Vaarwellington

1 december 2018 - Wellington, Nieuw-Zeeland

Mijn laatste dagen waren aangebroken, nog een klein weekje in Kuala Lumpur en dan zat mijn Azië avontuur er op. Mijn laatste week stond in het teken van shoppen, ik had eigenlijk alles nodig; broek, vest, trui, jas, sjaal, muts, schoenen, sokken, ondergoed, bh en wat nieuwe shirtjes. Dit kon ik nog maar beter even hier halen, gezien Kuala Lumpur bekend staat om zijn vele en vooral gigantische winkelcentra. Per dag kon ik dan ook maar 1 winkelcentrum (goed) bekijken. Als ik dit snel deed, dan duurde dit alsnog gemiddeld 3 uur. Het is werkelijk niet normaal wat voor complexen ze hier hebben neergezet. De 'Time Square Mall' heeft zelfs een heel pretpark met achtbaan op de bovenste verdieping zitten. Sowieso staat Azië bekend om zijn extravagante malls. Neem ook een trui mee, want de airco staat minstens op standje Nieuw Zeeland. Kon ik mooi alvast wennen. Vijf dagen en vijf winkelcentra later, had ik alles dat ik nodig had. Daarnaast woog mijn tas inmiddels de maximale hoeveelheid die ik mee mocht nemen, dus er mocht niets meer bij. Voor het eerst sinds maanden was ik weer echt zenuwachtig, mijn laatste dag zat ik daardoor geen seconde stil. Ik had twee leuke Nederlandse meiden ontmoet in het hostel, hier heb ik nog een hele gezellige laatste dag mee gehad. Die avond ging mijn vlucht om 23.40 uur, echt een rottijd maar daardoor de goedkoopste natuurlijk. Het deed best een beetje pijn om het continent te verlaten, ik had er zoveel mooie herinneringen liggen. Ditzelfde gevoel zal ik hoogstwaarschijnlijk volgend jaar weer hebben. Ik hoop het, want in dat geval ga ik hier een mooie tijd tegemoet. Voor nu had ik eerst nog een lange weg om er te komen; de eerste vlucht duurde 8,5 uur, de tweede 3 uur en de laatste een uurtje. Gelukkig zat ik tijdens alle drie de vluchten bij het raam en heb ik mij prima vermaakt met het uitzicht. Als een klein kind tijdens pakjesavond, zat ik – razend enthousiast – rechtop mijn stoel bij het zien van het groene heuvelachtige Auckland. “IK BEN IN NIEUW ZEELAND!!!” Het moment dat ik Nieuw Zeeland binnen vloog en het prachtige landschap zag, ging er een heel raar gevoel door mij heen. Het leek zo onrealistisch, echt een droom die uitkwam. Weer vloog ik in mijn eentje naar een onbekend continent, om daar opnieuw een heel jaar te reizen, wonen en werken. Hoe, waar en wat? Alles wederom onbekend. Exact dezelfde gevoelens had ik vorig jaar ook. De dag dat ik in Bangkok landde, ik herinner het mij als de dag van gisteren. Destijds kon ik mij onmogelijk een voorstelling maken van alles dat komen ging, dat is nu weer het geval. Een heerlijke mix van zenuwen, spanning, nieuwsgierigheid en enthousiasme.

In Auckland had ik enkel een overstap en omdat ik de vluchten apart van elkaar geboekt had, moest ik zelf mijn tas opnieuw inchecken. Mijn volgende vlucht ging van een andere terminal, hiervoor moest ik naar buiten en 20 minuten lopen. Mijn uitgekomen droom, veranderde gelijk in een voelbare realiteit. Het eerste dat mij namelijk opviel toen ik buiten kwam... KOUD!!! Het was rond de 14 graden, met een stevige wind. Ik merkte toen ook pas goed, hoe mijn haardos mijn hoofd altijd warm hield. Met blauw aangelopen lippen, een snotneus en een hoop zelfmedelijden, liep ik naar de andere terminal. Nee, ik was nog niet zo weg van mijn nieuwe bestemming. Rillend van de kou, heb ik een troost maaltijd bij de Mac Donalds gehaald. Voornamelijk omdat dit het enige betaalbare voer was en ik barstte van de honger. De opvolgende 2 uur heb ik rillend rondjes gelopen om het wat warmer te krijgen, zonder succes. Knikkebollend zat ik vervolgens bij de gate te wachten, ik was kapot en in staat om staand in slaap te vallen. De laatste vlucht heb ik dan ook slapend doorgebracht, wederom verkleumd van de kou. Het was waarschijnlijk 20 graden in het vliegtuig, maar mijn lichaam had het sinds Vietnam niet meer kouder dan 27 gevoeld. Met de woorden “Ladies and gentlemen, welcome to Wellington” werd ik wakker. Mijn woonplaats voor de komende zes weken. Mijn enthousiasme stond inmiddels op een wat lager pitje, ik moest mijn energie sparen voor de laatste kilometers naar mijn eerste Nieuw Zeelandse bed.

