Reizen gaat niet altijd over rozen

26 juli 2018 - Gili-eilanden, Indonesië

Vanaf de dag dat er gepraat mocht worden, voelde het allemaal vrij snel weer normaal. Ondanks het gebrek aan communicatie, bouw je toch een band met elkaar op. De meiden waarmee ik al die dagen de dorm had gedeeld, voelden als bekenden aan. Na de meditatie zijn we allemaal naar hetzelfde hostel in Yogyakarta gegaan, een super fijn en gezellig hostel in het midden van het oude centrum. Het hostel was een goede ontspannen thuisbasis, in het midden van de drukke stad. Iedere ochtend kregen we een heerlijk ontbijt en 's avonds werd er voor iedereen gekookt. Het hele hostel zat dan aan de grote lange tafel te eten, kletsen en na afloop spelletjes te spelen. Je had daardoor snel contact met elkaar en je was maar zelden alleen. Vanaf een uur of acht kwamen de slangen tevoorschijn, het hostel was een opvang voor slangen en andere reptielen. Om ze aan veel verschillende mensen te laten wennen (zodat ze geadopteerd kunnen worden) mocht iedereen ze aanraken en om hun nek hangen. Uiteraard voorzichtig en respectvol. Aan het begin vond ik het een beetje zielig, maar de slangen leken het echt prima te vinden. De tweede avond had ook ik er dus twee om mijn nek hangen. Ik moet zeggen dat ik ze stiekem best heel cool vind en snap waarom mensen ze willen hebben.

Samen met de meiden van de meditatie hebben we scooters gehuurd en zijn we de drukke stad ontvlucht. Het huren van de scooters ging niet helemaal van z'n leien dakje. We werden steeds van het kastje naar de muur gestuurd en de best eenvoudige vraag, werd een hele opgave. Op een gegeven moment liepen er drie mannen met ons mee en werden we een klein steegje in geleid. Ik dacht minstens dat we beroofd zouden worden en vertrouwde het voor geen meter. Op zo een moment ga je er toch maar in mee en wacht je het een beetje af. We waren immers met z'n zessen... uiteindelijk werden we toch echt naar een scooterverhuur gebracht. Na nog een half uur onderhandelen over de prijs, reden we eindelijk weg. Yogyakarta is geen rustige stad, lekker scooteren zit er dan ook niet in. Eenmaal in de bergen gingen twee van de drie scooters steeds langzamer rijden, ze trokken het niet om met twee personen op één scooter de berg op te komen. Enkel de mijne was krachtig genoeg, dus heb ik iedere hoge heuvel één voor één iedereen naar boven gereden. Pfff, wat een gedoe zeg. We hadden dus flink wat vertraging opgelopen, waardoor de hele planning in de soep liep. Goed. Eerst maar ergens wat eten, voordat we allemaal ook nog eens 'hangry' werden. Geheel onverwachts een super leuk restaurant gevonden langs de weg, dit maakte onze bui weer helemaal goed. Want; good food, is good mood! Uiteraard weer veel te lang blijven natafelen, waardoor het inmiddels 14.00 uur was en we nog niets gedaan of gezien hadden. De waterval was de eerste stop, we waren verkeerd gereden en kwamen bij de verkeerde waterval uit. “Achja, een waterval is een waterval.” Dachten we. Het was een lichtelijke aanfluiting, maar als je met z'n zessen bent, maakt het niet zoveel uit. Na een verfrissende duik (dat was het zeker, want het was mega koud) zijn we naar een grot gereden. Deze was boven verwachting leuk en we zijn zelfs bijna verdwaald in het donker. Op dat moment moest ik aan de horrorfilm 'The Descent' denken. De film gaat over zes vrouwen die verdwalen in een grot en hier niet levend uitkomen... Geen goede gedachten als je daar rondloopt, maar stiekem wel spannend #adrenalinejunkie. Na de moeizame heenweg, ging ook de terugweg niet zoals gepland. In het drukke verkeer raakten we elkaar kwijt. We hadden allemaal geen internet, dus we konden elkaar niet bereiken. Tja wat doe je dan? Na een half uur wachten was het inmiddels donker. Op hoop van zegen zijn we met een schuldgevoel terug naar het hostel gereden. Daar zaten ze al vrolijk aan tafel “Where did you go?” Enigszins frustrerend, maar ik was blij dat we allemaal heel thuis gekomen waren. Wat een dag weer.

De volgende dag had ik mij samen met twee meiden opgegeven voor een cursus Batik. Batik is typisch Javaanse kunst, waarbij gebruik wordt gemaakt van was en inkt op katoen. Met een speciale pen teken je met was de lijnen op een doek, deze lijnen blijven wit omdat de inkt hier niet in kan trekken. Daarna kleur je de vlakken in en vervolgens spoel je het doek uit en kook je de was eruit. Dit proces kan in één keer met meerdere kleuren, maar ook meerdere keren met meerdere kleuren. We waren die ochtend netjes op tijd bij de aangeven locatie, een half uur later ging de deur echter pas open. De vrouw in kwestie had geen flauw idee waar we het over hadden en we werden ongeveer de deur uitgestuurd. Op straat hebben we iemand gevraagd of we alsjeblieft naar de Batik studio konden bellen. We stonden dus verkeerd en ze vroegen al af waar we bleven. Op tijd komen blijft altijd een dingetje in Azië. Een uur later dan gepland konden we beginnen, waardoor de planning van de rest van de dag wel erg krap werd. Dat was jammer, want had er graag meer tijd voor gehad. Er was niet echt een 'studio' en dus zaten we op straat te werken. Wat overigens juist heel grappig was, want iedereen die voorbij liep was geïnteresseerd. Ik vond het heel leuk om weer eens creatief bezig te zijn en merkte dat ik dit ontzettend gemist had. Batik is overigens niet makkelijk en na deze korte cursus, heb ik alleen maar meer respect gekregen voor de artiesten. Na afloop heb ik van de leraar een schilderij gekocht. Echt super blij mee! Het is katoen en dus kan ik hem gewoon opvouwen en in mijn tas stoppen. Als ik thuis kom kan ik hem wassen en strijken, dat noem ik nog eens handige kunst!

