kletsen. Na mijn inmiddels 100e Gado Gado, lag ik op bed om een plan te maken voor de volgende dag. Op dat moment kwam er een meisje binnen, was ik toch niet alleen! Ze heette Marchela en we raakten direct aan de praat. Ze vroeg of het mogelijk zou zijn om in één dag – zo goed als gratis – naar 'Wae Rebo Village' te gaan. Deze tour werd overal in Labuan Bajo aangeboden als tweedaagse trip, voor omgerekend 90 euro p.p. met vervoer en gids. Voornamelijk de hike er naartoe zou de moeite waard zijn, het dorpje zelf was meer bijzaak. Google vertelde ons dat het; 3,5 uur heen en 3,5 uur terug rijden + een 2,5 uur durende hike omhoog en 1,5 uur weer omlaag zou zijn. Theoretisch was het dus mogelijk... Marchela was lekker subtiel; “I'm not sure I want to do this by myself though...” Ik keek haar lachend aan en zei “No worries, I'll join you ;)” Top, de volgende dag was bij deze gepland.

Om 6 uur ging de wekker en stond er een heerlijk ontbijt voor ons klaar. Om 7 uur reden we weg en veranderde de lelijke stad, in een groen berglandschap met nog groenere rijstvelden. De weg was vreselijk slecht (was dus toch niet helemaal gelogen), maar het uitzicht maakte dit helemaal goed. De 3,5 uur berekening van Google, werden 4,5 uur. Dit omdat we steeds weer stilstonden voor foto's, de planning liep nu al in de soep. Oeps. Eenmaal bij het beginpunt van de hike naar Wae Rebo, werden we gewaarschuwd door een Franse familie dat zij er drie uur over gedaan hadden om boven te komen. We keken elkaar aan en besloten het maar gewoon te proberen, eigenwijs zijn we namelijk toch al. Binnen een paar minuten bevonden we ons in een duistere mistige jungle, met gigantische bamboestengels en bomen. Het voelde aan alsof we in Alice in Wonderland waren beland. Door alle verhalen hadden we er flink de pas in en na 1,5 uur waren we boven. Eenmaal boven werden we alles behalve vriendelijk ontvangen, want we moesten gelijk 200.000 Rupiah (12 euro) betalen voor de ceremonie. Deze niet bijwonen was geen optie. “Wat een onzin”, dacht ik. Ik gooide er gelijk een mooie leugen uit; dat we helemaal niet zoveel geld bij ons hadden. Marchela vulde deze direct als een echte pro aan; “They told us it was 20.000?!” Ik had vooraf al lang gelezen over de ceremonie en de kosten, ook dat ze ons zouden gaan verzoeken het dorp te verlaten bij weigering. We werden inderdaad direct verzocht te vertrekken en foto's maken mocht niet. “Heb ik lekker allang gedaan” Dacht ik nog. Het was ons gelukt! Gratis en voor niets naar Wae Rebo Village en zelfs nog wat foto's kunnen schieten voor we eruit gekickt werden. Ook nog even stiekem onze waterflessen bijgevuld, want iedere euro telt! Vreselijk irritante lui, die kut backpackers ;)

De hike omlaag duurde maar een uurtje en hiermee lagen we weer op schema. Bij deze besloten we niet meer te luisteren naar andere mensen en gewoon op ons gevoel af te gaan. Het was inmiddels 15.00 uur en we vergingen van de honger, normaal is er overal eten langs de weg te vinden. Echter, dit was Flores en hier gaan de dingen ietsje anders. Met wat moeite hebben we uiteindelijk bij iemand thuis wat Instant Noodles kunnen krijgen, deze smaakten bijzonder goed. We moesten opschieten, want over twee uur werd het donker en de weg terug was niet best. Weer gebeurde er iets stoms, waarvan ik nog steeds niet begrijp hoe – dit inmiddels de vierde keer is dat – het gebeurt. We raakten elkaar kwijt... Hoe dan!? Opeens reed ze niet meer achter mij en waar ik links ging, was zij rechts gegaan (denk ik). Kutzooi! Now what?! We kenden elkaar net één dag en we hadden nog geen nummers uitgewisseld. Ieder apart zijn we in het donker over de vreselijk slechte en onverlichte bergweg, terug naar het hostel gereden. Dit vond ik maar niets, als er nu iets zou gebeuren was ik flink de sjaak... En zij ook trouwens. Na 2,5 uur stuiterend alle grote gaten in de weg proberen te ontwijken – terwijl ik mijn mond en ogen dichtkneep voor alle vliegende insecten – kwam ik eindelijk aan bij het hostel. Marchela zat buiten en rende vol verontschuldiging naar mij toe “SORRY!!!” We wisten niet waar het fout was gegaan, maar we leefden beiden nog dus het deed er niet toe. Ondanks alles was het een super fijne dag en we hadden een goede klik samen. We besloten om de rest van Flores daarom ook samen te gaan ontdekken.