Ik had voor de eerste drie nachten een hostel geboekt, via Agoda had ik een mooie deal gevonden voor 15 dollar per nacht. De gemiddelde prijs voor een dorm in Nieuw Zeeland is 25 dollar, hier heb je in Azië een eigen kamer met badkamer voor... maar dat terzijde. Ik was dus duidelijk nog in de 'cheap-skate' modus, maar wellicht had ik iets minder gierig moeten zijn. De taxi chauffeur keek me bezorgd aan toen ik de naam van het hostel zei. Hij waarschuwde dat ik mijn paspoort en waardevolle spullen maar goed moest opbergen. Lekker begin dus weer. Inmiddels ben ik niet meer zo snel uit het veld te slaan, dus met goede moed liep ik naar binnen. Een groot pand, erg oud en vervallen pand. Het meisje van de receptie was heel aardig en gaf me de sleutel van mijn kamer. Om er te komen moest ik eerst een vreemde – naar zweetvoeten stinkende – halflege ruimte door. Een groepje van vijf mannen zaten hier – terwijl ze ieder een halve krat bier leeg dronken – gedateerde videospelletjes te spelen. Mijn dorm was al donker en rijkelijk gevuld met luid gesnurk uit iedere hoek. Dit was het moment dat ik dacht; “Malou, jij fucking gierige stomme trut dat je bent...” Zuchtend accepteerde ik de situatie en heb ik mijn tas neergezet. Alle beneden bedden waren uiteraard bezet en dus moest ik met een hoop gekraak en gepiep een bovenbed inklimmen. Eenmaal gedoucht, pyjama aan, tanden gepoetst en onder de warme dekens, ging ik mijn to-do lijstje voor de volgende dag af. Nummer 1: Een andere slaapplek zoeken...

De volgende ochtend werd ik alweer vroeg wakker, ik had het koud en moest plassen. Dat tweede was nogal een missie, dit is dan ook mijn grootste irritatie aan bovenin slapen. Eenmaal voltooid had ik honger, ook dit was nu opeens een hele opgave geworden. Hiervoor moest ik eerst naar de supermarkt, want een 2 euro maaltijd op de hoek van de straat was nu verleden tijd. Ook de; 'je bed uitstappen, slippers aan en gaan methode' was niet meer van toepassing. Nee, ik moest mij daadwerkelijk 'warm' aankleden; lange broek, trui, sokken, schoenen, sjaal, jas. Een half uur later was ik eindelijk klaar om de kou te trotseren (lees; 18 graden...) De supermarkt was alweer een avontuur op zich. Ik werd razend enthousiast van alle producten die ik opeens weer kon eten. Bruin brood, kaas, groenten, yoghurt en echte pure chocolade. Deze euforie was maar van korte duur na het zien van de prijzen. Het bedrag waar ik in Azië een heerlijke lokale maaltijd inclusief fruitshake voor haalde, heb ik nu enkel een halve bloemkool. In Nederland zocht ik altijd een leuk recept op, om vervolgens de ingrediënten te gaan halen. Hier doe ik het andersom, ik haal wat goedkoop is en zoek vervolgens op hoe ik daarmee een maaltijd kan fabriceren. De eerste dag kwam ik nog niet zo ver, 1 broccoli voor $1,79 (score!) en een pakje instant noodles voor $0,60. Toch gewoon voor mijn Aziatische budget een diner bij elkaar gekregen. Een uur later liep ik met – enkel de essentiële dingen – de supermarkt uit. Het hele 'eten koken' is een verantwoordelijkheid op zich en een grote zorg erbij in je hoofd. Je moet al je spullen goed bij elkaar houden, labelen en bewaken, anders is het weg. Zo stonden er meerdere mensen te klagen bij de receptie, want er was blijkbaar een avocado dief actief in het hostel. Ik begrijp de ophef overigens goed, die krengen kosten hier 3 dollar. “Als ze maar van mijn broccoli afblijven!” Ik werd al boos bij de gedachte.

Het hostel was niet echt een 'hostel' zoals ik deze gewend ben. In Nieuw Zeeland wonen veel alleenstaanden of immigranten in hostels, omdat een huurhuis simpelweg te duur is. Dit was dus zo een plek... Ik deelde mijn kamer met een Maleisische 65-plusser, een aantal Chinezen, een man uit Somalië en een Engelsman die overduidelijk niet het buskruit had uitgevonden. Ook in de gezamenlijke woonkamer kreeg ik eerder het idee dat ik mij in een opvangcentrum bevond, dan in een backpackers accommodatie. Tussen wat Chinese oude vrouwtjes smeerde ik stilletjes mijn boterham met pindakaas, terwijl er twee oude mannen ruzie aan het maken waren over de afstandsbediening van de TV. Nee, dit was niet helemaal wat ik in mijn hoofd had... Des te meer motivatie had ik dan ook om iets anders te gaan zoeken. Dit was trouwens bijzonder snel gelukt, want diezelfde middag had ik al iets nieuws gevonden. Ik had een goedkope kamer gevonden, midden in het centrum van Wellington in het 'St George Hotel: Long-term Student & Backpacker Accommodation'. Sounds too good to be true? Ja, maar daar kwam ik later pas achter. Die avond bleek het hostel ook jongeren mensen te hebben, iedereen was overdag simpelweg aan het werk. De sfeer was eigenlijk best heel gezellig, ik was dus weer eens te snel geweest met mijn oordeel. Ondanks dat het toch allemaal wel meeviel, stond mijn besluit om te verhuizen vast. St George zou geweldig worden! Daar was ik heilig van overtuigd.