Diezelfde dag stond er ook een vier uur durende spa behandeling op de planning. Het idee kwam zeker niet van mij af en na de behandeling weet ik ook weer waarom. Ik ben gewoon niet zo weg van massages, beautybehandelingen of vreemde mensen die intiem aan me gaan zitten. Nu ben ik ook de moeilijkste niet, het was immers maar 8 euro. Voor 8 euro kun je overigens niet te veel verwachten. Het was er ontzettend druk, dus erg ontspannen voelde het niet aan. Ik had gelukkig wel lol met mezelf, want ik weet natuurlijk helemaal niet hoe zoiets werkt. Na tien minuten werd ik geroepen vanuit de wachtkamer en naar een aparte kamer begeleid. Hier kreeg ik een soort doek in mijn handen geduwd. In een snelle – half Engelse/Indonesische – instructie, werd verteld wat ik hiermee moest doen. Voor ik het wist was ze weer weg en ik begreep er niets van. Iets met kleren uit en op de tafel liggen? Dat klinkt ook best logisch, dus ik deed het maar. Het duurde ruim een kwartier voor ze terug kwam, dat vond ik al niks. Dan lig je daar dus naakt op een tafel onder een doek te wachten. Oh gelukkig, daar was ze weer. Ik had het fout gedaan en het doek moest een kwartslag gedraaid. Valt mee, dacht ik bij mezelf. De massage was wel relaxed, daarna werd ik geolied en gescrubd. Dat was ook wel prima, echter had ik geen idee dat ze mijn borsten en billen ook zo hardhandig zou masseren. Best apart. Daarna moest ik – met het doek om – mee lopen naar een andere kamer. Hier moest ik naakt op een krukje in een houten stomende kist gaan zitten met enkel mijn hoofd eruit. “Dit moet er echt belachelijk uitzien” dacht ik bij mezelf. Toen ik naar rechts keek, zag ik één van de andere meiden zitten. “Hi...” Is alles wat ik kon uitbrengen. We schoten in de lach en besloten dat we elkaar maar niet meer aan moesten kijken. Na 20 minuten stomen werd ik weer opgehaald, nu kreeg ik een gezichtsbehandeling. Ze was nogal hardhandig, dus ik was continue nerveus dat ze mijn neuspiercing eruit zou wrijven. Ik besloot de haarbehandeling daarom over te slaan, ze trekken hier namelijk de haren met bossen uit je hoofd als ze het wassen. Daarom mocht ik een andere behandeling kiezen, een 'traditionele behandeling' was de enige keuze; 'Het laten roken van je vagina'... “Ehm... sure” Even later werd ik opgehaald. Ik kreeg een soort lange rok tot de grond om mijn nek en moest op een houten kist met een gat erin gaan zitten. Daar zat ik dan; naakt onder een doek, op een rokende houten kist, mijn flamoes te roken... Tja, ik weet het niet zo goed met al die spabehandelingen. Erg ontspannen word ik er niet van. Na afloop heb ik daarom even een cappuccino gehaald om ervan bij te komen.

De volgende dag was een productieve (kut)dag, want ik moest allemaal niet leuke en zakelijk dingen regelen. En ik weet stiekem al hoe dat gaat hier, want 'even snel' duurt altijd langer. De avond vooraf ben ik bijvoorbeeld al 3 uur bezig geweest met het boeken van een vliegticket, omdat de internetverbinding te traag was. Ook had ik het Working Holiday Visa (WHV) voor Nieuw Zeeland aangevraagd. Deze konden zij niet goedkeuren, zonder dat ik een röntgenfoto van mijn borst had laten maken. Deze foto was nodig, omdat ik al zo lang in Azië zit en de gezondheidsrisico's hier groter zijn. Na een hoop geregel kon ik een afspraak maken bij het ziekenhuis in Bali. Dit moest dan weer vóór een bepaalde datum gebeuren, omdat de visumaanvraag een strenge deadline had. Echter moest ik eerst nog mijn visum voor Indonesië verlengen in Yogyakarta, want op Bali zou het te lang duren waardoor ik 'overstay' zou moeten betalen. Om dat visum te kunnen verlengen, had ik een vliegticket naar een ander land nodig. Daarvoor moest ik dus uitzoeken waar ik naartoe wilde vliegen. Pfff... Na de Vipassana was mijn hoofd leeg en rustig, maar al snel stroomde hij weer over en was ik weer druk in de weer. Mijn telefoon stond weer bomvol met lijstjes en mijn avonden waren gevuld met uitzoeken en regelen.

