Zo veranderlijk als het weer...
22 juni 2019 - Wanaka, Nieuw-Zeeland
Het is alweer ruim een half geleden dat ik mijn laatste blog schreef, vaak heb ik geen tijd of geen zin. Dan denk ik; “Stomme kut blog, kost me veel te veel tijd en ik moet nu genieten van het moment.” De volgende dag denk ik; “Ik moet echt weer nodig een blog schrijven, het is zo fijn en ontspannen om mijn ervaringen op te schrijven.” Deze twee gedachten wisselen elkaar irritant veel af, wat dus resulteert in enkele kleine aantekeningen in mijn telefoon en een hoofd dat ontploft van de herinneringen. Ik heb de afgelopen maanden zoveel gedaan, gezien, gevoeld en geleerd. De vraag is dan ook; hoe ga ik zeven maanden in één blog proppen..? Ik weet niet eens waar ik moet beginnen...
Bij het begin dan maar;
Mijn ouders kwamen langs! Ook dat is inmiddels alweer ruim zes maanden geleden... Wellington had ik netjes afgesloten en vol zin en zenuwen vloog ik naar Christchurch. Gespannen zat ik bij de deur te wachten waar zij ieder moment uit konden lopen. Mijn vader (~2 meter) is niet te missen, zijn hoofd was dan ook het eerste dat ik direct herkende. Daarnaast liep mijn – lichtelijk zenuwachtige en nu al emotionele – moeder. Ik rende naar ze toe en moest – kind van mijn moeder – al gelijk huilen. Mijn moeder natuurlijk ook en mijn vader aaide lachend over mijn – weer net getrimde – bol. Na een paar minuten knuffelen, huilen en natuurlijk lachen, was alles alweer vrij snel normaal. Half zoekend naar het autoverhuurbedrijf liepen we druk pratend over het vliegveld. Zoals vanouds was mijn vader alweer tien stappen vooruit, terwijl mijn moeder en ik er achteraan hobbelde. Na wat gedoe, een hoop gewacht en irritatie over de wachttijd, reden we eindelijk in onze huurauto naar het eerste verblijf toe. Als er iets is waar mijn vader goed in is op vakantie, dan is het wel mooie accommodaties uitzoeken. De gehele drie weken hebben we keer op keer op mooie/leuke/bijzondere of luxe plekken geslapen, waardoor het ook voor mij als een echte vakantie op reis voelde. De eerste drie nachten sliepen we in een mooie villa in de buitenwijk van Christchurch, waar we met een ander stel de huiskamer en keuken deelden. Het was heel gek, hoe normaal het was om mijn ouders weer te zien. Ik had de afgelopen dertien maanden zoveel meegemaakt en ik voelde mij een ander mens. Echter nu bij mijn ouders voelde ik mij opeens weer de oude en kleine Malou, alsof al die maanden nooit gebeurd waren. Sowieso voelt mijn tijd in Azië heel ver weg, als een levensechte droom die nooit gebeurd is. Het besef dat dit enkel nog maar in mijn hoofd bestaat, vind ik steeds vaker lastig. De plekken, de mensen, de avonturen, ik zal ze nooit meer zien of herbeleven. Alles is nu achter mij en enkel nog een – steeds vager wordende – herinnering. Dit geldt natuurlijk voor alles in het leven, maar sinds ik op reis ben is dit gevoel versterkt. Dit is de reden dat ik nog steeds mijn blogs wil blijven schrijven, om het allemaal in leven te houden en niet te laten vervagen.
Na maanden lang voor mezelf te hebben gezorgd, had ik opeens weer een vader én moeder die voor mij zorgden. De route, accommodaties, huurauto, eten en natuurlijk goed gezelschap, ik was opeens van alles voorzien. Ik zal niet liegen, dit was heel fijn en makkelijk om aan te wennen. De eerste week hebben we allemaal veel geslapen, mijn ouders hadden een jetlag en ik was nog steeds een hoop aan het verwerken in mijn hoofd. Het weer zat helaas niet helemaal mee. De eerste week hebben we veel regen gehad, waardoor Nieuw Zeeland er niet uitzag zoals op de ansichtkaarten. Vooral mijn vader was best wel teleurgesteld, want die had zich juist zo erg verheugd op die mooie plaatjes van Google. Christchurch was hierdoor extra deprimerend, maar ter compensatie dronken we gewoon een wijntje meer. Het slechte weer deed mij en mijn moeder gelukkig iets minder. We hadden elkaar zoveel te vertellen, dat die extra kop koffie of glas wijn alleen maar als minder schuldig werden ervaren. Naarmate de jetlag langzaam wegtrok, klaarde ook het weer beetje bij beetje op. Eenmaal in Paparoa National Park (mijn favoriet van onze vakantie) hing er een helder blauwe lucht en was het bloedheet. Dat is wel een dingetje in Nieuw Zeeland, zodra de zon schijnt... dan SCHIJNT die ook. Factor 50+ is hier niet alleen voor vampieren bedoelt, maar het standaard smeerseltje van iedere inwoner. Deze flessen komen dan ook in 500ml eenheden en kosten gelukkig maar de helft van wat ze in Nederland kosten. In Paparoa hebben we eindelijk kunnen doen wat we graag wilden; de hele dag naar buiten! We verbleven in een prachtige houten lodge in de jungle, vlakbij de kust. Het park is bekend vanwege de 'Pancake Rocks'; een verzameling van gigantische rotsformaties langs de kust die allen opgebouwd lijken te zijn uit plakken steen. Erg indrukwekkend en bijzonder om deze – nog altijd mysterieuze – natuurlijke creatie in het echt te zien. De omgeving rondom de rotsen is een ware filmset, het deed mij enorm aan Jurassic Park denken. De gigantisch opgestapelde kliffen met een rivier ertussen. Het bijna overdreven groene oerwoud met bomen en planten die ik nog nooit eerder gezien heb. De brede en heldere rivier die uitmondt in de zee met een grote verzameling aan drijfhout op de zandbank. Voor het eerst was ik oprecht onder de indruk van de Nieuw Zeelandse schoonheid, ik had geen idee dat het land zulke diverse en vooral tropische natuur had. In het park hebben we kajaks gehuurd en de brede rivier getrotseerd. Het kajakken zelf ging niet zo vloeiend als gehoopt, maar wat een ongelooflijk mooie omgeving! Na drie mooie zonnige dagen waren we dan ook weer helemaal opgeladen.
Het bekende Abel Tasman National Park was aan de beurt, of zoals mijn vader steeds met een grote grijns zei; “Abel Casman!” (De grap: mijn neefje heet Cas, mijn vader noemt hem Casman) Abel Casman dus ;) Hier hebben we de achtergrond van mijn laptop bezocht (Wharariki Beach) en verschillende wandelingen gemaakt door de indrukwekkende natuur. We verbleven in een super mooi en duurzaam huis van een Zwitsers stel. Zij hadden alles zelf bedacht, ontworpen en gebouwd in de oude Franse en Zwitserse stijl. Sowieso zie ik veel creativiteit in Nieuw Zeeland; veel galeries, kunstobjecten en allerlei bijzondere projecten. Het land zit vol met mogelijkheden en je vindt er de meest bijzondere materialen gewoon voor het oprapen. Zo stuitte we op een galerie genaamd; Lollokiki, opgericht door een Nederlandse man en een Nieuw Zeelandse vrouw. Al ruim acht jaar knutselen zij hier wat aan met allerlei gevonden materialen en objecten. Samen maken ze daar de mooiste dingen van en verkopen deze voor de hoofdprijs. Dit soort verhalen zetten mij aan het denken, want het negen tot vijf kantoorleven klinkt mij niet bepaald meer als muziek in de oren. Deze gedachte houdt mij de laatste tijd veel bezig, vragen als; Wat wil ik doen? Waar wil ik wonen? Wanneer ga ik ergens settelen? Op geen enkele vraag weet ik het antwoord. Wanneer mensen ernaar vragen, geef ik meestal hetzelfde antwoord; “I don't know, I take it day by day and see where I end up”. Wat een bullshit antwoord, want diep van binnen knaagt het wel aan me. Stiekem voel ik toch die Westerse druk; “je bent bijna dertig, dus je hoort nu wel te weten wat je wilt of gaat doen.” Met mijn ouders heb ik hier ook veel over gepraat, zij willen natuurlijk heel graag weten wanneer ik weer naar huis kom. Ik denk vaak aan thuis, maar niet met heimwee. Ik mis uiteraard mijn familie en vrienden en ik heb soms het gevoel dat mensen thuis mij een beetje 'vergeten' zijn. Echter mis ik niet Nederland, maar emigreren naar Nieuw Zeeland is het ook niet. Wat een luxe probleem he... #firstworldproblems
Zo leuk als onze tijd samen, zo niet leuk was het afscheid. We wisten alle drie dat het zou komen, maar dat maakte het niet minder moeilijk. Op het vliegveld in Auckland hebben we nog een laatste drankje gedaan. Hier kreeg ik nog wat wijze woorden van mijn vader te horen, waarin voornamelijk steeds dezelfde boodschap sterk naar voren kwam; “Als je geen zin meer hebt, kun je altijd eerder naar huis komen he?!” Andersom was dit trouwens ook het geval; “Als jij maar gelukkig bent, dan maakt het ons niet uit waar je zit.” Met deze kennis ben ik vervolgens weer in mijn eentje de bus ingestapt. Snikkend en met tranende ogen staarde ik uit het raam. “Ik ben weer alleen...” dacht ik verdrietig. Auckland lag er net zo grauw bij en dus bestond het uitzicht enkel uit grote regendruppels die tegen de ruit sloegen. Het uitzicht interesseerde me ook niet eens, dat had ik niet vaak. Normaal ben ik altijd enthousiast over een nieuwe plek, maar het enige dat ik nu wilde was; douchen, Netflix kijken en chocolade eten. Na een vrij soepele en snelle busrit was ik in het centrum en vijf minuten verwijderd van mijn nieuwe tijdelijke bed. Het hostel dat ik had geboekt was erg fijn, die fout wilde ik natuurlijk – na Wellington – niet weer maken. Het vaste hostel ritueel van; inchecken, kamer + bed zoeken en spullen neerzetten, voelde opeens als een hele zware taak. Zuchtend en vol zelfmedelijden, irriteerde ik mezelf met mijn eigen aanstellerij. Eenmaal onder de douch barstte ik in tranen uit, voor de allereerste keer had ik écht heimwee. Ik wilde niets liever dan samen met mijn ouders mee het vliegtuig in naar Nederland. Ik wist dat dit gevoel tijdelijk was en dat ik mij een week later waarschijnlijk een stuk beter zou voelen. Natuurlijk nog niet wetende wat mij daadwerkelijk allemaal te wachten stond ;) Na een – toch nog bijzonder – goede nachtrust, werd ik uitgerust en met een stuk beter emotionele gesteldheid wakker. “Kom op Malou, je bent in Nieuw Zeeland!” Zei ik motiverend tegen mezelf. Dit hielp een beetje, maar ik was nog erg prikkelbaar. Het was inmiddels één dag voor Kerst, dit voelde nogal raar in de zomer. “Kutkerst...” dacht ik geïrriteerd. Gezien alle supermarkten de volgende dag dicht waren, moest ik vandaag de kerstgekte gaan trotseren met mijn chagrijnige kop. De gedachte alleen al... Eerst maar ontbijten, anders kan ik niet denken. Tijdens het ontbijt raakte ik aan de praat met Taii; een Amerikaanse homo die op een hilarische manier voornamelijk haat zaait over alles en iedereen in de wereld. Taii vroeg of ik de volgende dag ook mee wilde doen met het Kerstdiner in het hostel. Naja vroeg... Hij had zelf natuurlijk een gigantische hekel aan alles Kerst of überhaupt iets met familie. Zijn idee van het diner was voornamelijk zichzelf klem zuipen en vieren dat hij dit jaar ver van zijn familie verwijderd was. Zijn grappige en tegelijkertijd moeizame 'masker', deed mij vooral beseffen dat ik heel erg veel geluk heb met zo een fijne en liefdevolle band met mijn familie. Het hebben van heimwee voelde daardoor opeens als iets heel positiefs.