Eenmaal ingetrokken in mijn nieuwe stek, kwam ik er al snel achter dat de St. George niet veel beter was. Sterker nog, deze plek was nog veel erger... Gelukkig had ik een leuke kamergenoot, Georgia uit Engeland. 'Georgia in St. George' Ik heb er destijds geen grap over gemaakt toen ze zich voorstelde. Daar was het wellicht te vroeg voor, in onze nog prille vriendschap. Ze had net als ik de Working Holiday Visa en was pas een week in Nieuw Zeeland. Ook zij was nogal teleurgesteld in de realiteit van de 'longterm student & backpacker accommodation'. Deze gedeelde haat voor het pand vormde dan ook direct een stabiele basis voor onze vriendschap. De kamer was overigens prima. Wel wat gedateerd met hier en daar een gebruiksaanwijzing, maar daar is aan te wennen. Zo sluiten de ramen niet goed, dus wanneer het buiten waait, dan waait het binnen ook. Ook is het pand erg gehorig en de rokersruimte van het hele complex is uitgerekend naast ons raam. Georgia slaat dan ook vaak keihard op het raam midden in de nacht, met als resultaat dat de opvolgende 5 minuten wat stiller zijn. Een ander dingetje is de lift, de schacht ervan is naast onze kamer. De eerste twee nachten had ik het idee dat ze op de etage boven ons met stoelen aan het sjouwen waren. Ik begon mij geïrriteerd af te vragen waar ze na 2 dagen nog steeds mee aan het schuiven waren, totdat het doordrong dat dit het geluid van de on-geoliede liftkabels waren. Deze realisatie uitte ik hardop tegen Georgia, waarna zij in de lach schoot en toegaf precies dezelfde gedachte te hebben gehad de eerste paar nachten. Een ander mooi moment was mijn eerste douche. Na het ervaren van tientallen verschillende douches in Azië, had ik al een bepaalde verwachting bij enkel het uiterlijk van deze douche. Het was zo een veel te klein en donker hokje, waar je amper je kont in kunt keren. Ik dacht; “Het zal wel weer zo een 'aai-douche' zijn, met zo´n een miezerig zacht kutstraaltje.” Na het zien van de kraan was ik in de war; enkel 1 draaiknop met de woorden: cold, warm, hot en off. Toen ik nietsvermoedend zachtjes aan de knop draaide, schrok ik mij kapot. Een agressieve straal met de sterkte van een brandslang, zorgde ervoor dat m'n tepels bijna door het doucheputje spoelde. Half in paniek – gecombineerd met de slappe lach, – heb ik de knop snel weer teruggedraaid. Dat had ik niet aan zien komen, wat een geweld. De douche was niet verstelbaar en iedere temperatuur had maar 1 stand; 'KNEITER HARD'. Dat douchen kon wel een dagje wachten dacht ik. Eenmaal terug in de kamer, vroeg ik Georgia of ik iets verkeerd deed. Ze keek me met grote ogen aan en schreeuwde; “OMG! My nipples were soar for an hour!” Lag dus niet aan mij.

Ondanks de mankementen van onze kamer, is het nog altijd veruit de beste plek van het pand. Er heerst nogal een vreemde sfeer in het complex. De gezamenlijke ruimte heeft iets weg van de huiskamer van een verzorgingstehuis of daklozenopvang. Zo een negatief beladen plek, waarvan je je afvraagt of de slapende man op de bank überhaupt nog leeft. Op dat soort momenten besef je dat de maatschappij overduidelijk nog steeds in klassen is verdeeld en dat ik in een hele rijke en liefdevolle 'bubbel' ben opgegroeid. Zo sprak ik op het balkon een man die ruim 7 jaar op straat had gewoond, nadat hij was vrijgekomen en nu voor het eerste sinds jaren weer binnen sliep. Hier was hij overduidelijk nog niet echt aan gewend, want ik kon hem van 3 meter afstand ruiken. Ook zie ik veel eenzame oudere mannen, die aan hun gezicht te zien jarenlang iets te diep in het glaasje hebben gekeken en daardoor alles kwijt zijn geraakt. Verder wonen er veel immigranten uit India en de Filipijnen, dit zijn de 'normale' mensen die proberen hier een toekomst op te bouwen. Even later ontmoette ik Larissa, vrouw die 24/7 dronken lijkt en er vreselijk ongezond uit ziet. Vaak hoorde ik haar 's nachts op het balkon schreeuwen naar voetgangers op straat of haar verknipte verleden rondbazuinen aan vreemden, die enkel even een sigaretje op het balkon kwamen roken. Je zou oprecht een reality show kunnen maken van de St. George, Larissa zou dan zeker weten de ster van de show zijn.

Georgia en ik noemen haar 'The Crazy Lady' en moeten stiekem vaak heel hard om haar lachen. Niet omdat ze nou zo grappig is, maar puur uit ongeloof hoe zulke mensen kunnen bestaan. Ze is een 'Aboriginal' uit Australië en echt niet normaal dik. Haar abnormale onderbuik hangt bijna tot haar knieën, die enkel nog uit kuilen – in haar worstachtige korte benen – bestaan. Verder heeft ze gigantische borsten en kijkt ze je glazig aan met haar grote bruine ogen, terwijl ze moeizaam door de gangen waggelt. Zou 'Jabba the Hutt' een vrouw zoeken, dan zou zij de ideale kandidaat hiervoor zijn. Haar uiterlijk is moeilijk te negeren, echter is het haar stem waar we ons kostelijk mee vermaken. Doordat onze kamer naast het rokers-balkon ligt en het nogal gehorig is, kunnen we alle gesprekken die daar plaatsvinden moeiteloos volgen. Larissa zit vaak op het balkon om sigaretten te bedelen en praat tegen iedereen die deze ruimte durft te trotseren. Ken je de film 'Monsters Inc.'? (tuurlijk ken je die) Hoofdkarakter 'Mike' (groen rond monstertje) heeft een vriendinnetje 'Celia Mae' (die met slangen als haar). Haar stem!!! Die schorre hese, maar toch ook aanstekelijke stem. “My little googly bear!” Toen ik Georgia deze vergelijking liet horen, viel ze bijna op de grond van het lachen. “OMG! Yes, that's exactly her!” Stel je deze stem voor, die altijd op de achtergrond is te horen vanaf het balkon. Die met een gigantisch ghetto-accent dingen zegt als; “Hi, how r u? Can u spare a ciggy fo me?” Of *Linking Park met het nummer; 'Numb' speelt in de achtergrond* “This song remins me of tha last time I try ta kill maself” Of “When I was 13, I use to steal drugs every day n get all fucked up HAHA!” Wanneer ze weer eens aan het opscheppen is over haar – bijna ongeloofwaardig slechte – jeugd, volgt er altijd een harde enge lach. Zo een lach die je zou kunnen opnemen om vervolgens te gebruiken tijdens de 'Fright Nights' in Walibi. Die lach het 't em. Aan het begin keken Georgia en ik elkaar geïrriteerd aan, wanneer ze weer eens luidruchtig zat te lachen, zingen, vertellen of schreeuwen. Inmiddels missen we haar als ze er niet is, ze is deel geworden van onze toch wel bijzondere St. George ervaring.