Marchela was met de lokale bus gekomen en had dus niet dezelfde vrijheid als ik met mijn scooter. De volgende dag werd ze al vroeg opgehaald met een zogenaamde 'Bemo' bus, een klein stinkend busje vol; locals, spullen, veedieren (ja echt) en keiharde slechte muziek. De blik op haar gezicht was onbetaalbaar. Met een sarcastisch lachje zwaaide ik haar uit, terwijl ik rustig op mijn scooter stapte. Nooit eerder was ik zo blij met mijn eigen vervoer. Na weer een lange en mooie rit door bergen, langs rijstvelden en authentieke huisjes kwam ik aan in Bajawa. Een klein pittoresk bergdorpje dat direct vale malen gezelliger oogde dan Ruteng. Ik had een homestay geboekt, waar Marchela mij inmiddels zat op te wachten. Halverwege de middag kreeg ik al een berichtje, met; dat het niet veel soeps was. Achja... 8 euro voor een privékamer, dan kun je niet teveel verwachten. Dat had ze niet overdreven en de homestay staat dan ook in mijn top 3 lijst van; meest vreemde en gore plekken waar ik ben verbleven. Zo was er bijvoorbeeld niemand die ons ontving en moesten we op zoek naar de bewoner. Het huis was enorm rommelig, stoffig en ronduit smerig. Er stond een vies bed midden in de woonkamer, de keuken was...tja, gewoon raar en de kraan was 'leeg' dus er was geen water. We vreesden beiden het ergste voor onze slaapkamer. Ik had via Booking.com helaas al betaald, anders hadden we wat anders gezocht. We besloten onze tassen neer te zetten en maar een rondje in het dorp te lopen. Tijdens onze wandeling kwamen we de 'Bob Marley' van Bajawa tegen. (Serieus ieder plaatsje in Azië heeft er eentje). Aan zijn wankelende loopje te zien, had hij al een flink bakkie op. Hij vroeg ons waar we sliepen “...Marcelino's Homestay” zei ik met de ondertoon van; 'wat gaat jou dat aan'. “Oh you staying with me!” “You're Marcelino? Vroeg ik verbaasd. “Yes! I'm sorry, I have community party so the house is little messy.” “A little..?” mompelde ik. Ik keek Marchela aan en we schoten in de lach. Aghja, het is maar voor twee nachtjes.

Rondom Bajawa liggen tientallen onafhankelijke traditionele dorpjes die je kunt bezoeken. De mensen leven nog steeds volgens de oude tradities en vullen hun dagen met spinnen, weven, pottenbakken, voedsel verbouwen, voor veel dieren zorgen en eten koken. De dorpjes zijn ontzettend mooi gemaakt en ik was onder de indruk van de artistieke details. Het eerste dorpje (Bena) staat bovenaan in de Lonely Planet en is dus niet meer zo authentiek als beschreven wordt. Voor het tweede dorpje (Tololela) moesten we iets meer ons best doen. Een hike van vijf kilometer door de bergen, omhoog en omlaag. Deze was onze favoriet! Nog steeds niet vreselijk traditioneel, maar we werden wel door één van de inwoners (Mathilde ) op de koffie gevraagd in haar veranda. Ze sprak een klein beetje Engels en met wat hulp van Google Translate, hebben we toch een aardig gesprek met haar kunnen voeren. Ze was mijn leeftijd, ongetrouwd, woonde samen met haar moeder en was nog nooit buiten Bajawa geweest. Dan realiseer je opeens weer even hoe bevoorrecht je bent, om al deze mooie plekken te kunnen bezoeken. Zij was erg nieuwsgierig naar de landen die wij beiden bezocht hebben, ze kon zich maar moeilijk voorstellen hoe ons leven eruit zag. Ik had exact hetzelfde gevoel met die van haar, maar wist wel dat ik voor geen goud zou willen ruilen. De koffie was de typisch Indonesische koffie; de gemalen bonen worden zonder filter in het hete water gegooid, waarna je moet wachten tot alles naar de bodem gezakt is vóór je het kunt drinken. Dit wil ik nog wel eens vergeten en dus roer ik – per ongeluk – steeds alles weer door elkaar. Vooral de laatste slok is ook gevaarlijk, al meerdere malen eindigde ik met een mond vol koffieprut. Zo ook deze keer; met een zuur gezicht hield ik mij in, om niet alles uit te spugen op Mathilde haar veranda. Lekker hoor.