Het zomerse weer was helaas nergens te bekennen, dit pakte goed uit voor het Kerstdiner. Het hele hostel bleef binnen en de regen zorgde voor een knusse sfeer. Hierdoor heb ik onverwachts een hele gezellige Kerst gehad samen met drie andere meiden. Met elkaar koken, spelletjes spelen, films kijken en wijn drinken. Katrin was één van die meiden, ze was net aangekomen in Auckland en zou de komende drie maanden door Nieuw Zeeland gaan reizen. Om dit plan te kunnen verwezenlijken was zij op zoek naar een auto. Ze had een tweedehands autodealer gevonden op vijf minuten lopen van het hostel. Gezien ik zelf ook opzoek was naar een auto, besloot ik om met haar mee te gaan. Ik zag een kleine gouden Toyota Vitz staan, precies wat ik zocht. Echter twijfelde ik opeens of ik dit wel wilde, het voelde als een grote verantwoordelijkheid waar ik helemaal geen zin in had. Katrin worstelde zichtbaar met dezelfde gevoelens. Na een hoop informatie en verkooppraatjes van de dealer, zag ik de twijfel en wanhoop bij haar toeslaan. “Wanna get a cup of coffee to decide?” Vroeg ik lachend, terwijl ik mijn eigen twijfels subtiel verborg. Opgelucht stemde ze toe. We voelden elkaar vanaf dag één eigenlijk al heel goed aan. Tijdens de koffie vroeg ze naar mijn plannen; “So... are you looking for a job straight away? Or... do you want to travel before that? Mijn antwoord was weer eens hetzelfde “I don't really know what my plans are to be honest...” “Wanna come with me?!?” vroeg ze meteen. “Ehm... Yeah why not, haha?!” Zei ik lichtelijk overdonderd door mijn eigen impulsieve beslissing. “So, I guess you just decided to buy the car then?” “I Guess I did!” “So, I guess you just decided to not get a job then?” “I guess I did!” We schoten in de lach en liepen enthousiast terug naar de autodealer. Door “Ja” te zeggen tegen Katrin, had ik zojuist al mijn ideeën weer eens overboord geflikkerd. Dit is dan ook de reden dat ik dingen niet vooraf plan, het loopt namelijk altijd anders dan je in gedachten had. Nadat we alle kampeerbenodigdheden hadden verzameld, reden we drie dagen later richting 'The Northland' (het stuk boven Auckland). Het was best wennen aan het begin en eenmaal onderweg sloegen de twijfels toe; “Waarom heb ik zo snel ja gezegd?!” “We kennen elkaar niet eens!” “Wat als het helemaal niet werkt?” “Ik had die gouden Toyota moeten kopen die ik op het oog had!” Ik voelde mij hierdoor nogal schuldig naar Katrin toe en echt verbergen kon ik het niet. Het gevoel was erg dubbel, want de rit was prachtig en onze eerste gratis camping was te gek. Ik besloot uiteindelijk om het allemaal los te laten en gewoon te genieten, maar toch bleven er twijfels in mijn hoofd hangen.
Tijdens Oud&Nieuw waren we in 'Paihia' in 'The Bay of Islands', dit zou namelijk DE plek zijn om feestend het nieuwe jaar in te gaan. Dat was het niet... Helemaal opgetut en klaar voor de avond, zaten Katrin en ik met onze flessen wijn op het strand. De sfeer was goed en overal zaten groepjes mensen met muziek en drank. Nadat het vuurwerk was geweest, kwam de politie en kon iedereen zijn drank in het zand gieten. Alle clubs en bars lieten geen mensen meer naar binnen en dus konden we enkel nog terug naar de camping. Net zo teleurgesteld als ons, ontmoette we die avond Pauline en Manon. Twee Fransen meiden die elkaar ook in Nieuw Zeeland hebben ontmoet. We stonden met de auto's naast elkaar op dezelfde camping en de gespreksstarter was dan ook; de mislukte avond. Pratend en lachend hebben we tot 3 uur 's nachts buiten aan de picknicktafel gezeten, waardoor de avond toch niet helemaal gefaald was. De volgende dag namen we afscheid van de meiden, maar ergens had ik sterk het vermoeden dat we ze weer zouden tegenkomen. Katrin en ik deden het rustig aan, ik was stiekem een beetje reismoe en zij ehm... ook (jetlag). We hebben een mooie boottocht gemaakt door de Bay of Islands; dolfijnen gespot en weer wat mooie schelpen gevonden voor mijn inmiddels gigantische verzameling (oeps). We waren een goed team en Katrin voelde precies aan wanneer ik wat tijd voor mezelf nodig had. Nadat we onze camping genoten hadden uitgehoord over waar naartoe te gaan en wat te doen, gingen we nu voor het 'echie' op pad. Na een geslaagde dag wandelen en zwemmen, kwamen we Pauline en Manon tegen bij het 'Coca Cola Lake'. We stonden wederom op dezelfde camping en gezien we allemaal naar het Noorden gingen, besloten we als groepje verder te reizen.
Het ontmoeten van Pauline en Manon heeft een groot verschil gemaakt. Het is namelijk veel leuker om met een groep te reizen. Er is meer gespreksstof, er wordt meer gelachen en iedere activiteit is simpelweg gezelliger. Ook omdat – achteraf gezien – Katrin en ik hele goede reismaatjes waren, maar totaal het tegenovergestelde in persoonlijkheid. Gespreksstof ontbrak wel eens en ook met humor lagen we niet altijd op één lijn. In een groep is dat niet zo belangrijk en werkt het goed, want met elkaar hadden we altijd lol en genoeg onderwerpen om over te praten. Onze roadtrip samen heeft dan ook voor een onvergetelijke tijd gezorgd! Na onze ontmoeting hebben we zes weken lang samen van; het meest noordelijke tot het meest zuidelijke punt van het Noordereiland gereden. Een onderschat deel van Nieuw Zeeland als je het mij vraagt! Echter kreeg de roadtrip al snel een bijzondere wending, want vanaf de eerste dag begon Katrin haar auto tijdens het opstarten gigantisch te roken. Hier hebben we een week mee door The Northland gereden, in de hoop dat het over zou gaan. Het werd helaas alleen maar erger en dus moesten we terug naar de garage. We reden sowieso via Auckland weer terug naar beneden, dus ondanks onze tegenzin zijn we toch maar even langs de dealer gereden. Hier kregen we slecht nieuws; de motor moest vervangen worden... Katrin had geen verzekering genomen, maar de slechte timing was een geluk bij een ongeluk. Had zij namelijk één week later langs gekomen, dan was de garantie vervallen en hadden alle kosten voor haar geweest. Hierdoor kwamen we mooi onder een rekening van 1800 Dollar uit! Helaas duurde het wel drie dagen en onze roadtrip stond daarom even on-hold. Hier werd ik niet vrolijk van... De gedachte dat ik nu drie dagen 'vast' zat in Auckland, omdat de auto van mijn reisgenoot kapot was. Toen Katrin druk bezig was met alles regelen en ondertekenen, had ik wat tijd om rond te lopen. Ik zag dat de kleine gouden Toyota er nog steeds stond, echter was hij nu een stukje goedkoper. 600 Dollar goedkoper om precies te zijn. Zo twijfelachtig als ik kan zijn, zo impulsief ben ik soms ook. Ik besloot een proefrit aan te vragen en Katrin keek me verward aan. “Are you planning on buying a car?!” Achteraf gezien niet zo aardig van mij, maar soms moet je aan jezelf denken. Ik had inmiddels wel gezien dat je in Nieuw Zeeland niet ver komt zonder vervoer, een auto was bijna noodzakelijk. Een uur later zette ik mijn handtekening en was ik in het bezit van – mijn inmiddels vertrouwde – gouden koets. Ofwel 'Goldie'.
Katrin was bang dat onze wegen nu zouden scheiden, wat mij betreft zeker niet en hadden we er enkel meer wielen en ruimte bij gekregen. Gezien we drie dagen moesten wachten op Katrin haar auto, besloten we het bekende 'Couchsurfing' een kans te geven. Na een paar berichten hier en daar hadden we beet; Conrado, een Braziliaanse man die het wel zag zitten om ons van onderdak te voorzien. We pakten de taxi naar zijn huis en werden hartelijk ontvangen. Een eigen kamer, gratis WiFi, douche, pooltafel, projector met groot scherm en een prachtig balkon met uitzicht over de stad. Jackpot! De eerste avond had hij vrienden over de vloer en hebben we hem op Indiaas getrakteerd. De volgende dag was hij naar zijn werk en hebben Katrin en ik uitgebreid geprofiteerd van zijn Netflix account en de beamer. Die avond hebben we voor hem gekookt en zijn we samen half dronken geworden op het balkon. Zijn beroemde 'Big Mac sauce' werd toen tevoorschijn gehaald. Een vreemd goedje in een blikje waar je aan moet ruiken. Naar mijn mening moet je dit vooral niet te vaak doen, want ik was een paar minuten na het ruiken flink de weg kwijt. Ook waren we Conrado opeens kwijt, hij had namelijk uit het niets besloten om naar een Techno feestje te gaan. Hier kwamen we de volgende middag pas achter, toen hij terugkwam en als excuses een Braziliaanse lunch bij zich had. Het was een mafkees, maar wel een ontzettende lieve. Uitgerust en goed gevuld gingen we weer op pad. Katrin haar auto reed weer als een zonnetje en Goldie glom als een zonnetje. Na een flinke rit waren we diezelfde avond weer herenigd met Pauline en Manon in 'The Coromandel' en vanaf dat moment waren we onafscheidelijk!