Kort na mijn verhuizing ontmoette ik ook Thijmen, een Nederlandse jongen die een paar maanden stage loopt in Wellington. Thijmen was – naar mijn weten – naast Georgia, de enige normale persoon in het pand. We raakten aan de praat op het balkon en konden het gelijk goed met elkaar vinden. Hij vroeg of ik de volgende dag zin had om mee te gaan naar de 'Bhakti Lounge'; een yoga en meditatie centrum, waar je bij iedere yoga of meditatieles altijd een veganistisch diner krijgt na afloop. Echt vrienden had ik nog niet gemaakt, dus ik ging graag mee. De volgende dag zijn we eerst een kop koffie gaan drinken, voordat we ons in de spirituele en zweverige omgeving van de Bhakti Lounge zouden begeven. Zondags is er muziek meditatie en houden ze 'inspirational talks', de lezing vond ik wel interessant, maar de muziek meditatie was even wennen. Ik heb het oprecht meerdere malen geprobeerd, maar met een grote groep mensen op de grond “Hare Krishna” zitten zingen, is toch niet helemaal mijn ding. Het diner na afloop maakte dit weer helemaal goed, voor een donatie van maar 10 dollar (~ 5,50 euro) krijg je een super lekkere verse maaltijd inclusief toetje! Drie keer raden waar ik iedere week minstens twee keer te vinden was ;) Dat kwam goed uit, want de keuken van de St George is al net zo een ramp. Er ligt welgeteld 1 mes, wat borden en een aantal verrotte pannen waarvan de antiaanbaklaag volledig is verpietert. Alle bewoners van het pand hebben allemaal hun eigen spullen. Daar kun je onmogelijk omheen, want overal is met grote zwarte stift een naam op geschreven. Hoogstwaarschijnlijk is de helft ooit uit de keuken gepikt, waardoor er nu dus niets meer over is. Mijn kookwens werd hiermee wel erg onmogelijk gemaakt, daarnaast wilde ik ook niet langer dan nodig in de keuken aanwezig zijn. Deze teleurstelling heeft mij dan ook extra veel motivatie gegeven om zo min mogelijk 'thuis' te zijn. Ik had bedacht dat ik bij een restaurant moest gaan werken, een restaurant met gezond eten die mij zouden voorzien van minstens 1 maaltijd per shift.

Diezelfde dag ben ik naar de copyshop gegaan, daar heb ik mijn CV tien keer geprint en langs verschillende restaurants en lunchrooms gebracht. Door een klein restaurant genaamd 'Lido' werd ik direct teruggebeld. “Of ik nog in de stad was”, want zij hadden interesse en ik kon gelijk op een sollicitatiegesprek komen. Na een gesprek van 5 minuten, werd ik gevraagd om de volgende dag een 'trial' te doen. Lichtelijk overdonderd door het snelle succes van mijn net bedachte plan, zei ik enthousiast ja. De volgende dag werd ik nerveus wakker, ik had al bijna een jaar niet gewerkt en was alweer drie jaar weg bij het pannenkoekenhuis in Rotterdam. Zo gemotiveerd als ik was met mijn CV verspreiden, zo ongemotiveerd was ik nu met de consequenties ervan. Zuchtend heb ik mezelf uit bed getrokken en m'n beste gezicht opgezet, want met zo een houding zou ik natuurlijk niet aan een baan komen. De trial ging goed en de twee uurtjes vlogen voorbij, voornamelijk omdat het een heel druk restaurant is. Het is vrij klein, maar daardoor juist zo succesvol. Het is heel sfeervol, mooi gelegen in het centrum, ze hebben hele goede koffie (score!) en de menukaart is gezond en uniek. Ik had in een opwelling eigenlijk een bijzonder leuk restaurant uitgekozen. Na twee uurtjes mocht ik weer gaan, ik zou die avond te horen krijgen of ik terug mocht komen. Na de trial was ik blij, maar die emotie sloeg al snel over in een negatief gevoel. De plek was veel te leuk en de eigenaar had echt hart voor de zaak. Ik zocht namelijk enkel een 'simpel baantje' voor de komende zes weken. Op 1 december komen mijn ouders langs en reizen we samen drie weken door Nieuw Zeeland. Of ik daarna weer terug naar Wellington kom, is niet zeker en ze achteraf de waarheid vertellen durfde ik niet. Stiekem hoopte ik daarom op een afwijzing. Het werd echter “ja” met uitroepteken. Ik mocht de volgende dag langskomen om mijn contract te komen tekenen en kon die dag daarna gelijk aan de slag. In paniek heb ik mijn moeder gebeld, “Wat moet ik doen mam!?” “Ik kan ze toch niet voorliegen?!” Ik besloot het toch wel te doen en daarna met een – nog veel grotere – leugen weg te gaan. Achteraf gezien had ik het allemaal heel anders aan moeten pakken en ben dan ook niet trots op mijn leugen. Met een grote 'neppe' glimlach en een nog groter 'echt' schuldgevoel, heb ik het contract getekend. Ik had toch gewoon werk nodig voor de komende zes weken...