Die ochtend moest ik dus langs het immigratiekantoor om mijn visum te verlengen. Dat verlengen scheen nogal een gedoe te zijn, daarom had ik mij goed voorbereid. Vliegticket het land uit, paspoort, kopie paspoort, kopie visum, gepast geld, bedekte kleding, dichte schoenen, het kon gewoon niet fout gaan. Dat ging het gelukkig ook niet, op het ritje er naartoe na dan. In de drukke ochtendspits raakte ik alweer verdwaald op de scooter en met hartkloppingen kwam ik te laat aan bij het kantoor. Lichtelijk vertraagd, maar na anderhalf uur stond ik weer buiten. Over vier dagen mocht ik weer terugkomen om een foto te laten maken, de dag daarna kon ik mijn paspoort met visum ophalen. Wat een gedoe zeg, 3 keer terugkomen voor een visumverlening. Op naar het treinstation. Na Yogyakarta wilde ik de Ijen vulkaan beklimmen, de treinreis hiernaartoe zou al de moeite waard zijn. “Sorry, all sold out” zei het meisje doodleuk toen ik bij de balie stond. “Wat een onzin, die trein gaat over een week pas” Dacht ik. Na wat aandringen over andere opties, kreeg ik een andere vrouw achter de kassa die via een omweg toch nog tickets heeft kunnen regelen. Niet de beste tickets, maar daar kwam ik tijdens de reis pas achter. Op naar het winkelcentrum. Ik had al lang een lijstje in mijn telefoon staan, met allemaal stomme dingen (tandpasta, wattenstaafjes, oordopjes) die ik moest kopen. Wederom 3x fout gereden natuurlijk. Scooter rijden, kaartlezen en zorgen dat je niet doodgereden word, gaan niet samen in Yogyakarta. Autorijden in Nieuw Zeeland word echt een eitje straks. In het winkelcentrum was het weer net zo druk als op de weg. In tegenstelling tot rijden, lopen ze hier wonderbaarlijk langzaam. Mijn geduld was ik op weg naar het treinstation eigenlijk al verloren, dit was dan ook niet bevorderlijk voor mijn humeur. Om 16.30 uur was mijn (korte) 'to do lijstje' eindelijk klaar. In Nederland had je dit in anderhalf uur voor elkaar gekregen, maar hier... Hier duurt altijd alles 3x langer dan gepland. Chagrijnig en met hoofdpijn kwam ik bij het hostel terug, hier kon ik even lekker zeuren en mijn verhaal kwijt. Toen het eten op tafel kwam was ik weer 'zen'. Wat een gezeur om niets eigenlijk. Ik ben en blijf toch wel écht een Nederlander.

Nu alles geregeld was mocht ik de opvolgende dagen weer leuke dingen doen. Zo heb ik meerdere musea, tempels, een viewpoint en het oude centrum bezocht. Het blijft wel echt opvallend dat wanneer je alleen bent, je veel sneller contact maakt met mensen. Tijdens mijn wandeling door de stad, raakte ik aan de praat met een Indonesische man. Hij vertelde van alles over de geschiedenis van Yogyakarta en de Javaanse cultuur. Langzaam veranderde het gesprek in een complete rondleiding door het oude centrum en voor ik hem kon bedanken, was hij weer verdwenen. Ook bij beide musea raakte ik aan de praat met verschillende mensen. Ik vraag mij wel eens af; ben ik zo een kletskous? of trek ik ze aan? Misschien had ik wat in te halen na die tien dagen. Mijn laatste dag heb ik nog een zilverworkshop gedaan, hier heb ik een ring gemaakt. Erg leuk om te doen en een mooie souvenir als aandenken. Deze dag kon ik ook eindelijk mijn paspoort weer ophalen. Na al dat gedoe, verwacht je minstens een gouden sticker met glimmende letters in je paspoort te vinden. Helaas, een simpele blauwe stempel met een handgeschreven datum. Jammer. 

Na Yogyakarta, was het tijd voor de Ijen vulkaan. Een échte 'must see' op Java had ik gelezen. De krater van de vulkaan is gevuld met een turquoise zwavelmeer en 's nachts kun je zelfs blauwe vlammen zien. De treinreis begon erg chill, mijn taxi was zowaar op tijd en ik had een mooi plekje naast het raam gekregen. Er zaten geen schreeuwende kinderen naast mij en het uitzicht over de rijstvelden was prachtig. Na vijf uur moest ik overstappen en toen ging het mis. Doordat de 'economy class' van deze trein was uitverkocht, zat ik in de 'budget class'. Wel goedkoop, maar ik had graag die 2 euro extra betaald... De verrotte en ingezakte banken stonden los in de coupé, waardoor de ruimte tussen de banken erg oneerlijk verdeeld was. Uiteraard kwam mijn stoelnummer uit bij de meest krappe bank, tussen een Indonesische familie met vier kinderen. Het was ontzettend warm en de geuren van poepluiers en zweet waren flink aanwezig. “Achja, het is maar voor zeven uurtjes.” Dacht ik bij mezelf.