Onze roadtrip was fantastisch, we hadden ontzettend veel geluk met het mooie weer en waren continue omgeven door de mooiste natuur. Iedere dag maakten we een lange wandeling, bezochten we iets interessants en sliepen we op een andere plek. Om de kosten binnen budget te houden, wisselden we de betaalde campings af met free-camps. Dat was uiteraard ook een spelletje en deel van het avontuur. Zo namen we veelal een duik in het meer, de rivier of een openbaar zwembad, in plaats van ons te wassen onder een normale douch. Iedere dagelijkse bezigheid wordt een avontuurlijke opgave, hierdoor was je de hele dag druk met alledaagse klusjes. Het gebrek aan ruimte speelt hierbij een grote rol. Kamperen is een soort oneindig spelletje Tetris, waarbij je continue bezig bent alle spullen weer in de auto te krijgen. Om er vervolgens achter te komen dat je zonnebrand of bikini nog onderop ligt en je weer opnieuw kunt beginnen... Ook het gebrek aan stromend water is een echte eye-opener. Eventjes je handen wassen is al waterverspilling, iedere druppel telt en je realiseert hoe afhankelijk we zijn geworden van al deze luxe. Ik vond het heerlijk en ontspannen om zo basic te leven en mij enkel bezig te houden met de basisbehoeften. Het besef dat we niet veel nodig hebben en dat dingen als je uiterlijk of dure spullen compleet onbelangrijk worden. We hadden alles wat we nodig hadden en de volledige vrijheid om hier van te genieten. Een zeldzaam iets, in deze drukke wereld. We kampeerden op stranden, in bossen, parkeerplaatsen en langs rivieren. Wandelen in jungles, over bergen, door grotten, langs watervallen en meren. Varen, zwemmen, zandboarden, dansen, drinken en lachen. Van zonsopgang tot zonsondergang speelden we buiten en waren we weer even kind.
De zes weken met de meiden waren geweldig, maar ook best vermoeiend. Niet in de zin van; dat we nou zo ontzettend veel deden, maar het continue samen zijn vond ik soms best een opgave. Ik miste mijn dierbare 'me time', iets dat ik in de afgelopen maanden meer en meer nodig ben gaan hebben. Het alleen reizen heeft mij heel onafhankelijk gemaakt, steeds vaker verkies ik enkel mijn eigen gezelschap boven die van een groep. Een groep is ontzettend leuk en gezellig, maar vergt ook veel geduld. Alles duurt drie keer zo lang en iedere beslissing is een compromis aan verschillende meningen. Dat is veelal niet erg, maar op sommige momenten kostte dit meer energie dan ik wilde. Dan wilde ik gewoon even alleen zijn en zonderde ik mij af om een wandeling te maken, of stond ik eerder op om in mijn eentje van de zonsopgang te genieten. “Wat een oud wijf ben je al aan het worden, Malou” Dacht ik dan lachend bij mezelf. Gelukkig begreep de rest het en lieten ze mij dan ook mijn gang gaan. Vaak kwam ik een uurtje later weer vol energie en blijheid terug van mijn wandeling en liet ik enthousiast een foto zien van iets dat ik onderweg gespot had. Uiteraard ben ik super blij dat ik dit allemaal met Katrin, Pauline en Manon heb kunnen delen, want in mijn eentje had het niet eens half zo leuk geweest. Echter na vier weken merkte ik een beginnende sleur op, de dagen begonnen op elkaar te lijken en mijn energieniveau was laag. Toen we in Wellington aankwamen en we ieder onze eigen weg een beetje gingen, merkte ik hoe fijn ik het vond om mijn eigen dag weer in te delen. Ik ging even langs mijn oude werk, naar de kapper, shoppen, museum, fietsen en had ook nog een yogales in de Bhakti Lounge mee gepakt. Het was tijd om weer alleen verder te gaan had ik besloten. Ik had al een tijdje in mijn hoofd om te gaan 'WWOOF-en' (We Work On Organic Farms). Het idee van WWOOF; is dat je in ruil voor vier of vijf uur per dag werken, bij de familie in huis woont en te eten krijgt. Na een paar uur zoeken had ik de perfecte plek gevonden; Belleview, in het Abel Tasman National Park. Na een uitgebreide mail kreeg ik een enthousiaste reactie terug dat er over twee weken plek voor mij was. Perfect! Echter wilde ik het liefst een week eerder beginnen. Na een tijdje zoeken vond ik nog een andere; Cairnhill Farm bij Clarrie & Syth, in de French Pass. Een ouder stel met een kleine boerderij en zelfvoorzienend huis, toevallig hadden zij precies die week nog een plekje vrij. Ook hier kreeg ik een enthousiaste reactie en dus was ik hierbij de komende drie weken voorzien van onderdak en eten.
Na Nelson was het tijd om afscheid te nemen en richting 'Te Towaka' in de French Pass te rijden. Het afscheid was kort en krachtig, want we waren er allen van overtuigd dat we elkaar ooit weer zouden zien. Het was vreemd om weer alleen te zijn, na al die weken samen. Gek idee ook om de komende week bij een stel in huis te gaan wonen die ik nog nooit had ontmoet. Zoals altijd liet ik het maar weer allemaal op mij afkomen en gebeuren. De rit was alvast fantastisch en eentje die ik anders nooit zou hebben afgelegd. De French Pass ligt boven Nelson, tussen de fjorden en honderden kleine eilanden. Ik wist dat het huis afgelegen lag, maar toen mijn bereik wegviel, het asfalt in een zandweg veranderde en er meer schapen dan huizen waren, besefte ik mij hoe afgelegen Cairnhill daadwerkelijk lag. Na drie uur rijden was ik er eindelijk. Ik stapte de auto uit en het voelde alsof iemand een hele slechte grap had verteld waar niemand om lachte. Enkel het geluid van krekels met hier en daar een “Baahhh” van een verdwaald schaap was te horen. Absolute stilte en rust, het deed bijna pijn. Er kwam een man aangelopen; “You must be Malou?!” Dat moest inderdaad wel, ik kon mij niet voorstellen dat ze veel bezoek kregen. “I'm Clarrie. Come join us please, we are just having our afternoon tea.” Ik reageerde wat verward, al die tijd had ik in mijn hoofd dat Clarrie de vrouw was. Daar zat ik dan opeens aan tafel, bij een stel van rond de zeventig. Waar moet je het in hemelsnaam over gaan hebben. Small talk als; “The drive was very nice.” of erger; “Such nice weather today.” Ja duh Malou... Dat is het al zes weken, daarom vliegen alle bossen in de brand. Zo een geforceerd sollicitatie – of familie (die je al vijf jaar niet gezien hebt) gesprek. Waarbij je alle toeters en bellen uit de kast haalt om die pijnlijke stilte te verbreken. Na een wat stroef begin liet Syth mijn kamer zien; een caravan in de tuin. Te gek! Mijn eigen kamer met een tweepersoonsbed.
Nadat ik mijn nieuwe tijdelijke onderkomen eigen had gemaakt, besloot ik dat het wel zo netjes was alvast mijn hulp aan te bieden om een handje te helpen met iets. Ik kreeg een schep en een emmer in mijn handen geduwd en mocht meelopen naar het kippenhok. “Just scoop all the poop in the bucket.” Chill, ik was nog geen uur binnen en stond al gelijk de kippenstront van de vloer af te bikken. Het was etenstijd, ik was erg benieuwd wat we zouden eten. Ik had specifiek op 'vegetarisch' gezocht, maar had nog nooit zeventigjarige vegetariërs ontmoet. Op hun profiel was te lezen dat zij voornamelijk eten wat ze zelf groeien. Ze hadden een gigantische groentetuin, maar er liepen ook; tien koeien, twee schapen en twintig kippen over het terrein. Ik twijfelde nu wel een beetje of ik wel goed gelezen had, maar besloot het af te wachten. Mochten ze de dieren inderdaad eten, dan wist ik in ieder geval dat ze een goed leven hadden gehad. Het bleek een diervrij gerecht te zijn en het stel had al ruim vijfentwintig jaar geen vlees op. Het eten was de hele week heerlijk, alles vers uit de tuin en iedere dag iets compleet anders. Toen ik vroeg waarom ze zoveel dieren hadden als ze ze niet opeten, was het antwoord; “They keep the grass short and we love their company. It's animal heaven here!” Dat was het zeker, nooit eerder heb ik zulke mooie en gelukkige koeien, kippen of schapen gezien. De schapen waren mijn favoriet; Mavis en Ivan, wat een ontzettend droge dieren. Mocht ik ooit een stuk grasland bezitten, dan wil ik ook een schaap (of twee).
Alle elektriciteit in Cairnhill wordt opgewekt met zonne-energie, ze koken op een ouderwetse houtkachel en de hitte daarvan verwarmt de watertank. Verder groeien zij alle groenten en fruit in de tuin en verkrijgen hun brandhout van de bomen in het weiland. Het idee is perfect, de uitwerking zou nog wel wat aandacht kunnen krijgen. Echt een vakman is Clarrie niet, maar creatief is hij wel. Het zit allemaal nogal houtje-touwtje in elkaar, maar het lijkt te werken. Clarrie bouwt namelijk alles met oude troep van 'de hoop', deze troep ligt dan ook overal rondom het huis. Niets wordt weggegooid en iedere spijker wordt weer recht gebogen en hergebruikt. Dit resulteert in een bij elkaar geraapt – en in elkaar getimmerd – zooitje van random spullen, die hij door de jaren heen verzameld heeft. Ik kon er wel om lachen en hielp hem zonder te vragen mee aan zijn 'projecten'. Samen hebben we onder andere; 1. De waterleiding verlengd. Lees; een plastic pijp door het weiland gelegd waarvan we wat stukken hebben moeten ingraven, zodat de koeien er niet over struikelen. 2. De elektrische omheining gerepareerd. Lees; wat extra stukken staaldraad aan elkaar gedraaid, zodat het kapotte stuk hek gewoon kan blijven staan. 3. Een deur in het kippenhok gemaakt. Lees; een oude deur van een bureau doormidden gezaagd en deze schots en scheef in het hok getimmerd, waardoor er aan alle kanten nog kieren zitten. “As long as the chicks can't get through, it'll do.” Mijn favoriete klus was hout zagen. Eerst was ik wat nerveus voor de kettingzaag, maar na een kwartier was ik niet meer te stoppen. Ik heb de hele dag staan zagen en zag er niet uit, ik zat van top tot teen onder het zaagsel.