Na een uurtje koffieleuten, namen we afscheid van Mathilde en waren we klaar met traditioneel doen. Hijgend en zwetend kwamen we na de hike weer terug bij de scooter aan. We keken uit naar een goede douche, maar ik was ervan overtuigd dat de kraan in de homestay nog steeds niet werkte. Zelfs al zou deze nu wél water hebben, dan was het sowieso koud. Daarnaast was de badkamer een vies hok, waar je je het liefst zo kort mogelijk wilde begeven. Om deze reden besloten we naar de hotsprings te gaan en hier onze douche te nemen. De hotsprings bestonden uit twee watervallen; eentje koud en eentje heet. Deze twee kwamen op een bepaald punt samen, dit was het punt waarin je moest gaan zitten. Dit begrepen wij vrij laat en keken elkaar angstig aan, nadat we beiden onze voeten half verbrand hadden in de hete stroming. “I can't sit in this temperature!” Riep Marchela in paniek. Eenmaal op de juiste plek, hebben we heerlijk twee uur liggen baden in de warme waterval. Een betere douche hadden we niet kunnen wensen! Dit idee was trouwens niet bepaald origineel, verschillende locals kwamen met shampoo en douchegel hetzelfde doen. Niet zo best voor de natuur al die zeep, maar dat ter zijde.

De volgende dag had ik een lange dag voor de boeg, 180 kilometer tot mijn volgende bestemming. Ik keek er naar uit om zoveel te rijden, Marchela... ietsje minder. De Bemo busjes bleken een ware nachtmerrie en zou minstens zeven uur doen over deze rit. Ik vertrok een uur later, stopte verschillende keren voor lunch, koffie en foto's, maar toch waren we er rond dezelfde tijd. Mijn rit was wederom top, Marchela's gezichtsuitdrukking zei genoeg over die van haar. We hadden een mooie kamer gevonden met... een warme douche! Ook vonden we een restaurant met super lekker eten, wat een topdag weer. De volgende ochtend moesten we vroeg uit bed, we zouden de zonsopkomst vanaf de Kelimutu vulkaan gaan bekijken. Half slapend stonden we om 5 uur – helemaal dik ingepakt – bij mijn scooter. Tijdens het wegrijden deed de scooter heel raar, een lekke band... Neeeeee, niet nu! Er zat niets anders op dan terug naar bed te gaan. Om 7 uur ben ik rond gaan vragen voor een monteur. Dit zijn trouwens van die momenten, waarop ik Azië echt te gek vind. Het duurde welgeteld één minuut! om iemand te vinden die mijn band kon vervangen. Al snel verzamelde zich vijf man rondom mijn scooter, allemaal roepend en ernstig wijzend dat de band lek was. “ja, ik snap dat hij lek is” dacht ik zuchtend. En dit is dan gelijk weer wat ik irritant vind aan Azië haha. Het is allemaal goed bedoeld, maar ze bemoeien zich werkelijk overal mee. Ik mocht mijn sleutels overhandigen aan een twaalfjarig jongetje (ja, echt) die de scooter naar de werkplaats reed, terwijl ik in de tussentijd rustig mijn ontbijtje kon gaan eten. Ik hoor je nu denken; “Je geeft toch niet zomaar je gehuurde scooter aan een wildvreemde!” Ja, dat doe je in Azië gewoon. Ze proberen altijd overal een slaatje uit te slaan, maar je spullen jatten doen ze in mijn ervaring niet. Wellicht zal ik in een toekomstige reis naar Zuid Amerika of Afrika wat voorzichtiger moeten zijn ;) Een uurtje later kreeg ik mijn scooter weer als nieuw terug, ik mocht 8 euro afrekenen en we konden weer verder. Dat noem ik nog eens topservice!