Als er iets is dat mij is opgevallen aan Aziatische mensen, is het dat zij werkelijk altijd en overal in iedere houding in slaap kunnen vallen. Zo ook hier, we waren nog geen kwartier verder of de oude man naast mij viel snurkend op mijn schouder in slaap. “Gaat uit m'n aura!” Dacht ik, terwijl ik hem subtiel van me af probeerde te duwen. Na de achtste keer was ik het zat en heb ik hem hard weggeduwd. Dat hielp, want daarna is hij ergens anders gaan zitten. Top, zijn we ook weer vanaf. De eerste twee uur vermaakten de meeste kinderen zich met eten, slapen en uit het raam kijken. Toen sloeg de verveling toe, de één na de andere begon te huilen. Een ander ding dat opvallend is aan Aziatische mensen, is dat het irritatie niveau een stuk hoger ligt dan bij ons. Niemand leek zich ook maar te storen aan de luid schreeuwende – en rond rennende kinderen. Ik probeerde het dan ook maar te negeren en zette mijn MP3 speler vijf standjes harder. “Niet staren, dat is onbeleefd!” Ik heb het Nederlandse moeders vaak tegen hun kinderen horen zeggen. Een les die ze hier overigens niet geleerd hebben. Ongegeneerd wordt je van top tot teen door de hele coupé geobserveerd. “Zijn we er al?” Dacht ik. Nope, nog maar vijf uur te gaan...

Eenmaal aangekomen, moest ik mij weer door de stroom “Taxi?! Taxi?! Miss taxi?!” heen wurmen. Even verderop probeerde ik een taxi te boeken bij Grab, dit lukte alleen niet omdat ze niet in de buurt van het station mogen komen. Een jongen van een booking office vroeg waar ik heen wilde, na het horen van de naam bood hij mij een lift aan. De eigenaar van het hostel was namelijk een goede vriend van hem. Ik was wat sceptisch, maar hij noemde ook zijn naam (wat klopte) en beschreef de locatie. Hij kwam oprecht en niet creepy over, dus ben ik bij hem achterop de scooter geklommen. Onderweg kreeg ik veel leuke tips over de omgeving en ook maakte hij nog een korte stop bij een streetfood kraampje, omdat ik nog niet gegeten had. De mensen zijn hier bijna irritant geïnteresseerd, maar tegelijkertijd zo ontzettend vriendelijk en behulpzaam. Binnen een kwartier waren we bij het hostel, waar bleek dat de twee inderdaad vrienden waren. Ik vroeg “How do you two know each other?” “Oh it's a small town, we all know each other” “How small?” “Oh one million or something.” Ehm... ja, dat is echt een klein dorp inderdaad haha.

Ik had het hostel benaderd, omdat zij zowel slaapplek als de tour naar de vulkaan aanbieden. Ik werd diezelfde avond om 1 uur 's nachts opgehaald, na een kleine powernap was ik er klaar voor. Eenmaal in de auto sloeg het weer om en begon het ontzettend te regenen. De groep in de auto was niet erg spraakzaam, dus was het ook niet erg gezellig. Eenmaal aangekomen, krioelde het van de toeristen en lokale verkopers. Zowel het weer als mijn humeur werden er door de nacht heen niet beter op. Na een half uur was ik iedereen al kwijt en liep ik in mijn eentje, in het donker, met regen en mist, de vulkaan op. “Goed idee man, echt tof die vulkaan! Dit doe Ik echt zoveel liever dan warm in m'n bed liggen.” Op een sarcastische manier hield ik mezelf maar gezelschap. Na twee uur was ik boven, waar ik aan de andere kant weer naar beneden mocht klimmen om het blauwe vuur te zien. Hierbij moet je een gasmasker dragen, omdat de zwavellucht zeer giftig is voor de longen. Eenmaal beneden was er natuurlijk niets te zien door de hoeveelheid mist. Vervolgens werd ik aangevallen door een chemische zwavel stofwolk waardoor ik bijna stikte. Met vergiftigde longen kwam ik hijgend weer boven, hier waaide het heel hard waardoor het super koud was. Op een kluitje zaten we allemaal te wachten op de zonsopgang, die wederom onzichtbaar was door de mist. Teleurgesteld zijn we weer begonnen aan de barre tocht naar beneden. Pfff, één en al teleurstelling deze nacht. Nu kan ik er om lachen, maar op het moment zelf kon je mij beter met rust laten. Om 8.30 uur werd ik weer afgezet bij het hostel. Dat was het beste moment van die nacht/ochtend, eindelijk warm in mijn bedje liggen. Ik had een privé kamer gekregen, waar ik heerlijk tot 14.30 uur heb liggen slapen. De rest van de dag heb ik doorgebracht in een koffietentje, waar ik weer eens drie uur met de eigenaar heb zitten lullen. Er scheen nog best veel te doen te zijn in Banyuwangi, maar ik was er klaar mee en wilde gewoon naar mijn volgende bestemming. Bali