Ik was overigens niet alleen en deelde ik mijn caravan met Alexa; een 21-jarig meisje uit Amerika. Een beetje 'typisch Amerikaans' was ze wel, maar haar overdreven enthousiasme vond ik die week wel gezellig. Een beetje kletsen over van alles en roddelen over; het werk, de troep en de projecten die we moesten doen. In de middag waren we vrij en konden we de omgeving verkennen, om er vervolgens achter te komen; dat het naast 'heel mooi' niet veel meer is. Zo besteedde we onze middag meestal aan het nemen van een duik in de zee, om zo de zweterige ochtend van ons af te spoelen. Het was namelijk best hard werken; graven, stenen tillen, bomen zagen, etc. Syth was vooral in de keuken en de tuin te vinden en omdat Clarrie mij had 'geclaimd', kreeg zij Alexa. Hierdoor werd ik met de zware mannentaken opgescheept, terwijl Alexa de plantjes in de tuin mocht water geven. Lichtelijk oneerlijk, maar toen Alexa ook het huis mocht schoonmaken was ik toch wel blij met mijn klusjes. In de avond ging ik vooral alleen op pad, er liepen tientallen wandelroutes door het heuvellandschap en allemaal even mooi. Tevreden over de dag, liep ik lachend de zonsondergang tegemoet; “Wauw, zo mooi en vandaag kostte me niets” dacht ik als een typische Hollander.
Na een week in de middle of nowhere vond ik het wel weer genoeg. Ondanks dat ik echt van stilte, natuur en ruimte houd, was dit wel iets teveel van het goede. Ik keek dan ook uit naar mijn volgende avontuur, mijn tweede WWOOF-ing; 'Belleview' in het Abel Tasman National Park. Belleview is een huis met drie luxe accommodaties ernaast; een appartement, een loft en een cottage. Het is gelegen op een heuvel met fantastisch uitzicht over het Abel Tasman park en Sandy Bay Verder heeft het huis een grote tuin met groente, fruit en kruiden, en een veranda die bijna bezwijkt onder de druiven. Echt een paradijs. Jean-François (JF), een Fransman en de eigenaar is daarnaast ook een fotograaf en pianist. Hij woont inmiddels zeven jaar in Nieuw Zeeland en ziet zichzelf niet snel terug naar Frankrijk verhuizen. Soms ontmoet je op het juiste moment, exact de juiste persoon. JF was dit voor mij en ik dit voor hem. Vanaf het eerste moment klikte het enorm goed. Ik voelde mij direct volledig op mijn gemak en het duurde dan ook niet lang voordat ik mij helemaal thuis voelde in Belleview. De eerste twee dagen deelde ik mijn kamer met Kevin en Will, twee andere WWOOF-ers uit Engeland. Daarnaast kwam Lea – een oude WWOOF-er – drie dagen langs. Met allemaal kon ik het goed vinden en ik vond de levendigheid erg gezellig in het huis. Kort na het afscheid van Lea, hadden ook de Engelse jongens wat abrupt besloten om weg te gaan. Opeens waren we nog maar met zijn tweeën, stiekem vond ik het wel lekker. Het waren aardige gasten hoor, maar wel enorm aanwezig. Ook had ik nu mijn eigen kamer en werd ik niet meer wakker gesnurkt door Will. JF was een beetje bezorgt over mijn eenzaamheid en vroeg of hij actief op zoek moest gaan naar een tweede WWOOF-er. Na een goed gesprek bleek dat we er geen van beiden op zaten te wachten en dus hield JF het andere bed leeg.
Het werk in Belleview bestond voornamelijk uit de accommodaties schoonmaken; keuken boenen, bedden verschonen, alles bijvullen, stofzuigen, etc. Dat klinkt niet heel spannend, maar ik vond het heerlijk. Geen smerige modderklus, zwaar graafwerk of houtje-touwtje prutzooi in elkaar flansen. Nee, gewoon mijn eigen muziek aan en de mooie luxe appartementen opfrissen. Verder hielp ik veel mee in de keuken, ook dit was een feest! De keuken in Belleview is geweldig, elk ingrediënt, iedere kruiden en alle kookbenodigdheden zijn aanwezig. Eindelijk weer een keertje echt koken. Het ontbijt verzorgde JF zelf, de lunch deed Hajo en het diner deed ik of het was een samenwerking. Hajo is de tuinman, en wat voor eentje... Enkel de aanwezigheid van Hajo zorgt voor een bom van positieve energie. Hajo is een Duitser die al meer dan twintig jaar in Nieuw Zeeland woont. Het is een echte hippie, maar hij zou zichzelf nooit zo noemen. Volledig één met de natuur en hij praat letterlijk tegen alle bomen, planten en dieren. Iedere dag komt hij enthousiast binnen met een rugtas vol fruit die hij onderweg heeft geplukt. Zo blij als een kind prijst hij zijn schatten de hemel in, terwijl hij driftig op zoek is naar zijn favoriete mes in de keuken. Al zingend en pratend snijdt hij alles in stukjes en minstens een derde verdwijnt in zijn eigen mond. De rest wordt in een ovenschaal gedaan, waar JF vervolgens een heerlijke 'crumble' van maakt. Hajo verdwijnt vervolgens in de tuin en rent de hele ochtend heen en weer om zowel de tuin als de lunch te verzorgen. Gezien Hajo permacultuur heeft gestudeerd en jarenlang als vegetarische chef heeft gewerkt, weet hij als geen ander wat je allemaal kunt eten en combineren. De lunch was daardoor iedere dag weer een verrassing en een feest!
De middagen had ik wederom vrij en deze vulde ik met strandwandelingen, de omgeving verkennen en mijn vervolgroute plannen. Ook zaten we vaak gezellig van het uitzicht te genieten met een glas wijn, terwijl we diepen gesprekken voerden. Daarnaast heeft JF mij leren schaken, ik heb welgeteld één keer gewonnen... Na mijn eerste week kwam Quentin ons vergezellen, een Franse jongen die ruim een jaar op Antarctica heeft gewerkt. Dit was de voornaamste reden dat JF hem erbij wilde hebben, we waren namelijk erg benieuwd naar zijn verhaal. Quentin is echt een schat en het bewijs dat je niet veel woorden nodig hebt om een band op te bouwen. Zijn Engels was vrij minimaal, maar dat maakte hij goed met zijn glimlach en goede bedoelingen. Aan het begin vond ik het lastig en zelfs irritant dat hij de helft niet begreep, maar na een paar dagen vond ik het vooral grappig en konden we er allemaal om lachen. Zijn werk was goed en hij stond altijd klaar om te helpen. Koken was echter niet zijn sterkste punt, gelukkig vond hij alles lekker. “Is good!” “I like!” Zijn zinnen waren kort, maar krachtig.
Maandag 4 maart zou mijn laatste dag zijn, deze dag zou ik mijn weg verder vervolgen richting het zuiden langs de West Coast. Ik had wat dingen opgeslagen in 'Maps Me', waaronder het 'Oparara Basin'. Een flinke omweg voor enkel een natuurpark, maar de foto's zagen er wel heel erg verleidelijk uit. Echt een duidelijk plan was er nog niet, maar het idee ging de goede kant op. Ik had al mijn kleding gewassen, mijn tas en auto waren opgeruimd en ik had mijn weekend volgepropt met alle dingen die ik nog wilde zien en doen rondom het Abel Tasman park. Echter kreeg het weekend een bijzondere wending...Vrijdagochtend werd mijn gehele planning drastisch overhoop gegooid. Hajo kwam die ochtend wat beteuterd binnen, niets voor hem dus ik vroeg wat er was. Hij zou naar een festival gaan, maar zijn laatste hoop op een lift was net vertrokken. Hij had geen zin om te gaan 'hitchen', dus zat er niets anders op dan het festival over te slaan. Als grapje plakte hij er achteraan; “You are my last and only hope...” Gezien ik stiekem nog op zoek was naar een (Drum 'n Bass / Psy-trance) festival, maar deze hoop al had laten varen. Vroeg ik hem om wat voor soort festival het ging en waar het precies was. Het was een festival met overdag verschillende alternatieve bands en in de avond Drum 'n Bass en Psy-trance. “It's a bit of a drive though, it's next to Karamea which is mostly known for the Oparara Basin. Ik moest lachen. Deze kans mocht ik niet laten lopen. Ik vroeg JF of het goed was dat ik zo abrupt opeens weg zou gaan dat weekend. Hij reageerde vol enthousiasme en keek me vervolgens geschrokken aan en zei “Are you not coming back then?” “I would really like to come back, if that's ok?” “But of course, you can stay as long as you like!” Met deze volledige goedkeuring ging ik Hajo het goede nieuws vertellen. “Let's go to this festival!” Hajo kon alleen maar lachen. In eerste instantie dacht hij dat ik een grapje maakte. Toen hij doordat had dit niet het geval was, kreeg ik een grote knuffel met de woorden; “AWESOME! Let's do this!” Compleet onvoorbereid, met een lekkende tent, een stapel dekens, wat groenten, fruit, kaas, couscous, havermout en chocola, reden we diezelfde middag weg. De tickets kocht ik nog even snel online in de auto, terwijl we langs de supermarkt reden voor wat bier en wijn. Ik had geen enkel idee wat ik kon verwachten, maar zonder verwachtingen kon het ook niet tegenvallen.
Na een fantastisch mooie rit kwamen we aan op het festivalterrein. Een klein grasveld in de middle of nowhere tussen het groen en langs een riviertje. De parkeerplaats was tegelijkertijd ook de camping, we hoefden dus niet met alle zooi te gaan sjouwen. Ideaal. Het maakt niet uit waar ter wereld je bent, een festival heeft altijd dezelfde laid back vibe met allerlei creatieve oplossingen rondom kamperen. Overal gepimpte caravans en busjes, tentendorpen van plastic zeil aan elkaar geplakt en chill-spots van opblaasdieren, kussens en gekleurde lampjes. Ook bij Tidel Creek was dit het geval en ik merkte dat ik dit gemist had. Nadat ik Goldie nog net aan ergens tussen kon proppen, kwamen er twee piepkleine tentjes uit mijn niet veel grotere auto. Ik had een gratis tent bij mijn auto gekregen, veel soeps was het niet maar het was iets. Daarnaast had ik nog een slaapzak en een kussen van tijdens het kamperen in de auto. Van JF kon ik wat dekens lenen, zodat ik 's nachts niet dood zou vriezen en Hajo had een klein gaspitje. Al om al geen luxe, maar het was prima voor drie nachten. We hadden alles net op tijd staan voordat de zon onder ging, het feestje kon beginnen. Gezien Hajo het halve festival kende, werd ik aan allerlei mensen voorgesteld (waarvan ik direct de naam weer ben vergeten). We kregen overal gratis drank en volop te eten, ik had een goed festivalmaatje uitgekozen kwam ik achter. Hierdoor was ik Hajo – de allemansvriend – ook vooral veel kwijt, hem zoeken heb ik vrij snel opgegeven. Als een blij kind in de speeltuin was hij druk met niets, en overal en nergens te bekennen. Ik was dus vooral op mezelf aangewezen, maar gelukkig vind ik dat geen probleem. Beetje dansen, tegen mensen aan lullen bij het kampvuur en rondjes lopen over het terrein. Zodra de zon onderging werd het direct mega koud en vochtig. Dit was goed tegen de zandvliegen, maar verder zag ik er weinig voordeel van in. Ik droeg alles dat ook maar een beetje warm was over elkaar heen en was vooral bij het kampvuur te vinden. De eerste avond hielden we het rustig en lagen we op tijd in de tent. De volgende dag zijn we naar het Oparara Basin gereden. Een lang, hobbelig en kronkelend zandpad door het bos, mijn auto zag er niet meer uit en ik was blij toen we er eindelijk waren. Maar, wauw... Wat een bijzondere plek! Het deed mij heel erg denken aan Gunung Mulu in Borneo, dezelfde oude mysterieuze sfeer. Gedurende de afgelopen tienduizenden jaren is de Oparara rivier aan het werk geweest om het vijfendertig miljoen jaar oude kalkstenen bassin te transformeren tot een intrigerend complex. Een fantastisch bouwwerk van grotten, bogen en kanalen, omringd door een inheems bos met bijzondere bomen, planten en vogels. Doordat het Basin ver uit de route ligt was er – op één ander stel na, – niemand te bekennen. Klimmend en klauterend hebben we de stelsels verkend en de mooiste plek uitgekozen voor een korte snack-break. Helemaal high en vol energie zijn we weer teruggereden naar het festivalterrein, ik ben zo blij dat ik dit heb kunnen zien!