De eerste week heb ik mijzelf meteen verdronken in klusjes, dit had ik wellicht wat rustiger aan kunnen doen. Op dag 1 heb ik boodschappen gedaan, het centrum verkent en een nieuwe woonruimte geregeld. Op dag 2 heb ik een simkaart gekocht, een bankrekening geopend en mijn vorige blog geschreven. Op dag 3 ben ik verhuisd, heb ik mijn CV geprint en langs gebracht, een sollicitatiegesprek gehad en een trial binnen gesleept. Op dag 4 was mijn trial en de volgende ochtend (dag 5) had ik een full-time baan. Die ontspannen 'Asia spirit' had ik overduidelijk nog in Langkawi laten liggen... Ik besloot de vijfde dag dan ook eindelijk wat leuks te gaan doen. Ik ben naar het bekende 'Te Papa Museum' gegaan. Nu hoor ik je denken; ”Jeeeeej, een museum... echt super leuk (not!)” Nou, ik vind dat dus heel chill en word hier dan ook erg ontspannen van. Te Papa is overigens niet zomaar een museum, dit is HET museum van Nieuw Zeeland en ik kan absoluut beamen waarom. Echt een fantastisch mooi, modern en divers museum met hele interessante tentoonstellingen en kunstwerken over de geschiedenis van Nieuw Zeeland. Een leuk extraatje; alle musea zijn hier gratis! Gezien Te Papa echt gigantisch is, ben ik in de opvolgende twee weken, welgeteld vijf keer wezen kijken (nerd-alert). Naast dat het een super tof museum is, ligt het museum ook op een hele mooie plek langs het water. Wellington heeft een hele gezellige boulevard aan de haven, hier vindt je veel cafés, restaurants en kun je een wandeling maken met uitzicht over de zee. Deze wandeling heb ik met mooi weer dan ook vaak met veel plezier gemaakt. Ik heb die frisse lucht wel gemist, dat wanneer je diep inademt het gewoon pijn doet in je neus. Toen ik hier de allereerste keer liep, kon ik alleen maar lachen. Wellington is prachtig, de mensen zijn ontzettend vriendelijk en het is er super schoon. Het gevoel dat ik toen had, herken ik. Precies dat gevoel had ik vijf jaar geleden ook, toen ik voor 4 maanden naar Canada vertrok. Het gevoel van spanning en zenuwen, gemixt met enthousiasme en een bom van energie. Wellington doet mij daardoor aan Vancouver denken, echter vind ik Wellington veel mooier en gezelliger. De stad heeft veel karakteristieke gebouwen en knusse straten met leuke koffietentjes. De mensen zijn overigens vergelijkbaar vriendelijk, waar de Canadezen overal “Sorry” zeiden, zeggen de 'Kiwi's' na alles “Cheers” Wat de term precies inhoudt is mij nog wat onduidelijk; proost, dankjewel of doei? Volgens mij kan het allemaal.

Het is een ontzettende omslag na Azië, ik merk daardoor dat ik opnieuw een soort 'culture shock' ervaar. Azië is een luidruchtig en druk continent in alle denkbare vormen. Het is er zelden​ stil en de inwoners hebben overduidelijk een hogere irritatiegrens dan ik gewend ben. Telefoons, verkeer, kinderen, eten, drinken, communiceren, slapen of simpelweg een foto nemen. Het gaat altijd gepaard met een hoop lawaai, getoeter, geschreeuw, gesmak of gesnurk. Hier was ik inmiddels wel aan gewend, maar het irriteerde mij tot de laatste seconde. Deze drukte is hier niet, de mensen praten op normaal volume en houden veel meer rekening met elkaar. Echter heerst er hier weer een andere soort drukte of beter gezegd; 'druk'. Eentje die veel minder zichtbaar is, maar uiteindelijk nog veel irritanter. De druk van 'stress' en 'tijd', ik merk dat ik hier ontzettend gevoelig voor ben en deze Westerse gewoonte niet gemist heb. Alles moet snel, snel snel. Tijd is geld en alles moet vooral zo efficiënt mogelijk gebeuren. Het Westen leeft in een hele gespannen en eenzame cultuur als je het mij vraagt. We zijn met veel te veel dingen tegelijk bezig en we nemen nergens meer de tijd voor. Dit zie ik veel terug op mijn werk, veelal zakenmensen komen binnen en willen meteen van alles. “Do you have a menu?” “Do I order at the table or the counter?” “Can I please already order my coffee now?” Ga gewoon eerst even rustig zitten! Denk ik dan geïrriteerd... Wanneer ze dan eindelijk zitten en besteld hebben, wordt na 10 minuten bezorgd gevraagd waar hun eten blijft, want ze moeten over een kwartier bij een vergadering zijn. Wie gaat er dan ook uit eten als je maar een half uurtje de tijd hebt..? Denk ik uit onbegrip. Gehaast en gespannen proppen ze hun 15 dollar salade naar binnen, terwijl ze met de andere hand hun telefoon vast hebben. Gestrest ren ik daardoor van hot naar her, om iedereen zijn/haar drukke en – vooral naar eigen denken – belangrijke agenda zo efficiënt mogelijk te bedienen.