Onze planning was lichtelijk in de war geschopt, maar gelukkig zijn we beiden flexibele mensen. We besloten naar 'Koka Beach' te gaan. Na twee uur rijden kwamen we aan bij de ingang van het zandpad naar het strand toe. Het was 30 minuten lopen naar Koka Beach en dus besloten we alvast te gaan lunchen. Er was een gezellig lokaal restaurantje op de hoek van het zandpad en hier werden we wederom warm ontvangen. Kort daarna werden we verrast door zo'n 25 Harley Davidson motoren, die allemaal rondom het restaurant parkeerde. Het was een Indonesische motorgroep, die samen heel Flores door toerden. Ze waren ontzettend aardig en geïnteresseerd en spraken perfect Engels. De groep bestond voornamelijk uit dokters, advocaten en chirurgen, die als hobby op de motor heel de wereld door reden. Het was best grappig om eens in contact te komen met de rijke Indonesiërs. We werden uitgenodigd aan tafel en er werd gelijk een biertje voor ons besteld. Onze mening of we hier ook trek in hadden, werd overigens niet gevraagd. Marchela en ik keken elkaar lachend aan, de hele dag verliep zo anders dan we in eerste instantie gepland hadden. Twee uur later waren we eindelijk op het strand, ook hier werden we niet teleurgesteld. Vanaf de kleine heuvel kon je uitkijken over de gehele baai, hier hebben we dan ook even de tijd genomen voor een kleine photoshoot ;)

De volgende ochtend was poging twee van Kelimutu, hopend op een heldere hemel liep ik om 4 uur 's nachts naar buiten. Bewolkt... Ik zag het alweer helemaal aankomen... Gevalletje Ijen vulkaan #2; waarbij er niets te zien is en je dus voor jan lul naar boven bent gekomen midden in de nacht. Het was Marchela's laatste dag, dus besloten we het er maar op te gokken. Eenmaal op de scooter naar boven, trok het opeens open en de volle maan verlichtte de donkere weg. De trekking omhoog was gelukkig niet al te intensief en perfect op tijd stonden we op de 'sunrise spot'. Voor Flores begrippen was het vrij druk, maar ik denk dat er ongeveer 50 mensen stonden. In tegenstelling tot Ijen – met +500 man, – was dit alvast een goed begin. De zonsopkomst was geweldig en echt een mooie toevoeging aan het bezoek van Kelimutu. De perfecte afsluiter van onze tijd samen. Na het ontbijt hebben we afscheid genomen en ben ik doorgereden naar Maumere. Wederom was ik weer alleen, dat gevoel gaat soms wel vervelen. Wéér investeren in nieuwe contacten, wéér mijn verhaal vertellen, wéér het standaard verhaaltje voordat je meer diepgang krijgt in een gesprek. Gelukkig ontmoette ik in de homestay in Maumere, een meisje dat hier hetzelfde over dacht. We skipte de “What do you do?” en “Where have you been” bullshit en hebben lekker lopen zeiken op de algemene wereldproblematiek van het hedendaagse leven. De volgende dag vertrok zij al vroeg richting het vliegveld en had ik nog welgeteld één dag te vullen op Flores. Ik wilde niet weer mijn dag vergooien met niksen en had immers nog steeds een scooter tot mijn beschikking.