Er hing een hele goede en ontspannen sfeer op het festival, ik besloot daarom de fles wijn open te maken. Ook deze avond en nacht was het weer ontzettend koud, er zat dus niets anders op dan dansen, dansen en nog meer dansen. Dat kwam wel goed, want de muziek was helemaal mijn ding! De hele nacht heb ik mij kostelijk vermaakt op de dansvloer en weer ouderwets een nacht doorgehaald. Dat mis ik wel eens aan thuis. Je kunt hier wel uitgaan, maar de feestjes die ik gewend was zijn zeer zeldzaam. Er hing echter wel een beetje een Zwarte Cross gehalte op het festival, het waren namelijk vooral lokale bezoekers. Wie nog steeds verwacht dat ik met een 'Kiwi' thuis kom, moet ik hierbij teleurstellen (of verblijden). Het merendeel van de Nieuw Zeelandse mannen zijn onverzorgde en lompe boeren met een lichtelijk drankprobleem. Niet erg aantrekkelijk, maar ze zijn wel super vriendelijk en houden van een feestje. Het accent blijft ook wel een dingetje, vooral het noordelijke gedeelte van de West Coast is niet te verstaan. Daar stond ik dan bij het kampvuur, met een groepje bezopen en onverstaanbare boeren. Allen vroegen zich stuk voor stuk af hoe ik in vredesnaam op hun jaarlijkse festival terecht was gekomen. “I'm here with the gardner from my WWOOF-ing” “Huh... your what?” Tja, lekker belangrijk dacht ik. Om ze af te leiden hield ik mijn fles wijn in de lucht “Cheers!” riep ik. Het werkte, zo simpel en toch zo effectief. Ik ben opzoek gegaan naar beter gezelschap en vond al snel een groepje nieuwe vrienden die ik wel kon verstaan. Het was een top avond en nacht, ik ging dan ook pas slapen toen de zon op kwam. Rond 10 uur kwam Hajo – de lieverd die het is – met een ontbijt aan tent(?) aanzetten. Ik barstte van de honger dus het ging erin als zoete koek, oh wacht... dat was het ook ;) Vlak voordat we vanuit Marahau wegreden, had hij nog even snel een crumble in elkaar geflanst. “This shit tastes amazing when you're high” zei hij toen lachend. Dat was dan ook het eerste en gelijk het laatste stuk dat ik gezien heb.
Op maandag zijn we weer terug naar Marahau gereden en daar werd ik letterlijk met open armen door JF ontvangen. Ik wist dat mijn plekje inmiddels was vergeven aan de nieuwe WWOOF-er; Sarah, en hoopte heel erg dat ze er tussen zou passen. “Sarah is so great, she fits perfectly!” fluisterde JF enthousiast in mijn oor, nadat ik Sarah een hand had gegeven. Sarah komt uit Duitsland en was inderdaad 'great', vanaf het eerste moment hadden we een klik. Gezien Sarah nu in 'mijn' bed sliep en Quentin in het andere bed, mocht ik letterlijk couchsurfen. Dit was bedoeld als tijdelijke oplossing, echter was de bank zo comfortabel dat ik er twee weken op gewoond heb. Het was helemaal niet mijn bedoeling of mijn planning om nog zo lang te blijven hangen, maar ik voelde mij zo thuis in Belleview dat ik nog niet weg wilde. Mijn tijd met enkel JF en Hajo was heel fijn, maar nu met Sarah en Quentin erbij voelde het als een tijdelijke familie. We zaten allen op dezelfde golflengte en waren veel thuis, we genoten van elkaars gezelschap, lekker eten, films kijken en interessante gesprekken voeren. In de ochtend waren we allen druk in de weer om de dagelijkse klussen te doen en in de middag trok ik er vaak op uit om langs de tweedehands winkels in Motueka te gaan of een strandwandeling te maken. Op mijn vrije dagen ging ik veel naar 'The Golden Bay', een – wederom – magisch stukje Nieuw Zeeland waar ik maar geen genoeg van kan krijgen. Hier liggen onder andere de beroemde 'Te Waikoropupu Springs', het meest heldere water ter wereld. Hier ben ik samen met JF geweest, hij fotografeert voornamelijk water en dit is zijn favoriete plek. Samen met Sarah ben ik voor de tweede keer naar het 'Wharariki Beach' gereden, weer zo een lekkere naam. Ik was hier al eerder met mijn ouders, maar toen hadden we niet zo mooi weer. Het liefst wilde ik nog een keertje terugkomen wanneer de zon scheen, het strand staat namelijk al twee jaar als achtergrondafbeelding op mijn laptop. Het ligt echter niet om de hoek en zelfs vanaf Marahau is het nog twee uur rijden. We hadden een perfecte dag uitgekozen en het was werkelijk een wereld van verschil met de eerste keer. We waren bijna de enige en hebben de hele dag over het strand gezworven, over rotsen geklommen, zeehonden gespot, yoga gedaan en gezwommen. Wat een ontzettend bijzondere plek!
Helaas moest Quentin plaats maken voor twee nieuwe WWOOF-ers, ik voelde mij wat schuldig dat ik het plekje op de bank al had ingepikt. Als afscheid had Quentin voor ons een Powerpoint presentatie gemaakt over zijn jaar in Antarctica. We bombardeerde hem zo vaak met vragen over het koude continent, dat hij had besloten ze in één keer allemaal te beantwoorden. De presentatie was super indrukwekkend, met foto's waar we allen stinkend jaloers op werden. Zijn werk was onder andere; onderzoekers helpen door baby pinguïns vast te houden, wanneer ze gechipt worden. Wat een droombaan! Een Duits stel kwam voor Quentin in de plaats en de verandering van energie in het huis was direct voelbaar. Niet in een negatieve zin, maar wel opvallend. De familie werd alsmaar groter en het huis steeds voller. We deden veel samen en leken allemaal dezelfde passie voor lekker eten te delen. Rafael, de man van het stel wist veel over vissen en stelde voor om mosselen te gaan verzamelen op het strand. Eigenlijk eet ik geen dieren meer, maar er zijn momenten dat ik een uitzondering maak op vis. Er is een bekende plek op Sandy Bay, waar de Maori's destijds hun mosselen visten. Zodra het eb werd konden we eenvoudig de mosselen van de rotsen afplukken. Echter moest je niet de grootste pakken, maar ook niet de kleinste. Ook was het beter om de mosselen te pakken die nog gedeeltelijk onder water lagen en wilde je geen schelpen hebben die vol zaten met begroeiing van andere schelpen. Er ging heel wat kennis aan vooraf en ik realiseerde mij dat ik werkelijk niets wist over mosselen. Het was heel leuk en leerzaam om op deze manier aan avondeten te komen. Iets dat ooit als heel normaal werd ervaren, voeld nu als een soort nostalgisch dagje uit. Ik ben het door de jaren heen steeds interessanter gaan vinden om de connectie met de herkomst van voedsel terug te krijgen. Deze connectie zijn we naar mijn idee (in de Westerse wereld) kwijt geraakt. Soms schaam ik mij enorm, omdat ik geen enkel idee heb hoe ik groenten of fruit moet verbouwen, een vis moet vangen en bereiden of een simpel vuur kan maken. Er zijn op dat gebied nog heel veel dingen die ik wil leren en Nieuw Zeeland is hier een goed land voor. Veel mensen bouwen hun eigen huis, verbouwen hun eigen voedsel, hebben hun eigen veedieren, en hakken hun eigen hout voor de kachel. Kachel? Ja, de meeste huizen worden nog gewoon via een ouderwetse houtkachel verwarmd. Het land is een interessante mix van modern en dertig jaar terug in de tijd. Daaraan kun je goed merken dat het een afgelegen eiland is. Dat zie je ook terug in de kleding, ze zijn hier niet zo modieus en het interesseert mensen niet zoveel hoe ze eruit zien. Dit is helemaal niet belangrijk en hier wordt je ook niet op afgerekend. Heerlijk vind ik dat! Ik maak mij ook totaal niet druk over hoe ik erbij loop, als het maar comfortabel zit.
Na een fantastische maand in Belleview was het tijd om verder te gaan. Ik heb mezelf echt van de bank af moeten sleuren, want ik had best nog even willen blijven. Echter geloof ik dat het beter is om ergens weg te gaan wanneer je het nog naar je zin hebt, dan wanneer je het gevoel hebt dat je te lang bent blijven hangen. Soms een moeilijke beslissing, maar in mijn ogen was het de juiste. Zodoende reed ik samen met Goldie de horizon tegemoet, op weg naar ons volgende avontuur. Het afscheid van JF, Hajo, Sarah en Belleview was moeilijk en emotioneel. Dit is iets waar ik nooit aan zal gaan wennen, zelfs niet na anderhalf jaar reizen. De connecties die je soms maakt met mensen of plekken zijn zo ontzettend mooi. Ze zijn veelal van korte duur, maar daardoor extra intens en puur. Juist omdat je weet dat het tijdelijk is, neem je het niet voor lief en geniet je van ieder klein moment. Nog vaak denk ik terug aan de prachtige zonsopgangen, die ik iedere ochtend vol bewondering aanschouwde. Aan de fijne en diepe gesprekken met JF, onder het genot van een glas wijn. Aan de heerlijke maaltijden aan de buitentafel, die Hajo voor ons had bereid. Of koken met Sarah, terwijl JF de huiskamer vulde met de mooiste pianostukken van achter zijn grote zwarte vleugel. Het is een bijzonder gevoel om je direct 'thuis' te voelen op een nieuwe plek, met nieuwe mensen waarbij je vanaf het eerste moment jezelf kunt zijn. Dit was Belleview voor mij. Net als mijn tijd op Langkawi en Gili Meno, heeft het een bijzonder plekje in mijn hart gekregen.