De volgende dag heb ik vroeg de boot gepakt, met de hoop dat ik op tijd aan zou komen. Ik leer het ook eigenlijk nooit he... Alles duurt hier altijd langer dan gepland, wanneer onthoud ik dat toch eens..? Om 10.30 uur was ik op Bali, hier is het een uur later dan op Java (wist ik ook niet). Het verkeer op Bali is werkelijk verschrikkelijk en de drie uur durende rit naar 'Canggu', werden er vijf. De irritatie kon weer gedeeld worden, want ik ontmoette al snel weer een Nederlander. Hij vertelde over zijn fantastische ervaring de afgelopen nacht op de Ijen vulkaan. Prachtige foto's met een blauwe lucht en het turquoise meer. Tuurlijk. We werden bij het busstation gedropt, waar we met veel moeite een taxi konden krijgen voor veel te veel geld. “Naja vooruit maar weer.” Om 17.00 uur was ik eindelijk in mijn hostel, waar ik met twee meiden had afgesproken die ik in Yogyakarta had ontmoet. Het hostel was niet mijn keuze en ik vond hem ook eigenlijk iets te duur. “Naja vooruit maar weer.” Dacht ik wederom. Ze waren nergens te bekennen, om 19.00 uur kreeg ik een berichtje dat ze geen taxi konden krijgen en dus ergens anders verbleven die nacht. Ja, kutzooi. Nu zit ik buiten het centrum, in een duur party hostel dat ik zelf nooit gekozen zou hebben. Geïrriteerd ben ik naar de bar gelopen en heb ik mijn eerste biertje sinds vijf weken besteld. Het was immers Happy Hour en ik vond dat ik dat best verdiend had. Al snel ontmoette ik leuke mensen en bleek het hostel toch stiekem best wel prima te zijn. We zijn die avond naar een leuke bar gegaan, hier was live muziek en midden in de nacht was de voetbalwedstrijd tussen België en Engeland? (geen idee) op groot scherm te zien. Dit interesseert mij bijzonder weinig, maar de sfeer was goed. Toen we na afloop weer eens geen taxi konden krijgen, zijn we maar gaan lopen. Hier werd ik bijna beroofd van mijn telefoon – die ik als zaklamp gebruikte, – door twee travestieten op een scooter. Oké, opletten hier dus... Ik had hem gelukkig goed vast, waardoor hij/zij hem niet te pakken kreeg. De volgende dag bleek dat ik toch meer had gedronken dan ik mij herinnerde. Oja, dit is ook alcohol... Dan merk je weer goed wat een troep het eigenlijk is. Zeker gezien ik zo lang niets gedronken had. Deze dag werd dus weer vergooid met niets doen en chillen bij het zwembad. Wat ook niet verkeerd was, zoveel was er achteraf niet te doen in Canggu. 

De dag daarna ben ik van hostel gewisseld, want een party hostel is echt alleen maar leuk als je wilt feesten. Nuria van de meditatie was ook in Canggu en daarom besloot ik naar haar hostel te komen. Dit was een 'vegan/eco/Buddhist/yoga' guesthouse, het compleet tegenovergestelde van het vorige hostel dus. Ik verwachtte een zweverige bamboehut met allemaal mediterende yoga hippies. Dat was lichtelijk waar, maar misschien ben ik er stiekem ook wel eentje. Dit past in ieder geval een heel stuk beter bij mij, dan dronken Engelsen en Australiërs die midden in de nacht luidruchtig in het zwembad springen. Don't get me wrong, ze zijn super vriendelijk, maar ze hebben niet het buskruit uitgevonden. Samen met Nuria ben ik op de scooter Canggu gaan verkennen, we kwamen erachter dat Canggu maar één enkele tempel en het strand heeft. Verder kun je er lekker eten, leuk uitgaan en goed shoppen. Dat hebben we dan ook allemaal​ maar gedaan. Over dat lekkere eten was niet gelogen, mijn dag budget verdween als sneeuw voor de zon aan smoothie bowls, panini's en frappuccino's. De rest van mijn geld moest ik streng bewaken, om niet alle leuke souvenir en sieradenwinkeltjes leeg te kopen. Zoveel leuke dingen overal! Je wordt er gewoon hebberig van. Ik heb mij overigens keurig ingehouden en enkel een paar oorbellen gekocht. *Trots*

De volgende dag had ik mijn afspraak in het ziekenhuis staan, kon eindelijk mijn NZ visum worden goedgekeurd. Dat blijft dan toch een beetje in je hoofd hangen. Nuria ging gelukkig met mij mee. Het ziekenhuis lag op de weg naar Uluwatu en deze stond ook op de planning, konden we er gelijk een dagje van maken. De wegen op Bali zijn druk, maar dan ook echt druk! Ik keek er dan ook niet naar uit om in mijn eentje te gaan, kaartlezen en een drukke weg gaan namelijk niet zo goed samen. Nuria is echt een local wat betreft scooterrijden, als een pro scheurt ze die kleine straatjes door. Hierdoor waren we ruim op tijd voor mijn afspraak. Ik had nog nooit zoiets gedaan en verwachtte er weer eens meer van dan het daadwerkelijk was. Binnen vijf minuten was het gedaan en konden we weer weg. Die dag zijn we naar het surfplaatsje Uluwatu gereden, echt een heerlijke laid back badplaats met allemaal leuke huizen en eettentjes. Omdat Bali een vulkanisch eiland is, ligt er antraciet zand. Dat is best gek en doet wel onder aan het idee van een tropisch eiland. Deze dag bestond uit; chillen, eten, drinken en zwemmen. Na een zoveelste zonsondergang zijn we 'zen' weer op de scooter gestapt. Hier hebben we de opvolgende twee uur ons leven gewaagd, tussen het – niet normaal – drukke verkeer. Dat belachelijke verkeer verpest Bali voor mij enorm, het relaxte gevoel waren we namelijk beiden binnen vijf minuten weer kwijt.