Toen ik ging Googlen vond ik iets leuks; op een uurtje rijden vanaf de homestay ligt de Egon vulkaan. Deze is gratis – en zonder gids – in een paar uur tijd te beklimmen, dit leek mij een mooie laatste dagbesteding. Ik had weinig geïnvesteerd in sociale contacten en moest dus in mijn eentje gaan. Dat vond ik meer dan prima en een mooie laatste 'Flores test' voor mezelf. Bemand met voldoende water en voedsel, ben ik naar het beginpunt van de hike gereden. De weg hield ineens op en ik zag een klein zandpad het bos in. Ik had 'Maps Me' voor de hike omhoog en verder had ik weinig verwachtingen bij wat ik zou gaan aantreffen. Het begon gelijk goed, het uitzicht was nu al prachtig en het bos was heerlijk stil. Zowel de weg als het zandpad waren compleet verlaten, ik had de vulkaan volledig voor mijzelf. Dat voelde best cool, want hoe vaak ben je tegenwoordig nog écht alleen in de natuur? Na twee uur intensief klimmen en zweten kwam ik boven, het bos was inmiddels verdwenen en had plaatsgemaakt voor een ruig vulkanisch landschap. In de verte zag ik rook en ik hoorde een hard sissend geluid. Doordat ik mij vrijwel niet had ingelezen, had ik geen idee dat de vulkaan nog actief was. Grote rookwolken stoomden omhoog en het geluid van de geisers werd steeds luider. Eenmaal bij de kraterrand, zag ik waar de rook vandaan kwam. Wauw...wat een uitzicht! En helemaal voor mij alleen! Met uitzicht over de vulkaan en kustlijn, heb ik voldaan mijn lunch weggewerkt. Stiekem wel een beetje trots op mezelf, dat had ik toch maar even mooi gedaan in m'n eentje :D

Meer dan tevreden over mijn trip door Flores, heb ik de scooter weer ingeleverd. Ik had nog een paar laatste stops voordat ik naar Langkawi zou gaan, al was ik er stiekem wel klaar mee. Flores was fantastisch, maar wel heel vermoeiend. Voor mijn gevoel had het mijn laatste reislust opgeslokt en was ik er klaar voor om een maandje op één plek te blijven. De volgende dag ben ik naar Bali gevlogen en de dag daarna met de boot naar Nusa Penida gegaan. Dit is een klein eiland vlak onder Bali en staat bekend om zijn gigantische kliffen met mooie uitkijkpunten. Ik kwam al vrij vroeg op het eiland aan, maar had simpelweg niet de energie om weer gelijk op ontdekkingstocht te gaan. Helaas kon ik nog niet inchecken en zat ik mijn tijd uit in een restaurant, tot wanneer dit wel kon. Het hostel dat ik had geboekt, was weer een typisch gevalletje; ziet er leuk uit online, maar een shithole in het echt. Vieze badkamer, vochtige vieze lucht en alles was half stuk. Veel keuze had ik alleen niet, want online zaten alle andere hostels al vol. Na het inchecken, ben ik op mijn bed geploft om een beetje te Netflixen. Ik had een nieuwe serie gedownload en was hier erg benieuwd naar. Binnen een half uur zat ik er al helemaal in en was ik even vergeten dat ik überhaupt op reis was. Deze rust werd kort daarna verstoort, vanuit mijn ooghoek zag ik iets kleins over mijn kussen kruipen. Dit ben ik inmiddels wel gewend in Azië en ik maakte mij daarom niet al te veel zorgen. Toen ik daarna goed keek, werd duidelijk dat ik mij wel degelijk zorgen moest maken. Ik zat gelijk rechtop in bed en heb als een idioot mijn spullen van het bed gegooid. Bedbugs... Nee, niet nu! Naja, eigenlijk nooit niet. De avond daarvoor had ik er toevallig nog een gesprek over gehad met een meisje in Bali. “Nee, ik heb er gelukkig nog nooit last van gehad.” Zul je net zien... Om er toch even zeker van de te zijn dat ik het goed gezien had, heb ik de hoes van het matras getrokken en met de zaklamp van mijn telefoon op het matras geschenen. Erg lang hoefde ik niet te zoeken, het hele bed was bezaaid met de beestjes en overal zaten bloedvlekken. Gadverdamme! Mijn grote backpack stond gelukkig niet tegen het bed aan, dus deze heb ik gelijk buiten gezet. Ik lag pas een half uurtje in de kamer, waardoor de kans klein was dat mijn spullen al besmet waren. Uit voorzorg heb ik toch alles dat het bed had aangeraakt, grondig doorzocht en uitgeklopt.