In tranen reed ik voor de laatste keer de oprijlaan af, langs de mooie Sandy Bay en over de heuvel. Wederom enkel met mezelf, kende ik niemand en stond ik er alleen voor... Dit gevoel komt mij wel eens mijn neus uit. Met een gezellig muziekje op probeerde ik mezelf wat op te vrolijken. Ik had van Sarah een opbeurend cadeautje gekregen in de vorm van een chocolade reep, deze heb ik bij een mooi uitzichtpunt helemaal naar binnen gepropt. Ik weet niet wat het is met Nieuw Zeeland en Chocolade, maar iedereen lijkt er hier een verslaving voor op te bouwen. Mijn volgende bestemming was Westport. Ik reed op dezelfde weg als dat ik met Hajo naar Tidel Creek had gereden, echter voelde het nu heel anders. Net voor het donker kwam ik aan en moest toen nog boodschappen doen. Ik had welgeteld tien pruimen van Belleview en verder moest ik alles weer opnieuw kopen. Een rip uit je lijf dat boodschappen doen hier, maar dat ben ik inmiddels wel gewend. Een uur later was ik een week-voorraad rijker en 120 Dollar armer. Voor het eerst sinds Auckland, verbleef ik weer in een hostel. Ik hou van hostels, ze doen mij denken aan mijn tijd in Azië. De rumoerigheid, slapen in dorms en iedere dag weer nieuwe mensen ontmoeten. Echter was het hostel half leeg, niemand praatte met elkaar en ik had de zes-persoons dorm voor mij alleen. Een saaie start van mijn roadtrip, al was ik die dag niet het beste gezelschap. Koken vond ik te veel werk en dus zat ik met een opgewarmde diepvries pizza in mijn eentje aan de buitentafel. Dat was wel wennen na al die weken, ik besefte mij dat ik sinds Wellington niet meer zo pauperig en ongezellig had zitten eten. Ik had mij bij deze dan ook voorgenomen dit niet meer te doen en ook voor enkel mezelf uitgebreid te koken. Het plan voor de komende week was om de West Coast af te rijden richting Wanaka. Dit kun je in één lange dag rijden, maar ik wilde er de tijd voor nemen met verschillende tussenstops. Toen ik de volgende dag wakker werd had ik nergens zin in, ik voelde mij eenzaam en het was grijs en nat buiten. Een mix van emoties volgde elkaar die dag op. Zuchtend ben ik opgestaan en aan het maken van mijn zeer gezonde ontbijt van havermout, sojamelk, quinoa, noten en fruit begonnen. Mijn plan was dus al gelijk in werking. Want als er iets is dat ik vanuit Belleview heb meegenomen, dan zijn het wel de gezonde en lekkere maaltijden. Vol bewondering werd ik aangestaard door een stel tieners, die hun verbrande geroosterde boterham met pindakaas stonden te smeren. “That looks healthy.” Zei er eentje sarcastisch. “It is healthy.” Zei ik op een wat cynische toon. Ik was overduidelijk niet in de stemming voor het groepje schoolverlaters. Ik weet niet waarom ik vond dat ik het die dag zo zwaar had, maar op het moment zelf voelde alles als een hoop werk. Die middag heb ik een lange wandeling vanaf de stad naar het strand gemaakt. Deze loopt langs de haven en door een mangrovebos. Erg mooi en verhelderend. Ik heb mezelf tijdens de wandeling weer wat moed ingepraat en een schop onder mijn kont verkocht.
De volgende dag ben ik van Westport naar Greymouth gereden. Onderweg ben ik gestopt bij Cape Foulwind voor een wandeling over de kliffen met uitzicht op de zeehondenkolonie. Hier ben ik lekker uitgewaaid in de rotte vislucht van de harige beestjes. Later kwam ik er achter dat de kaap daar zijn naam aan te denken heeft. Die nacht verbleef ik weer in Greymouth, geen noemenswaardige plaats maar bekend vanwege de oudste bierbrouwerij van Nieuw Zeeland. Hier ben ik die avond een kijkje gaan nemen. Tijdens de tour ontmoette ik Inna uit Duitsland, we konden het direct goed vinden en hebben tot 's avonds laat bier gedronken. Alsof we elkaar al jaren kenden hebben we urenlang over van alles en nog wat gepraat en veel gelachen. Het blijft bijzonder hoe je soms mensen ontmoet waarbij het meteen klikt en je direct jezelf kan zijn. Het tegenovergestelde gebeurd echter ook. Wanneer je mensen ontmoet – die net zo aardig zijn – maar waarbij je je direct onzeker en je niet op je gemak voelt. Is dat je instinkt? Dat je gevoel al gelijk aanvoelt dat dit niet jouw type persoon is? Best handig zo een filter, maar ook wel eens heel onhandig. Soms wil ik namelijk wel graag dat ik het goed kan vinden met iemand. Ondanks dat mijn instinct deze persoon er al genadeloos uitgefilterd heeft. Dit gaat natuurlijk geheid mis daarna. Ik ga mijzelf anders voordoen, zeg de meest random dingen, struikel over woorden en maak slechte grappen. Zuchtend houd ik maar weer mijn mond, totdat ik weer normaal kan doen in mijn ogen. Die onzekerheid ligt nog altijd op de loer, ik kan mij soms door het kleinste gebaar of woord al uit het veld laten slaan. Een bepaalde blik of toon in iemand zijn stem en ik denk alweer dat diegene mij irritant/raar/dom/oninteressant vindt. Vaak is het tegenovergestelde waar en ben ik weer eens veel te kritisch naar mezelf geweest. Ik heb inmiddels wel gemerkt dat wanneer ik goed in mijn vel zit, het mij niet interesseert wat mensen van mij vinden. Dan flap ik lekker alles eruit en maak ik de één na de andere scherpe grap. Dit is mijn favoriete kant van mezelf; die losse, vrolijke en enigszins idiote versie. De Malou die altijd lacht, overal “Ja” op zegt en niet zoveel nadenkt over morgen en leeft in het nu. Steeds vaker ben ik nu de andere versie; de bange, onzekere, besluiteloze en over-analyserende Malou. Dit is mijn minst favoriete versie van mezelf. Het moment dat ik Belleview verliet, voelde ik deze versie omhoog kruipen. Hier was ik al bang voor, want eerlijk is eerlijk. Ik was gewoon reis-moe. Dit toegeven aan mezelf heeft lang geduurd, laat staan het hardop zeggen. Want zeg zou zelf; is 'reis-moe' niet de meest verwende term die je ooit gehoord hebt..?
Ik voelde mij een verwende aansteller en was teleurgesteld, maar mezelf op deze manier straffen helpt niet erg mee. Dat ik zo worstelde met deze gevoelens is natuurlijk ook niet gek, ik was destijds al bijna anderhalf jaar onderweg. Anderhalf jaar zonder eigen plekje, leven uit een tas en continue omringt door vreemden. Dat is hartstikke uitdagend, vermoeiend en ook best stressvol. Ik was ervan overtuigd dat mijn reis-vermoeidheid weg zou trekken als ik niet enkel een paar weken, maar een paar maanden op dezelfde plek zou zitten. Hiervoor had ik Wanaka als nieuwe homebase uitgekozen. Daar wilde ik settelen voor de winter, aan het werk en een eigen kamer vinden. Voor ik dat doel zou bereiken, had nog één enkele stop; Franz Josef. Hier had ik nog wat energie voor bewaard, want ondanks mijn wisselvallige emoties zie ik nog steeds hoe ontzettend mooi Nieuw Zeeland is. Nadat ik mezelf had blij gemaakt met een mooie Jade (Greenstone) ketting, een koelkast magneet en een aantal tweedehands cassettebandjes, reed ik – samen met de passende muziek van André Rieu – de mooie gletsjer plaats binnen. Het zien van al dat schoons bracht een glimlach van oor tot oor op mijn gezicht. Mijn emoties gingen weer eens alle kanten op en ik barstte opeens van de reislust. Ik begreep er niets van, maar de energie was meer dan welkom. De volgende dag ben ik samen met twee Canadezen de Roberts Point track gaan lopen; een fantastisch mooie wandeling steil omhoog door de bossen, klimmen over rotsen, watervallen en hangbruggen, met als eindpunt het uitzicht over de Franz Josef Glacier. Ik was weer mijn favoriete Malou en straalde dit ook uit. Direct ontmoet ik Alex, een Schotse man waar ik gezellig mee heb staan praten. Hij sloot zich aan bij de groep en liep met ons terug naar beneden. Alex en ik besloten dat we wel iets lekkers hadden verdient en hebben een groot stuk cheese-cake met koffie op een terras in de zon gegeten. Ik genoot weer zoals vanouds en snapte niet waar die negatieve emotie vlagen vandaan kwamen.
De volgende dag werd ik wakker met het uitzicht op een overlopende dakgoot uit het raam. Regen zoals ik dat nog nooit gezien had, in bakken kwam het naar beneden. Ik vond het wel knus en heb oubollig pannenkoeken staan bakken voor mezelf. Die middag heb ik films gekeken in de TV room en mezelf volgepropt met allemaal lekkere snacks. Toen kwam het nieuws; “The bridge is gone!” De enige verbinding tussen de West Coast en Wanaka was zojuist even weg gespoeld. Het hele hostel rende als een stel ramptoeristen naar buiten, om de schade met eigen ogen te aanschouwen. Ik was minstens net zo nieuwsgierig en huppelde er vrolijk achteraan. De rivier – die de dag daarvoor vrijwel droog lag – was zo'n zes meter gestegen en stroomde met een razende snelheid voorbij. Bomen, stenen, bruggen en zelfs de kanten, hij nam alles mee en liet een spoor van verwoesting achter. Vol bewondering heb ik staan kijken, daar ging mijn weg naar Wanaka... dacht ik egoïstisch. Vervolgens hebben we twee dagen 'vastgezeten' in Franz Josef. Van beiden kanten waren de wegen gesloten, er waren flinke landverschuivingen en de brug was natuurlijk weg. De sfeer in het hostel deed mij denken aan de dag na de aardbeving op Gili Meno. Het moment dat iedereen in hetzelfde schuitje zit en er maar het beste van maakt. Open haard aan, kaartspelletjes, wijn, films, het was hartstikke gezellig en ik vond het stiekem allemaal niet zo erg. Met deze tijd kon ik mooi een nieuw plan bedenken, want mijn vorige was letterlijk in het water gevallen. De enige weg naar Wanaka was terug naar Greymouth en via de Lewis Pass naar Christchurch → Lake Tekapo → Wanaka. Ofwel; achthonderd kilometer om... Op dat moment kon ik twee dingen doen; ontzettend gaan zitten balen en chagrijnig zijn, of er het beste van maken en Mt Cook ook nog even meepakken. Ik koos voor het tweede en dat was absoluut de juiste keuze! Het was een geluk bij een ongeluk. Zonder de weggespoelde brug had ik waarschijnlijk nooit naar Mt Cook gegaan. Het enige hostel in Mt Cook zit namelijk altijd compleet volgeboekt, maar doordat zoveel mensen hun plan moesten omgooien kwam er plotseling één bed vrij. Ik was content met mijn nieuwe plan en hoopte dat de weg snel weer begaanbaar zou zijn. Toen eenmaal het nieuws arriveerde dat de weg open was, was de gezellige sfeer direct weg. Als een gek stond iedereen op en binnen een half uur was het hostel leeg. Ik keek lachend toe, terwijl ik nog een kopje thee voor mezelf zette. Ook dit deed me denken aan de aardbeving, zodra er weer boten gingen was het eiland half leeg. Ik begrijp die haast nooit zo en was weer eens lekker tegendraads langzaam. Nadat ik het extra traag inpakken van mijn spullen tot een ware kunst had verheven, reed ook ik – twee uur later dan de rest – op mijn dooie gemakje weg. Wederom met André Rieu als gezelschap, had ik de weg voor mij alleen. Het was een heel andere weg dan een paar dagen daarvoor. De rivieren waren drie keer zo hoog en vol met modder, stenen en bomen. De schade was goed zichtbaar, en hier en daar was de weg nog afgezet vanwege landverschuivingen. Wat twee dagen regen al niet kan aanrichten... Wat een zooitje. Voorzichtig reed ik door het post-apocalyptische landschap terug naar Greymouth, waar ik die nacht weer verbleven ben.