Wanneer ik niet aan het werk was, was ik meestal wel op pad. Samen met Thijmen ging ik soms chillen in het park, samen eten in de food court of we haalden een fles wijn en dronken die op de kamer of bij de haven leeg. Ook gingen we iedere week naar de Bhakti Lounge, ik kwam voor de Yoga (en het eten natuurlijk) en Thijmen werkte hier soms als vrijwilliger. Hier leerden we ook Martin kennen, een Duitse jongen die hier net als ik een jaar komt werken. Daarnaast ontmoetten we ook Kate, een Amerikaans meisje dat hier al een paar maanden met haar Koreaanse vriend Hyunwoo woont. Met elkaar vormden we een contrasterende vriendengroep, die ieder weekend samenkwam om zo goedkoop mogelijk iets van het weekend te maken. De eerste week zijn we bij een nerdy game cafe genaamd 'Photonflux' spelletjes gaan spelen. Dit gevolgd door een super lekker diner bij een klein vegan festival. Daarna hebben we wat flessen wijn gekocht (dat is hier goedkoop) en zijn we kaartspelletjes bij Kate en Hyunwoo thuis gaan spelen. De week erop ben ik met Martin de Red Rocks hike gaan lopen, dat klinkt serieuzer dan het is hoor. Met de bus zijn we de stad uitgereden naar het strand, langs de kust loopt een lang en mooi pad tussen de rotsen. Tijdens het winterseizoen liggen er tientallen zeehonden op de rotsen zichzelf op te warmen in de zon. Wij hadden het geluk er in de zomer nog eentje tegen te komen. Hij lag heerlijk uitgebreid over de rotsen te schuren met z'n dikke lichaam, terwijl hij zichtbaar van de warme zonnestralen genoot. De week daarna zijn we met z'n alle naar de Dragqueen Show gegaan in de Yvi Bar. Wat zijn dit toch geweldige mensen met heerlijk gevoel voor humor. In de Ivy bar is altijd een kleurrijke mix aan mensen te vinden; homo's, lesbiennes, transgenders, drag queens en alles daar tussenin. Het toilet bordje zegt zelfs; “open to all genders!” Het begon met een playback nummer van Katy Perry, gevolgd door een publieksronde. Er werden vier vrijwilligers gevraagd mee te doen, niemand wilde mee doen dus heb ik mij maar opgeofferd. Met behulp van een rietje moesten we in 1 minuut, zo veel mogelijk kleine harige balletjes van een schaal naar ons glas verplaatsen. De winnaar kreeg een gratis shotje. Ik was niet de winnaar (gelukkig, want dat shotje scheen nogal smerig te zijn), maar eindigde op de tweede plek. Hierna was er weer een playback nummer, dit keer het nummer 'Grace Kelly' van Mika. Daarna waren er 3 bekende dragqueens/king te gast van de show 'House of Drag'; Bunny Holliday, Vulga Titz en dragking 'Hugo Grrl'. De namen zeggen eigenlijk al genoeg ;) Kortom, we hebben ons kapot gelachen die avond!

Een groot voordeel aan dat ik mij nu in een Engelstalig land bevindt, is naar mijn mening de taal. Wanneer ik iemand op straat iets wil vragen, dan begrijpt deze persoon ook echt wat ik bedoel. Geen gedoe meer met gebarentaal, Google translate of kinderlijke steekwoorden. Daarnaast is het antwoord dat je krijgt ook eerlijk. Geen lachende of knikkende “yes!” Alles om maar een antwoord te kunnen geven, terwijl ze eigenlijk geen idee hebben wat de vraag inhield. Na verloop van tijd had ik daar een bepaalde techniek voor ontwikkeld; ik vroeg exact dezelfde vraag twee of drie keer op verschillende manieren. Wanneer het antwoord alle keren hetzelfde was, dan kon ik erop vertrouwen dat ze hadden begrepen wat ik vroeg. Dit kon nog wel eens onaardig of denigrerend overkomen, maar dat lachte ik er dan een beetje vanaf. Begrijp me overigens niet verkeerd, want ik heb mij er in Azië vaak over verbaasd hoeveel mensen Engels spreken of het begrijpen. Echter in Nieuw Zeeland krijg je niet alleen uitgebreid antwoord op je vraag, je krijgt er meteen een hele lijst aan tips bij. Tips over de desbetreffende vraag (inclusief geschiedenis) met als afsluiter; dat je een fantastisch land hebt uitgekozen en je een te gekke tijd tegemoet gaat. Alles wordt in rap tempo – en met een grote glimlach – tegen je gezegd, dit keer ben ik dan ook degene die met een bek vol tanden staat. De helft van wat er gezegd wordt gaat langs me heen, lachend knik ik soms maar een beetje mee. Vooral op m'n werk heb ik veel moeite met het zware accent. Soms moet ik tot in schaamte aan toe wel drie keer vragen wat er gezegd werd. De vraag of het antwoord werd dan ook soms twee of drie keer – op verschillende manieren – herhaald. Snap ik eindelijk hoe al die arme Aziatische mensen zich gevoeld moeten hebben.

Het verkeerd begrijpen van mensen heeft al meerdere keren voor hilarische miscommunicaties gezorgd. Voorbeeld; mijn collega vroeg “Can you get me a drug?” Ik lachte en dacht dat hij een grapje maakte, omdat hij helemaal gek werd van de hoeveelheid bonnetjes achter de koffiemachine. Hij keek me aan en zei “Seriously, can you get me drug?” Ik reageerde wat verward, maar liep naar de EHBO kit om een aspirine te pakken. Ik vroeg of hij Paracetamol of Ibuprofen wilde, hij keek me lachend aan en herhaalde “Can you get me a 'JUG', a little jug for the milk...?” Ik liep een beetje rood aan en kon eigenlijk alleen maar lachen om mijn domme actie, deze misvatting heeft me nog een tijdje achtervolgd. Het mij 'dom' voelen is iets dat ik de afgelopen weken veel heb ervaren op m'n werk. Het restaurant heeft namelijk veel vaste klanten, mensen die op weg naar hun werk hun vaste 'take-away coffee' komen halen. Bij binnenkomst wordt even snel – tussen neus en lippen door – de bestelling geroepen; “large trim flat white, single shot, one sugar, to go please”! Ten eerste verstond ik ze vaak niet en ten tweede had ik nog nooit gehoord van de termen; 'flat white', 'long black', 'Vienna' of 'Piccolo'. Mijn eerste week was daardoor een opstapeling van alles drie keer vragen, gênante miscommunicaties en het niet kunnen beantwoorden van vragen over de menukaart. Onzeker, gespannen en met een flinke deuk in m'n ego, heb ik de eerste dagen overleeft. Als ik 'thuis' kwam, plofte ik met een grote zucht op bed neer. “Nog maar 5 weken” dacht ik bij mezelf. Ik miste Azië, daar hoefde ik niet te werken, daar voelde ik mij niet dom of onzeker en daar telde ik de (werk) dagen niet af zoals hier. Met Georgia kon ik dan lekker zeuren, beiden lagen we dan uitgeput op bed te vertellen over onze 'ohzo vreselijke' dag. Ze wist precies hoe ik mij voelde. Zij had ook een jaar in Azië rondgereisd, voordat ze haar WHV in Australië ging doen afgelopen jaar. Ze zei dat ik het wat tijd moest geven, maar dat het allemaal wel goed zou komen. Achteraf moet ik daar dan weer om lachen, want wat zat ik nou te zeiken. Ik zit in Nieuw Zeeland! Na mijn eerste maand ken ik alle koffies, kan ik alle vragen over de menukaart beantwoorden en loop ik lachend en zelfverzekerd in het restaurant rond. Steeds meer zie ik in wat een geluk ik heb gehad met mijn super fijne tijdelijke baantje. Ik heb leuke jonge collega's, krijg goed te eten, bovengemiddeld betaald en ze hebben buitengewoon goede koffie. Daarnaast heb ik tijdens mijn eerste week barista-training gekregen, een leuke extra vaardigheid op mijn cv. Heel goed ben ik er overigens nog niet in geworden, ik snap de theorie ervan. De praktijk is echter een tweede stap, ik begrijp nu waarom ze minstens 1 of 2 jaar ervaring vragen bij een barista-vacature. Ik zou er wel graag beter in willen worden, wellicht iets voor een volgend baantje!