Na Canggu was het tijd voor Ubud, een klein stadje in het midden van Bali. Ubud staat bekend om zijn tempels, groene natuur, watervallen en apen. Oh god, apen... Nuria ging op de scooter, ik moest helaas met de taxi. Deze kon ik gelukkig delen met 3 andere, wat een hoop geld scheelde. Na anderhalf uur kwamen we aan in Ubud, het was heel anders dan wat ik tot nu toe gezien had van Bali. Allemaal leuke gedetailleerde gebouwtjes, overal groen en hier en daar slingerde inderdaad een aap. Die avond heb ik nog een laatste keer met Nuria gegeten, voordat ik er weer alleen voor stond. Het hostel waar ik verbleef, lag wat uit het centrum en was niet helemaal wat ik had gehoopt. De kamer stonk naar schimmel, er was geen sociale sfeer en toen ik de volgende ochtend wakker werd, was de kamer overstroomd door een gebroken leiding. Ik ben diezelfde ochtend nog verhuisd naar een nieuw hostel, deze was top! Hier ontmoette ik direct een Engelse jongen (Scott) hij ging met zijn twee vrienden naar de 'Monkey Forest'. Ik had bedacht deze over te slaan, maar vooruit maar weer. Dit keer was ik voorbereid en had ik een groot slot aan mijn tas gehangen. Dat was maar goed ook, binnen 10 minuten werd ik belaagd door drie apen die driftig alle ritsen open maakten. Diep gefrustreerd dropen ze af, na het niet kunnen ontcijferen van mijn code slot. Heel even was ik bang dat ze hun frustratie op mijn haar zouden uiten, maar dat bleek een poging tot vlooien te zijn. Even later had ik twee kleine makaken op schoot, eentje speelde met de touwtjes van mijn shirt en de ander ging met z'n kleine handjes door mijn haar. Stiekem waren ze toch wel heel erg schattig, dus wellicht is mijn apen-trauma weer hersteld. De twee vrienden van Scott verbleven in een andere plek, een 'iets luxer hostel' dan ons. Zij hadden en zwembad en vroegen of ik ook mee ging. Ik had niet zoveel plannen die dag, dus ik dacht “Waarom ook niet.” We werden opgehaald door de privé taxi van het hotel en afgezet bij een 5-sterren resort, bovenaan aan een heuvel. Tussen de palmbomen lag een 'infinity pool' met uitzicht over de rijstvelden. Terwijl we in het zwembad lagen ging de zon langzaam onder, de lucht kleurde oranje met enkel silhouetten van palmbomen aan de horizon. Met een grote glimlach op mijn gezicht kon ik alleen maar denken; “Hoe ben ik hier toch weer terecht gekomen?”

De volgende dag hadden we een drukke planning gemaakt, echter had het weer andere plannen. Met bakken kwam het uit de hemel vallen, waardoor onze dag mooi in het water viel. Er zat niets anders op dan bakkies doen en lekker eten. De regen hield langer aan dan gehoopt, waardoor mijn roadtrip naar het Noorden van Bali ook gevaar liep. Vol vertrouwen – plus een poncho, – ben ik op de scooter gestapt. De komende drie dagen was het 'me, myself and my bike', mijn eerste meerdaagse solo roadtrip! Eindelijk kon ik aan de drukte ontsnappen, want ook Ubud is zijn charme wel een beetje verloren door de enorme horde toeristen dat het kleine stadje dagelijks overspoeld. Na een half uur rijden, werden de wegen rustiger en het landschap nóg groener. Met een grote glimlach scheurde ik met mijn scooter over de kleine wegen, dit heb ik inmiddels benoemd tot mijn grootste hobby in Zuidoost Azië. Al snel begon het te regenen en veranderde het mooie uitzicht in een deprimerende grauwe bende. Kutzooi... Teleurgesteld ben ik een restaurant ingevlucht, waar ik een smerige waterige chocolade melk had besteld omdat ik het koud had. Lichtelijk ontmoedigd heb ik mijn poncho aangetrokken en ben ik daarna verder gereden. Het was ontzettend mistig en ik zag niets, tot na een half uur opeens de mist ophield en ik letterlijk de wolk uit reed. Zon, blauwe lucht en minstens acht graden warmer. Geen idee hoe het mogelijk was, maar ik was er blij mee.

Ik ben gestopt voor lunch bij een klein restaurant naast een waterval, hier heb ik super lekker zitten eten. Blij keek ik naar de blauwe lucht, zou m'n roadtrip dan toch nog een succes worden?! Na de lunch wilde ik een kleine hike naar de 'Twin Lakes' doen, op 'Maps Me' zag ik een trap die hiernaartoe liep. Eenmaal bij de ingang, moest ik 100.000 Rupiah (6 euro) betalen. “Haha! Ik ben gekke Henkie niet!” (wellicht zei ik dit letterlijk). Op Maps Me was ook een 'geheime' route aangegeven, dat wilde ik natuurlijk eerst proberen. Dat klopte, er was een klein pad dat via via halverwege bij de trap uitkwam. Iets te enthousiast ben ik het laatste stuk onder het hek door geklommen, ik gleed uit en viel twee meter naar beneden op de stenen trap. Tijdens de val verzwikte ik mijn enkel... Tja, karma. Het deed best zeer, maar ik ging door. Eenmaal bij het meer aangekomen bleek het niet zo boeiend te zijn en ben ik maar weer naar boven gestrompeld. Echt weer een lekkere Malou actie hoor... Ik had die nacht een privékamer in 'Munduk' geboekt. Hij was niet duur, dus ik had mij voorbereid op het ergste. Eenmaal aangekomen werd ik aangenaam verrast, het hotel lag bovenaan een heuvel en keek uit over het stadje. De kamer was schoon en ik had een heerlijk Queensize bed met een klamboe. Dat was weer even genieten na al die dorms met stapelbedden.