De volgende dag moest ik vroeg uit de veren en heb ik zeshonderd kilometer afgelegd tot aan Geraldine. Je rijdt hier gemiddeld zestig kilometer per uur, nooit eerder heb ik zolang gereden en kapot kwam ik aan in mijn – onderweg nog even snel – geboekte hostel. Geheel onverwachts een erg goed hostel, waar ik prima nog een extra nacht had kunnen verblijven. Na een korte stop in het pittoreske Geraldine, heb ik mijn weg verder vervolgd naar de machtige 'Aoraki' (Maori voor cloud piercer) ofwel Mt Cook! Vanaf het moment dat ik het National Park binnen reed, ervoer ik een bepaald magisch gevoel. De weg langs het fel turquoise Pukaki meer met Mt Cook trots op de achtergrond, terwijl de zon langzaam onderging en het landschap verlichtte met een zacht oranje gloed. Lachend, zingend en gillend van geluk zit ik in mijn kleine gouden koets, die momenteel bijzonder goed bij het landschap kleurt. Net op tijd kom ik bij het hostel aan, de zon is onder en het begint direct te vriezen. Het hostel is klein, knus en heerlijk warm. De volgende dag had ik een drukke dag voor mezelf ingepland, ik had namelijk maar één volle dag in het park en ik wilde die goed benutten. Ik ben vroeg opgestaan om mij voor te bereiden op de klim naar de 'Mueller hut', die op 1800 meter hoogte ligt met 360 graden uitzicht over het National Park. Het zou een zeven uur durende return-trip zijn en dus stond ik bij zonsopgang al klaar. Echter was ik twee uur later al boven en vroeg mij af of ik ergens een belangrijke afslag gemist had. Het uitzicht was ongelooflijk mooi en halverwege de terugweg heb ik de allerbeste picknick plek ooit gevonden om mijn lunch op te peuzelen. Aan het begin van de middag stond ik alweer beneden, ik barste nog van de energie en besloot ik er nog een wandeling achteraan te plakken. Ik stuitte op de 'Governors Bush Walk', een wandeling door een inheems bos. Er was niemand en dus genoot ik in mijn eentje van alle kleine vogels die met mij mee vlogen en van tak naar tak hopte. Mijn energie leek niet op te kunnen en dus ging ik nog even door. Vervolgens zag ik een bordje met de 'Red Tarns Track', een 1054 meter hoge klim naar een klein bergmeer. Klonk mooi, en dat was het ook! Zwetend, hijgend en rood aangelopen kwam ik een uur later boven. Een groot natuurlijk balkon vol bloemen en planten, met een klein sfeervol meer in het midden. Het paste eigenlijk helemaal niet bij het bombastische landschap op de achtergrond. Ik was aangenaam verrast, dit was absoluut mijn favoriete wandeling van de dag. Net voor het donker kwam ik weer in het hostel aan, ik had die dag twee bergen beklommen en een inheems bos bewandeld. Beter had ik mijn roadtrip niet af kunnen sluiten! Tevreden ben ik op de bank neergeploft en heb ik met wat andere – de meest bekeken hostel-film van Nieuw Zeeland; – Lord of the Rings gekeken. Naja gekeken, ik ben als een blok in slaap gevallen natuurlijk ;)
De volgende ochtend ben ik dan eindelijk naar Wanaka gereden, het was super mooi weer en ik genoot nog even van mijn laatste paar kilometers op de weg. Het voelde vreemd vertrouwd om het dorpje binnen te rijden. Het was precies zoals ik het mij had voorgesteld, alsof ik hier al eerder geweest was. Ook niet zo gek, ik had er immers zoveel over gehoord en het stond al maanden als mijn winterbestemming op de planning. Maar waarom Wanaka? De eerste keer dat ik van het plaatsje hoorde was via Donna, een meisje dat ik via Hardcore feestjes in Nederland ken. Anderhalf jaar geleden ging ik naar Azië en zij naar Nieuw Zeeland. Omdat het voor ons beiden geheel nieuw was en dus spannend, hebben we een drankje in Haarlem gedaan om te praten over onze plannen. Tijdens het reizen hebben we altijd contact gehouden en al snel was Donna destijds gesetteld in Wanaka. Ze vertelde veel over Wanaka; hoe mooi het er is, de fijne sfeer, de veiligheid, de omgeving, de rust. Ik was dus eigenlijk al verkocht voordat Nieuw Zeeland überhaupt op de planning lag. Eenmaal in het land aangekomen is er vele keren tegen mij gezegd dat Wanaka echt iets voor mij zou zijn. Mijn verwachtingen lagen inmiddels aardig hoog, maar zelfs daarmee heeft Wanaka mij niet teleurgesteld. Direct na aankomst stuur ik Donna een berichtje, dat ik buiten zat bij 'Big Fig' met een koffie en een brownie. “Goede keuze, ze hebben echt super lekkere dingen daar!” Ja, dat had mijn altijd hongerige buik ook wel gezien! Ruim anderhalf jaar later en twintigduizend kilometer verder, zaten we weer samen op een terras. Heel vreemd, maar tegelijkertijd compleet normaal. De opvolgende twee dagen hebben we veel bijgepraat, gewandeld, pannenkoeken gebakken en hoor ik alle handige weetjes over het kleine bergdorpje. Ik was blij, opgelucht en ik voelde dat ik op de juiste plek was beland.
Het 'Wanakabakpaka' hostel (vreselijke naam) was een grote invloed op die emotie en ongetwijfeld mijn favoriete hostel in Nieuw Zeeland. Mijn eerste avond was al direct succesvol. Tijdens het avondeten besloot ik voor mezelf een wijntje in te schenken (dit doe ik eigenlijk nooit in mijn eentje), maar ik zat buiten, de zon ging langzaam onder en ik wilde vieren dat ik eindelijk hier was. Een tafel verderop zaten twee meiden – ook aan de wijn, – gezellig te kletsen en uitbundig te lachen en te gieren. Ik word altijd blij wanneer ik mensen de slappe lach zie of hoor hebben en moet dan zelf ook lachen, ondanks dat ik geen idee heb waar het over gaat. Ze vingen mijn lach op en riepen “Want some more wine?” “Yes! Join us!” riep de andere. Dat sla ik niet af en voor ik het wist piste ik zelf in mijn broek van het lachen. In het hostel ontmoette ik veel leuke mensen en binnen een paar dagen tijd had ik een vriendengroep om mij heen verzameld. Ik heb bijna drie weken in het hostel gewoond en voornamelijk leuke dingen gedaan en de omgeving verkend met Donna en vrienden van het hostel. Helaas kon ik niet overwinteren in Bakpaka en moest ik opzoek naar een kamer. Dat scheen niet zo eenvoudig te zijn, want in de winter komt iedereen – net als ik – naar Queenstown of Wanaka voor het skiseizoen. Zo vastberaden als ik soms kan zijn, heb ik mij diezelfde week nog volledig gestort op het vinden van een leuke kamer. Ik wilde natuurlijk niet in een of ander smerig party huis terecht komen, maar ook niet bij een oude vrouw en haar kat. Stiekem had ik best een hoop eisen; ik wilde mijn eigen kamer, niet te ver van het centrum, maximaal vier mensen, beetje rond mijn leeftijd, interesse in outdoor activiteiten, parkeerplaats voor Goldie, voldoende daglicht in huis, niet te koud, huiselijke inrichting en een huisdier zou leuk zijn. “Haha! Good luck...” Werd mij verteld. Alle Wanaka Facebook pagina's stonden al vol met mensen die opzoek waren, ik moest er dus tussenuit springen. Ik heb daarom een hele middag besteed aan het maken van DE perfecte Facebook post om mezelf te verkopen. Goede foto, leuk verhaaltje en een gif animatie over mezelf. Na anderhalf uur, kreeg ik welgeteld één like (van Donna) Pfff... zoveel werk, voor zo weinig reactie... In de opvolgende tien dagen reageerde ik op de één na de andere advertentie, ben ik naar verschillende bezichtigingen geweest, heb ik met Makelaars gebeld over de mogelijkheden van een huis huren en bij andere hostels geïnformeerd over long-term stay. Echter was het gewoon niet wat ik zocht. Ik werd een beetje moedeloos van de hele zoektocht, maar ik kon het niet naast mij neerleggen. Hierdoor vergat ik te genieten en was ik vooral gestrest en bezorgd. Ik begon weer aan alles te twijfelen en vroeg mij af of Wanaka wel echt de juiste keuze was. Donna stelde mij gerust met dat het echt wel goed kwam en ik even geduld moest hebben. Na een paar dagen kreeg ik opeens een berichtje van Monique en Kayleigh;
Hi! I just saw you were looking for a room in Wanaka. Have you found one yet? My girlfriend and I (and our puppy and kitten), have just been approved for a place so are looking for some housemates. Let me know if you could be interested and we could meet!