Ik ben naar de receptie gelopen om mijn geld terug te vragen, met de verwachting dat ze moeilijk zouden doen. Ik werd gelukkig wél serieus genomen, maar in plaats van mijn geld terug; kreeg ik een ander bed toegewezen. Hier werd ik niet zo blij van, ik zei dat ik het alleen accepteerde wanneer ik eerst het hele bed compleet mocht inspecteren. Tijdens de inspectie was er niets te bekennen, geen beestjes, geen bloedvlekken en het matras zag er schoon uit. Naja vooruit, ik zei dat ik het één nachtje zou proberen. Eenmaal opnieuw geïnstalleerd met Netflix op mijn nieuwe bed, zag ik opnieuw iets kruipen. Ja hoor, daar liep er weer eentje. Hij was fel rood en had duidelijk net gegeten, was de jeuk op mijn rug toch geen illusie... Ik ben gelijk op de scooter gestapt om het eiland rond te rijden, op zoek naar een ander hostel. Dit was nog niet zo eenvoudig, alle hostels zaten vol en de privé kamers waren veel te duur. Na drie uur zoeken werd het donker en besloot ik maar om terug te rijden. Vanuit mijn ooghoek zag ik toen opeens de woorden 'hostel' en 'rooms available' staan. Ik stond boven op mijn rem en zag een compleet nieuw hostel. Het leek vrij luxe, maar het was het proberen waard. Ze waren pas net die dag geopend en ik zou hun eerste gast zijn. Perfect! Het was alvast zeker dat zij geen bedbugs zouden hebben. Ik vroeg of ik de kamer eerst mocht zien, het was namelijk lichtelijk boven budget. Na één blik te hebben geworpen was ik al verkocht; “Shut up and take my money!” Dat is natuurlijk niet wat ik echt zei, maar ik had het eigenlijk moeten zeggen. Een super mooie en gezellige kamer, prachtige stapelbedden met dikke boxspring matrassen en zijden lakens, een warme stortdouche in een super schone en ruime badkamer, airconditioning, gordijnen, nachtlampjes, lockers én het zou een privékamer zijn, gezien ik de enige was. Opgelucht ben ik mijn spullen gaan halen en mijn geld terug gaan vragen. Ik had al een hele speech klaar staan wanneer ze moeilijk zouden doen, het was bijna jammer dat hij het gelijk gaf. Die avond heb ik uitgebreid gedoucht, onder de allerbeste douche van de afgelopen tien maanden. Had deze frustrerende klote dag, toch nog een goed einde gekregen.

Ik had mezelf verteld dat Flores de laatste keer duiken zou zijn, tóch kon ik het niet laten om nog één keertje het diepe in te gaan. Nusa Penida staat namelijk bekend om zijn vele Mantas en de 90% garantie deze te kunnen zien. “Maar je hebt ze toch twee weken geleden nog gezien?!” Ja wel... maar ik wil ze nóg een keer zien. De dive site was mega koud, veel stroming en erg oninteressant, maar een grote groep Mantas zou dat allemaal goed maken. Het meest frustrerende aan het feit dat ik weer eens bij de 'speciale' groep zat, van de overige 10%. Was toen ik aan boord klom en hoorde; “Three Mantas and a big group of dolphins!!! Best dive ever!” Oja, tuurlijk... Ik had het gewoon bij Flores moeten laten en niet altijd weer meer willen. *Note to self* De tweede duik was overigens wel heel tof, het was lekker warm, geen sterke stroming en het koraal was prachtig. Ook zag ik twee grote schildpadden en een – niemand die mij geloofde – mini Manta! Hij was ongeveer één meter breed en zwom wat dieper en schuin onder mij. Er werd mij verteld; dat dit niet mogelijk was en het iets anders moest zijn geweest. Ik weet wat ik zag en volgens mij zijn er geen grenzen in de zee, waarvan de Manta denkt; “Oh wacht. Nee hier kan ik niet komen, want volgens het boekje zwemmen wij hier niet.” Wellicht hadden ze gelijk. But, I want to believe ;)