Afgelopen vrijdag was mijn laatste dag, het was een perfecte laatste dag; niet te rustig en niet te druk. Na afloop heb ik met de leukste collega's nog een drankje gedronken op het terras. Stiekem ga ik de Lido toch wel missen. Mijn leuke collega's, de fijne sfeer en natuurlijk de koffie! De vreetzak in mij, zal ook vooral de lekkere en gezonde maaltijden (avocado on toast with poached eggs <3) gaan missen, want gezonde ingrediënten zijn niet te betalen hier. Mede daardoor ben ik bepaald nog geen keukenprinses en heb ik het gasfornuis vooral ontweken. Hierdoor heb ik het besparen op eten tot een ware kunst verheven en kan ik mezelf wel tot 'pauperkoningin' bekronen. Wanneer ik niet op mijn werk at, profiteerde ik van de maaltijden in de Bhakti Lounge of leftovers van m'n werk. Verder teerde ik op de 10 Dollar menu's in de food court, de (einde dag) 1+1 gratis bij take-away restaurants of de leftovers van de Bhakti Lounge. Soms trok ik een blik soep open met een paar boterhammen, lekker makkelijk. Of ik bakte even snel een ei. Wanneer de broccoli weer in de aanbieding was, combineerde ik dit met instant noodles. Dan leek het nog wat. Als ik echt heeeeel erg lui was, dan at ik Dorrito's met hummus. Alles om maar niet zelf te hoeven koken. Ik voelde mij wederom weer 16, maar ik beloofde mezelf dat ik mij ooit weer volwassen zou gaan gedragen in de keuken. Later als ik groot ben zeg maar. Niet alleen het gratis eten of de Lido zal ik missen, ik ga heel Wellington eigenlijk wel missen. De mooie boulevard, de gratis musea, de gezellige straatjes en natuurlijk mijn vrienden. Op mijn laatste avond had ik het voor het zeggen, deze keuze was niet moeilijk. Het was vrijdagavond en dus 'Drag Night' in de Ivy bar. Wederom mij weer kapot gelachen om de geweldige optredens van Wellington's local drag community. Ze zijn niet alleen grappig maar ook echt goed!

Het is grappig hoe je tegen dingen aankijkt wanneer het einde in zicht is. Je denkt opeens; had ik maar meer zus, was ik maar vaker zo. Dat heb ik het afgelopen jaar zo veel gemerkt. Wanneer iets tijdelijk is, zie je opeens veel meer de schoonheid ervan. Je ziet opeens alle positieve dingen veel duidelijker en waardeert ook de nadelen veel meer. Dingen die irritant worden ervaren of vanzelfsprekend zijn geworden, voelen opeens bijna nostalgisch aan. St George is nog steeds een shithole, maar Georgia ga ik bijvoorbeeld wel missen. We hebben echt een fijne tijd gehad en we hebben ons kapot gelachen om onze woning. Zo kwam ze – op het moment dat ik dit type – met een grote zucht de kamer binnen, met wederom een mooi verhaal over onze medebewoners. Ze stond net met zes junkies en 1 gestolen Onzo fiets (Onzo bikes zijn stadsfietsen die je kunt gebruiken) in de lift. Alle zes stinkend naar bier, zweet en rook. Zuchtend vroeg ze “Malou, don't you ever look around and think; really, is this my life?” Beiden schieten we dan weer in de lach. Het pand heeft zeker voor een lading herinneringswaardige momenten gezorgd, door deze momenten ga ik zelfs de St. George missen. Het moment dat we afscheid namen zei ze bezorgd, “I will miss you, you kept me sane here. Who do I complain to now, whenever there's some new weirdo screaming on the balcony?!”