Inmiddels was mijn voet bijna te pijnlijk om op te lopen en ben ik die avond naar het dichtstbijzijnde restaurant gegaan om te eten. Het restaurant lag naast mijn hotel en had hetzelfde uitzicht, dat was voordeel 1. Ik keek op de kaart en; “Rode wijn!” Dat was voordeel 2. De laatste keer dat ik wijn had gedronken (lees; hele smerige goedkope meuk) was zeven maanden geleden in Cambodja. Normaal drink ik niet als ik alleen ben, echter dit keer maakte ik een uitzondering. Ik moest immers de pijn in mijn voet verdoven. Hier heb ik ruim twee uur gezeten en gekeken hoe de zon achter de bergen verdween. De volgende dag was mijn voet niet veel beter. Ja shit, ik wilde graag de 'Waterfall Trail' gaan lopen. Had ik nu maar die 100.000 Rupiah betaald... Na het ontbijt leek het beter te gaan en besloot ik één waterval te bezichtigen. Wonder boven wonder, lukte dit vele malen beter dan verwacht. Eenmaal beneden, werd ik al gelijk betrokken in de photoshoot van een Russisch stel. Nee niet als model, maar als fotograaf. “Pfff... Hier heb ik helemaal geen zin in.” Dacht ik. De manier waarop ze beide poseerden, leek wel een grap. De vrouw duwde haar grote neptieten naar voren en haar #fitgirl-kont naar achteren, terwijl haar veel te gebruinde en gespierde vriendje stoer zijn sixpack aanspande. Zuchtend heb ik wat slechte foto's van ze geschoten, deze hebben ze gefrustreerd opnieuw laten maken door een volgende voorbijganger. Het kon mij werkelijk geen reet schelen, wat een heerlijk gevoel. Ik ben dan ook expres achter ze in beeld gaan zitten, haha! Op dit soort momenten heb ik echt lol met mezelf. Ik was overigens de enige die dat grappig vond op het desbetreffende moment.

Na het water(voor)val ben ik langzaam door gereden naar 'Lovina'. Een rustig klein badplaatsje boven in Bali. Bij aankomst werd gelijk duidelijk dat één nacht zeker niet genoeg zou zijn. Wat een heerlijke plek! De rest van de middag heb ik zonnend, zwemmend en schommelend op het strand doorgebracht. Die avond had ik weer mijn best gedaan op een leuke eettentje. Met succes een lokaal, goedkoop en gezellig restaurant gevonden, met veel vegetarische gerechten. Sinds de Vipassana meditatie heb ik besloten helemaal geen vlees meer te eten. Al jaren schommel ik er een beetje tussen en al maanden eet ik zelden nog vlees. Het voelt goed dat ik eindelijk deze beslissing gemaakt heb, ik mis vlees totaal niet en merk hoe makkelijk het is om vegetarisch te eten. Die avond heb ik wederom heerlijk gegeten en merkte ik hoe ontzettend ik genoot van mijn roadtrip in mn eentje. “The best way to pay for a lovely moment is to enjoy it.” Dit was een quote op de menukaart van het restaurant. Het lezen van deze mooie tekst, kon niet beter getimed worden.

De volgende ochtend moest ik vroeg opstaan, ik had mij opgegeven voor de 'Dolphin Watching Tour' tijdens de zonsopgang. Ik wist dat het toeristisch zou worden, maar voor die 6 euro maakte dat ook niet zoveel uit. Het ging mij ook meer om de zonsopgang vanuit een boot op zee, dan om de dolfijnen. Het was inderdaad een grap, om 6.00 uur voeren er zo'n vijftig boten richting de horizon. Ik besloot er maar om te lachen en verwachtte geen enkele dolfijn te gaan zien. Als ik een dolfijn zou zijn, had ik namelijk een andere kust gezocht. De zonsopgang was prachtig en ik vond het de 6 euro nu al waard. Tot mijn verbazing, waren er – zoals beloofd – overal groepen dolfijnen te zien. De één na de andere sprong uit het water. Wanneer dit gebeurde, voeren alle boten met een noodgang op ze af. De arme dieren schrokken zich kapot en vluchtten snel weer de diepte in. Naarmate de tijd verstreek, dropen de meeste boten af. Er bleef nog een klein aantal boten over, waaronder die van mij. Vanaf dat moment lieten de dolfijnen zich veel meer zien en ook bleven de boten rustig op één plek liggen. Het was prachtig en gelukkig toch niet de grap die ik gevreesd had. Na de tour ben ik gaan ontbijten en moest ik mij weer klaar gaan maken voor de tocht terug naar Ubud. Er stond nog één Tempelcomplex op de planning. Nu ben ik niet meer zo tempel gek, maar de Balinese architectuur vind ik erg tof. Het complex was ontzettend gaaf. Allemaal verschillende gebouwen en stijlen door elkaar, plus het grootste voordeel; er was bijna niemand. Op mijn gemakje ben ik langs de gebouwen gelopen en kon ik rustig even ergens zitten of een foto maken, zonder betrokken te worden in andermans shoots. Tevreden heb ik mijn trip naar Ubud voortgezet en tijdens de rit werd ik nog een paar uur vermaakt door het mooie landschap van Bali. Eén ding is zeker; ik heb Bali echt onderschat. Het is hier werkelijk prachtig, je moet alleen even afwijken van de bekende plekjes. Eenmaal terug in Ubud, merkte ik weer wat ik niet gemist had. Wat een drukte. Het liefst ging ik meteen weer weg, maar ik bleef nog één dagje hangen om te shoppen voordat ik naar de Gili's ging. 