Tijdens het duiken had ik een meisje leren kennen, waar ik de volgende dag mee doorgebracht heb. We zijn met de scooter naar 'Kelingking Beach' gereden, ook wel bekend als 'T-Rex Viewpoint'. Bij het zien van de rots begrijp je precies waarom het zo heet. Via een gammele houten constructie – die in Nederland absoluut verboden zou zijn – kun je naar beneden klimmen naar het strand. Het is een super mooi strandje, met het meest helder blauwe water dat ik ooit gezien heb. Het eerste dat mij opviel, was dat het strand relatief druk was ten opzichte van de zee. “Waarom zwemt er niemand in de zee?!” Dacht ik nog. Toen ik een blik wierp op de golven, snapte ik waarom. De afloop van het strand naar het water loopt heel schuin, waardoor de golven vanuit het niets opeens heel groot worden. Mijn beredenering; er zijn mensen in het water, dus het is mogelijk. Vol goede moed, rende ik de zee in. Bar slecht getimed, want een golf van drie meter kwam met dezelfde snelheid mijn kant op. *Instant regret*. Ik had geen schijn van kans en besloot er recht in te duiken. Als een sok in de wasmachine, tolde ik door het ruige water heen. Een paar meter verderop werd ik op het strand neergesmeten. Ik wist niet waar onder of boven was en werd volledig gezandstraald. Daarnaast moest ik nog flink mijn best doen, m'n bikini niet te verliezen. “Dit staat morgen geheid op YouTube” Dacht ik lachend, terwijl ik mijn waardigheid bij elkaar raapte. Deze gênante vertoning heeft zich vervolgens nog zo'n vier keer herhaald. Ik zat vast in de branding en werd steeds opnieuw verslagen door de golven. Het werd een principekwestie, ik moest en zou die kutzee in komen! Ik was gelukkig niet de enige, de één na de ander werd onderuit gehaald. Wederom; in Nederland zou je hier absoluut niet mogen zwemmen. Maaaar, het was 't gevecht meer dan waard. Het opvolgende uur heb ik lekker liggen dobberen op de gigantische golven. Dit heeft voornamelijk zo lang geduurd omdat ik er niet uit durfde, want ook dit ging niet zonder slag of stoot. We zijn inmiddels ruim een week verder en het zand zit nog steeds in m'n haar. Tja... je moet er wat voor over hebben, om in dat mooie blauwe water te kunnen zwemmen ;)

De volgende dag ging ik weer naar Bali om vanuit daar terug te vliegen naar Langkawi. Bali voelde als een ware kermis, maar ik wilde er graag nog twee nachtjes verblijven voor het lekkere eten ;) Daarnaast heb ik eindelijk mijn eerst Yogales gevolgd, dit stond ook al maanden op de planning. Ook is Bali goed voor shoppen, dat heb ik dan ook nog maar even meegepakt. Ondanks dat Bali ongelooflijk toeristisch is, de wegen er tering druk zijn en de locals je overal proberen op te lichten, heb ik geen hekel aan het eiland. Bali heeft iets, dat had ik vooraf niet verwacht over deze plek te gaan zeggen. Zo zie je maar weer. Ook Langkawi heeft iets. Iets meer dan drie maanden geleden was ik daar ook al. Het hostel waar ik toen verbleef vond ik zo fijn, een beetje dezelfde vibe als Eco Hostel op Gili Meno. Toen ik Langkawi verliet, werd mij aangeboden; of ik als vrijwilliger in het hostel aan de slag zou willen in ruil voor gratis verblijf. Dit aanbod heb ik destijds niet aangenomen, maar ook niet afgeslagen. Ergens had ik al sterk het vermoeden dat ik ooit terug zou komen. Well, here I am! Het voelde dan ook als thuiskomen :)

Toedeloe!

Foto’s

2 Reacties

  1. Wilfried en Annemarie:
    17 september 2018
    Wat een heerlijk verhaal weer, echt dat Travel gevoel ! Fijn dat we op de gewone maandagmorgen even met je meekunnen :)
  2. John:
    29 september 2018
    Well, now you have put the Jurassic Park theme tune in my head.