Het komt uiteindelijk altijd op hetzelfde neer; je had meer moeten genieten, minder moeten zeuren en vaker leuke/nieuwe dingen moeten doen. Toch denk ik dat je dit gevoel altijd zult hebben, want als ik bij mezelf na ga wat ik allemaal nog meer had willen doen de afgelopen weken. Dan zou ik eigenlijk geen antwoord hebben. In zes weken tijd heb ik hier een klein, maar compleet leventje opgebouwd; een kamer met gezellige kamergenoot, een leuke baan, fijne vrienden en iedere week trouw naar de yoga. Ik heb het hele centrum gezien, drie musea (meerdere keren) bezocht, met de Cable Car naar de botanische tuinen geweest, Mount Victoria beklommen, de Red Rocks hike gelopen, naar twee drag queen shows gegaan en overal in de stad gegeten. Ieder weekend was ik met vrienden op pad, chillen in het park, drankjes in de stad of bij iemand thuis. Daarnaast heb ik full-time gewerkt, mijn website vernieuwd, wat freelance design klusjes gedaan en zelfs nog tijd over gehouden om iedereen te appen en bellen. Om deze reden heb ik dat gevoel van; had ik maar, daarom helemaal niet. Het gevoel dat ik wel heb is; had ik maar meer tijd om langer te kunnen genieten. Na mijn harde werken om dit alles hier op te bouwen, laat ik het vandaag allemaal weer net zo makkelijk achter. Voor een goede reden overigens, want na dertien maanden ga ik eindelijk mijn ouders weer zien! We vliegen beiden naar Christchurch waar ons drie weken durende avontuur gaat beginnen. Het was spannend of alles nog door zou kunnen gaan, omdat mijn opa heel erg ziek was. Op 21 november is hij overleden en afgelopen week werd hij begraven. Het voelt heel vreemd om dit allemaal op afstand mee te moeten maken, maar ik wist dat deze dag zou komen toen ik op reis ging vorig jaar.

De dag voordat ik wegging ben ik naar hem toe gegaan. Hij stond in zijn atelier of 'hok' zoals hij en oma het zelf altijd noemden. Zijn mooie en rustige 'hok' waarin je uitkijkt over de tuin en de weilanden achter het huis. Jaren geleden stond de kleine shetland pony; Hans nog in de tuin te grazen. Dit was mijn opa's beste viervoeter-vriend. Zowel het uitzicht als Hans, heeft opa veel nageschilderd. Mijn opa kon prachtig schilderen en Van Gogh was zijn favoriet. Wanneer mijn opa aan het schilderen was, stak Hans vaak even zijn kop door het raam. Dan kreeg hij een suikerklontje en moest opa altijd hard lachen. Veel geluid kwam er vaak niet uit, enkel een grote brede glimlach met een schoor klein lachje. Hans was niet bepaald een opgevoede pony, maar dat vond opa juist prachtig. Het huis van mijn ouders ligt naast die van mijn opa en oma. Toen ik nog thuis woonde, kwam opa iedere dag met Hans voorbij. Hij had een klein groen koetsje gebouwd en trots reed hij hiermee door de Zilkerbinnenweg. Het was een geweldig gezicht, mijn blije opa op een klein koetsje met een shetlandpony ervoor. Onafscheidelijk waren ze. Jaren geleden ging het helaas niet meer zo makkelijk als voorheen en heeft hij Hans weg moeten doen. Ook het schilderen ging steeds moeizamer, zijn zicht werd alsmaar slechter en hij kon niet meer zo lang staan. Daarnaast had hij last van parkinson en kon daardoor de kwast niet meer stabiel vasthouden. Het atelier werd steeds vaker ingeruild voor de houten stoel aan de voorkant van het huis. En Hans voor de poes. Hier zaten ze samen iedere ochtend in het zonnetje te genieten. Iedereen die hij kende kreeg een vriendelijke groet en de poes een aai. Toen ik mijn laatste dag langskwam, stond hij stilletjes te schilderen in zijn atelier. Althans dat probeerde hij... We wisten beiden dat mijn gedag ons vaarwel was, een emotioneel moment. Met nog een paar gevatte grappen, wist hij er weer mooi onderuit te komen. Daar was opa goed in, grappen vertellen. Dat hadden ze gelukkig nog niet van hem afgepakt. Met een mooie laatste herinnering en lange knuffel zei ik hem gedag. Huilend liep ik terug naar huis, dat was absoluut mijn moeilijkste afscheid die week. Achteraf ben ik ontzettend blij dat ik dat moment nog zo helder met hem heb kunnen delen. Ruim een jaar later en een stuk minder helder is hij gegaan, rust zacht lieve opa.

Inmiddels zit ik vol spanning op het vliegveld in Christchurch te wachten, nog heel even en dan zie ik mijn ouders weer. Het zal vooral gek zijn hoe snel het weer normaal is om ze te zien, dat had ik toen met Loes ook. Mijn moeder en ik zullen waarschijnlijk gelijk moeten huilen, wat dat betreft lijken we zoveel op elkaar. Ook mijn vader verwacht ik stiekem wel emotioneel te zien, want ik blijf toch 'zijn kleine meisje' zei hij toen ik op Schiphol afscheid nam afgelopen jaar <3

Foto’s

4 Reacties

  1. Thera:
    1 december 2018
    Malou, wat kan jij prachtig schrijven. Tranen in mijn ogen, prachtig verhaal weer. Zeker het stuk over jouw opa... heel veel plezier met Ruud en Juul, doe ze de groeten uit de Zilk. Maak mooie herinneringen!!!!!
  2. Malou:
    2 december 2018
    Dankjewel Thera, wat een lief bericht :) Ik zal ze de groetjes doen en we gaan er 3 super mooie weken van maken!
  3. Wilfried en Annemarie:
    2 december 2018
    Ik wist dat even de tijd moest nemen om je verhaal te lezen, heerlijk wat een mooi stuk weer. Wellington is chill, zo hebben wij dat ook ervaren en zeker Te papa, staat in de top 3 van mijn bezochtte musea. En je woorden over opa, goed van je dat je de herinnering zo levendig houd. Geniet met Ruud en Juul, in deze tijd kunnen jullie dat heel goed gebruiken !!!
  4. Julia Warmerdam:
    3 december 2018
    Geweldig verhaal weer. En nu lekker genieten met elkaar. Heerlijk