Het klonk perfect, en dat was het ook! De week daarop had ik een bezichtiging en een paar dagen later sliep ik in mijn eigen kamer. Inmiddels zijn we twee maanden verder en ben ik helemaal gesetteld, het huis is alles wat ik wilde, mijn huisgenoten zijn super chill en zowel de hond als de kat love me! Voor de zoveelste keer heb ik mezelf weer onnodig erg druk gemaakt over iets dat – achteraf gezien – helemaal niet had gehoeven. Met het vinden van werk was ik iets minder ambitieus. Ik had mijn CV bij een aantal plekken afgegeven, maar heb er vervolgens nooit meer achteraan gebeld om te vragen of ze interesse zouden hebben. Stiekem wilde ik ook gewoon niet werken. Ik herinnerde mij namelijk maar al te goed hoe ik mij die eerste twee weken in Wellington had gevoeld. Daar was ik toen zo vastberaden om werk te vinden, dat ik op mijn derde dag in het land al een fulltime baan als serveerster te pakken had. Ik was amper gewend aan de gigantische omslag van Azië naar Nieuw Zeeland, laat staan het klimaat. Om 7 uur kon ik beginnen; rillend van de kou klom ik met honderd procent tegenzin mijn bed uit, om de opvolgende acht uur de poten uit mijn lijf te rennen voor 18 Dollar per uur. Die abrupte omslag wilde ik niet weer maken en dus nam ik wat ruimer de tijd voor het vinden van verplichting op de vroege ochtend. Nu is Nieuw Zeeland niet goedkoop, dat is geen geheim. Echter is Wanaka nog een stukje prijziger. Ik zag mijn – al aardig in elkaar gestorte – bankrekening, in rap tempo nog verder naar beneden kelderen. Op dat moment bood Donna aan een sollicitatiegesprek bij haar baas voor mij aan te vragen. Donna werkte als kamermeisje en schoonmaakster bij de 'Te Wanaka Lodge'. Ze had het al eerder aangeboden, maar toen was ik niet erg geïnteresseerd. Om heel eerlijk te zijn, vond ik housekeeping te laag. Naarmate de weken voorbij gingen, werd het aanbod steeds interessanter. Ik had een afspraak met Jo, een hele aardige vrouw van in de vijftig die de baas is over het schoonmaakteam. Tijdens het gesprek zei ze; “Let's be honest, it's a shitty job for a shitty salary. But we have a fun group, you can wear whatever you like and play your own music all day.” Dat klonk best wel prima eigenlijk. Na het gesprek mocht ik mijn gegevens en een belastingformulier invullen. Hieruit begreep ik dan ook dat ik de baan had en ik kon gelijk beginnen. Een huis en een baan, opeens was alles geregeld.
De twee grote veranderingen volgenden elkaar direct op en in twee dagen ging ik van; hostel naar huis en van werkloos naar werknemer. Het was erg wennen om opeens bij wildvreemden in huis te wonen en te bedenken dat dit nu 'thuis' is. De enige keer dat ik dat ervaren heb was vijf jaar geleden in Vancouver, waar ik toen vier maanden bij een oudere vrouw in huis heb gewoond. Het is niet zoals een hostel of een WWOOF-ing waar je 'te gast' bent, je neemt opeens deel uit van het huishouden en de huishoudelijke taken. Aan het begin wilde ik bijna vragen of ik mocht douchen en vroeg ik mij af of ik zomaar de wasmachine mocht gebruiken. Daar kan ik nu om lachen en – na het leren kennen van mijn mega sarcastische huisgenoot Kayleigh – ben ik blij dat ik deze vragen nooit daadwerkelijk gesteld heb. Daar zou ze mij nu nog steeds mee gepest hebben. Ook het werk was wennen en mijn eerste week was verschrikkelijk. Vanwege de Pasen was het mega druk en hadden we amper tijd om te lunchen. Het werk was zwaar en vermoeiend, en door de drukte kreeg ik weinig tot geen uitleg. Op mijn derde dag was ik al klaar mee, ik begreep niet wat Donna leuk vond aan haar baan. Ik voelde mij schuldig tegenover haar, maar dit ging ik niet een half jaar volhouden had ik besloten. Echter was het laagseizoen aangebroken en even snel iets anders vinden was niet eenvoudig. Ook thuis voelde ik mij niet zoals gehoopt, ik was eenzaam en had het idee dat mijn huisgenoten mij maar raar vonden. Als ik thuis kwam van werk, plofte ik uitgeput op de bank en kreeg ik een opbeurende lik over mijn wang van Kai (hond) en knuffels van Luther (kat). Ik had alles wat ik wilde, maar het voelde niet zoals ik hoopte. Vaak ging ik 's avonds weer naar mijn vrienden in het hostel; wijn drinken, kaartspelletjes spelen en de gezelligheid opzoeken. Ook dit voelde niet als een oplossing, want hoe langer ik bij Bakpaka weg was, hoe minder ik mij welkom of betrokken voelde. “Wil ik naar huis?” is de vraag die ik mezelf destijds veel stelde. Ik had er geen antwoord op, want thuis was ook maar thuis. Het voelde zonde om nu op te geven, dit visum krijg ik maar één keer in mijn leven. Deze verspillen omdat ik mij even niet zo goed voel? Ik wist het allemaal niet meer en zat soms stiekem op vliegtickets naar huis te zoeken. Wanneer ik weer een leuke dag had met vrienden, of ik een mooie wandeling of fietstocht maakte, verdwenen mijn twijfels weer als sneeuw voor de zon. “Naar huis? Je bent gek!” Dacht ik dan. “Kijk eens om je heen, je woont in Nieuw Zeeland!”
Deze wisselvallige buien hebben ongeveer een maand aangehouden, maar opeens was het weg. Ik verlang totaal niet meer terug naar het hostel en kom nog maar zelden over de vloer. Sterker nog, ik zou niet eens meer terug willen. Ik ben veel te blij met mijn eigen kamer, Kai & Luther en het knusse huis. Ook heb ik nu een super leuke band met mijn huisgenoten, waardoor thuiskomen na werk altijd gezellig is. Daarnaast is het skiseizoen eindelijk aangebroken en ben ik iedere vrije dag op de piste te vinden. De grootste omschakeling is overigens mijn werk. De eerste twee weken vond ik verschrikkelijk, maar inmiddels zie ik er juist alleen maar de voordelen van in. Ik mag dragen wat ik wil, de hele dag muziek luisteren, we hebben een super gezellig team, het werk is een betaalde work-out en de werktijden zijn flexibel en enkel overdag. Het werk is een combinatie van kamermeisje en schoonmaakster. De lodge zelf heeft maar dertien kamers, hier werken we in de ochtend. Het echte werk zit hem in de huizen die verspreid liggen door Wanaka. We rijden de hele middag van hot naar her om deze schoon te maken. Het zijn stuk voor stuk hele mooie appartementen met een aardig prijskaartje. Iedere dag zitten we dan ook decadent te lunchen in één van de huizen, terwijl we van 'The Million Dollar view' genieten. De verandering van mijn gevoel is overigens niet een verandering in realiteit, alles is namelijk nog precies hetzelfde. Het verschil zit hem in hoe ik de dingen zie. Het was een eenvoudige realisatie die ik had tijdens een wandeling door de bergen. Ik was samen met een vriend in een diep gesprek over wat we graag zouden willen in de toekomst, over onze twijfels in het heden en onze besluiteloosheid met keuzes. Opeens stond hij stil, keek naar het uitzicht en zei; “Every day I try to stand still and focus on what's now.” Ik deed hetzelfde en moest lachen; de ironie was bijna pijnlijk... Al mijn eindeloze gepieker van al die tijd deed er helemaal niet toe. Het was alsof de wind al mijn twijfels, angsten en onzekerheid weg waaide en enkel een tevreden en voldaan gevoel achterliet. Sinds dat moment is er een soort omschakeling in mijn hoofd gekomen, ik heb mijn focus verlegd. Waar ik voorheen keek naar de nadelen, in het verleden zat of mij druk maakte over de toekomst. Kijk ik nu naar de voordelen, geniet ik van Wanaka en laat ik de toekomst aan de tijd over. Het heeft dan ook eventjes geduurd, maar eindelijk ben ik thuis!
Geniet nog maar lekker van je mooie leven. Wij genieten met je mee En al die foto’s, echt mooi
Het voeld weer net als dat we weer bij je zijn.
Ik zie wel weer hoe een mooi nieuw zeeland toch is.
Jammer dat het zo ver weg
Nou nog een paar maanden snowboorden en dan gaan we je hopelijk weer zien.
Geniet nog maar Effe meissie
Kus ruud
Je reis is een baan, organiseren en daarnaast genieten. Je mag best weer even je blog uitstellen maar geen 7 maanden hoor !! Kijk weer uit naar de volgende, groetjes en liefs uit Schotland....
Ik heb even de tijd genomen om deze zondagmiddag (7-7-19) je blog te lezen en je foto's te bekijken. Veel van wat je schrijft over je innerlijke conflicten en de levensvragen van waarom je doet wat je doet en waar dit op uit zal draaien herken ik zo goed. Ook de geluksmomenten dat je dingen meemaakt die zo bijzonder en uniek zijn dat je dat voor geen goud zou willen missen. De drang om het op te schrijven omdat je het anders gaat vergeten. Inderdaad zal je dingen vergeten omdat herinneringen de neiging hebben om te vervagen. Wat je echter nooit zal vergeten is het feit dat je deze reis gemaakt hebt, dat je jezelf hebt leren kennen op zielsniveau met alle ups en downs. Dat Malou zul je nooit vergeten en zal je altijd als een waardevol geschenk aan jezelf meedragen. Mijn reis naar India is meer dan dertig jaar geleden maar nog altijd pluk ik daar de vruchten van. Het heeft mij in de kern geraakt en veranderd. Dat zie ik ook bij jou gebeuren. Je inzicht naar aanleiding van de opmerking van je vriend over hoe je dingen kunt zien en ervaren is zo'n wijze les. "Het verschil zit hem in hoe ik de dingen zie." is een les voor het leven. Ik wens je nog een hele fijne en leerzame tijd toe.
Dankje pap :) Het is zeker een mooi land, inderdaad jammer dat het zover weg is. Even op en neer gaat niet makkelijk! Die paar maanden snowboarden heb ik inmiddels weer verlengd haha, maar volgende zomer kom ik écht terug
Dankjewel Annemarie, wat een super lief bericht! Haha, m'n reis is soms wel een fulltime baan ja, maar wel een droombaan! Ik zal m'n blog niet weer versloffen, er komt snel weer een nieuwe aan ;)
Dag Cor,
Dankjewel voor je mooie bericht. Wat lief dat je daar de tijd voor hebt genomen en leuk dat je jezelf herkent in wat ik omschrijf. Het opschrijven is een fijne manier van reflecteren, ik probeer hier dan ook zo eerlijk mogelijk in te zijn en ook de minder leuke dingen uit te lichten. Dat ik sommige dingen zal vergeten is niet zo gek, maar deze reis zal ik inderdaad nooit gaan vergeten. Het heeft mij absoluut veranderd, maar diep van binnen denk ik juist dat ik eindelijk ben wie ik altijd al was. Hopelijk lukt het mij om dit vast te houden, wanneer ik weer terug in Nederland ben.