Ik had een fast ferry van Bali naar de Gili's geboekt, deze zou er anderhalf uur over doen. Hiermee zou ik om 11.00 uur al op Gili T zijn, ik had m'n bikini al bijna aangetrokken. Echter was er slecht weer opgegeven, waardoor alle fast ferries gecanceld waren en er enkel slow ferries naar Lombok gingen. Deze tocht duurde vijf uur en vanaf daar moest ik twee uur met de bus en dan weer een half uur met de boot om op de Gili's aan te komen. Ik zag het alweer aankomen, dit ging een lange dag worden. Om 6.30 uur zou ik worden opgehaald, dit werd 7.15 uur... 45 kostbare minuten, die ik graag in mijn bed had doorgebracht. Eenmaal bij de haven werd al snel duidelijk dat de dag wellicht nog veel langer zou gaan duren dan verwacht. Het was complete chaos en het zag zwart van de mensen. De ferry zou om 9.00 uur vertrekken, hij vertrok om 11.00 uur. Dit was echter niet de ferry waar ik op zat. De ferry was namelijk al vol toen ik aankwam. Eén voordeel aan situaties als deze, is dat je veel mensen ontmoet. Iedereen zit ten slotte 'in hetzelfde schuitje'. Het wachten was daardoor een stuk minder vervelend en met elkaar kun je lachen om de ontzettend in-efficiënte logistiek van Indonesië.

Om 12.00 uur kwam er weer een ferry, het duurde een eeuwigheid voor deze uitgeladen was. Toen de mensen eenmaal aan boord mochten, ging iedereen als een gek lopen dringen. Met als resultaat, dat ik weer net 'buiten de boot viel'. (badum tusss) Opnieuw stonden we weer met honderden mensen te wachten op de volgende. Deze kwam al vrij snel, maar voer na het uitladen weer leeg weg. Lekker is dat... Om 14.00 uur kwam er weer eentje en kon ook ik aan boord klimmen, om 16.00 uur voeren we eindelijk de haven uit. Zeven uur later dan gepland, maar er zat beweging in. Ik was die dag bijzonder vrolijk en probeerde niet al te geïrriteerd te raken. Hier heb je uiteindelijk alleen maar jezelf mee, daarom besloot ik er maar het beste van te maken. Tijdens het wachten had ik een Australiër (Sam) ontmoet, waar ik de hele dag gezellig mee heb staan kletsen. De tijd ging daardoor veel sneller en we hadden een leuke klik. Het varen was heerlijk, ik hou echt van varen. Het heldere blauwe water, de wind door je haren en het bewegende ritme van de golven. Door de enorme vertraging zaten we tijdens de zonsondergang op de ferry. Het was er weer zo eentje met honderden prachtige kleuren, tijdens het schouwspel zagen we groepen dolfijnen boven de golven uitkomen. Alle narigheid was weer voorbij en vergeten. Of toch niet... Rond 22.00 uur kwamen we eindelijk aan op Lombok. Ik had al bijna een hostel geboekt, want had niet verwacht nog naar de Gili's te kunnen op dat tijdstip. De laatste lokale boot was namelijk een uur geleden al vertrokken en we moesten immers nog twee uur met een lokale bus naar de andere haven toe. De bussen waren van die lekkere gammele koekblikken op wielen en alles dat kapot kon zijn, was dan ook stuk. Gelukkig had ik nog even gewacht met het boeken van een hostel, want er was wél een optie om nog naar de eilanden te komen. Deze kostte alleen nóg een keertje de prijs van de boot ticket. Tja... je roept met z'n alle dat het onzin is omdat je al betaald hebt, maar ze laten je gewoon staan hoor. Ze hadden een speedboot geregeld die in 10 minuten naar de eilanden voer. Voor een extra 12 euro is deze optie toch wel erg verleidelijk als je al bijna 18 uur onderweg bent. Het interesseerde mij niet meer, ik wilde er gewoon zijn nu. Een half uur later, lag ik dan ook heerlijk in mijn bed op Gili T. “Best money I ever spent” dacht ik bij mezelf. 

Toedeloe!

Foto’s

2 Reacties

  1. Wilfried en Annemarie:
    26 juli 2018
    Wat een heerlijk verhaal weer Malou !! Zo begint de dag met een glimlach...Toudelou !
  2. Julia Warmerdam:
    26 juli 2018
    Zwart kun je toch lekker vertellen. Ik zag je helemaal zitten op die kist om je flamous uit te roken. Jammer dat we niet met z'n drieën waren. We zouden in een deuk gelegen hebben. Prachtige foto's ook weer